Via auscultatie luistert de arts tijdens een lichamelijk onderzoek naar geluiden in het lichaam. Dit heeft vooral betrekking op de ademhaling, de hartslag, de peristaltiek (= darmbewegingen) en de slagaders.
Auscultatie wordt voornamelijk gebruikt om hart- en ademgeluiden te versterken om eventuele afwijkingen vast te stellen. Ook is het mogelijk darmgeluiden, vaatgeluiden en geluiden van een ongeboren kind te beluisteren.
De eerste harttoon is te horen bij het sluiten van de hartkleppen tussen boezem en kamer, de mitraalklep en de tricuspidaalklep. De tweede harttoon is te horen bij het sluiten van de kleppen boven in het hart, de pulmonaalklep en de aortaklep. Het ene stel kleppen opent als het andere stel sluit, en vice versa.
De dokter kan dan soms horen dat er op een bepaalde plek in je longen niet genoeg lucht stroomt. Ook kan hij of zij het horen wanneer er slijm in je longen zit. Op de plek waar het slijm zich heeft opgehoopt, kan een ontsteking zitten.
Pulmones: Auscultatie: symmetrisch (zacht) ademgeruis, verlengd expirium, piepen, rhonchi, crepiteren, hyperinflatie thorax.
Met piepen wordt een piepende ademhaling bedoeld. In het Engels heet dit wheezing. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen piepen bij de inademing en piepen bij de uitademing.
Wanneer zich veel secreet in de bronchi heeft opgehoopt, kan men soms inspiratoir maar vaak expiratoir korte, borrelende, reutelende, niet-muzikale bijgeluiden waarnemen, die wegens hun explosieve, discontinue karakter beschouwd worden als crepitaties.
De arts luistert aandachtig naar je longen met een stethoscoop (longauscultatie). Bij de meeste mensen met een longontsteking is er een fijn gekraak hoorbaar. In sommige gevallen klinken de longen zuiver.
Lange tijd hoesten is vaak de eerste klacht bij longkanker. Andere klachten die u kunt krijgen: bloed ophoesten, moe zijn, geen zin in eten en afvallen als u dat niet wilt. Longkanker komt vaak door lang en veel roken. Soms ontstaat het bij mensen die nooit gerookt hebben.
Misschien kan er dan ook iets aan gedaan worden. Het is goed om naar de huisarts te gaan als één (of meer) van de volgende beweringen voor jou geldt: Je hoest (opeens) veel en vaak, en voelt je benauwd. Je hoest veel of vaak, en dit duurt langer dan 3 weken.
Twee additionele tonen (S3 en S4)
Hartafwijkingen manifesteren zich vaak door de additionele tonen die als bijgeluiden klinken, zoals een klik of een ruis. Iets wat buiten het normale geluidspatroon valt. De derde toon (S3), als die al optreedt, klinkt kort na de tweede harttoon (S2).
De aortaklep en de pulmonalisklep, dat zijn de kleppen tussen de ventrikels of kamers en de aorta en de longslagader, staan wijd open. De systole begint als de atrioventriculaire kleppen sluiten, wat te horen is als de eerste harttoon.
De 2 additionele tonen
Bij volwassenen ligt er een andere oorzaak aan de basis van deze derde harttoon. Meestal is S3 het gevolg van een ventrikel waar nog te veel volume in zit na de systole. Als er dan nog eens het volume bij komt van de diastole, dan zal er bloed terugstromen van het ventrikel naar de atria.
Een stethoscoop bestaat uit een klok en een membraan die via een of twee slangen verbonden zijn met de oordoppen. Hierdoor hoort de arts de geluiden van het hart. Luisteren met een stethoscoop vraagt veel oefening. Een arts luistert op meerdere, vaste punten op de borstkas.
Dat kan komen door het samentrekken van de spiertjes in de luchtwegen. Andere redenen zijn een ontsteking van het slijmvlies of slijm. De ademhaling kan een hoge piep geven doordat de luchtwegen minder ruimte hebben. Soms hoor je ook een brommend (lager) geluid of een zagende ademhaling.
De arts luistert naar het hart, de longen, de buik of darmen en de slagaders (grote bloedvaten). Hij gebruikt zijn oor of anders een speciaal medisch instrument, beter gekend als een stethoscoop. Ook beluistert hij zo via slagaders de pulsaties (kloppingen) in de armen en benen.
Meestal zijn de slijmen helder wit of gelig. Gekleurde fluimen en bloed in de fluimen kan wijzen op infectie of andere aandoening en rapporteert u best aan de huisarts. Een veel voorkomende klacht bij COPD is benauwd zijn of het continue gevoel te hebben van een tekort aan lucht. Sommige hebben een piepende ademhaling.
Mensen met beginnend COPD hoesten veel. Het begint vaak met een zogeheten 'rokershoestje'. Daarbij wordt nogal eens slijm opgehoest. Sommigen hebben ook last van kortademigheid of een piepende ademhaling tijdens inspanning.
Bronchitis ontstaat vaak na een verkoudheid of griep. Je hebt eerst last van een droge hoest, maar later hoest je ook slijm op. Vaak klinkt het hoesten niet fijn: je hoest diep en/of piepend.
Als u last heeft van geel of groen slijm, dan kan dit een gevolg zijn van een luchtweginfectie. U kunt last hebben van kriebelhoest. Dit ontstaat door droge lucht.
1 Wat is piepende ademhaling? - Piepende ademhaling kan een gevolg zijn van een acute ontsteking van de kleine luchtwegen. Tijdens opstoten trekken de spieren rond de kleine luchtwegen samen waardoor ze nauwer worden en je kind moeilijker kan ademhalen.
Pleurawrijven klinkt echter wat dichter bij het oor en wordt luider bij aandrukken van de stethoscoop tegen de thorax. De afzonderlijke geluiden duren iets langer dan bij crepitaties. In de Angelsaksische literatuur worden pleurale bijgeluiden wel gerekend tot de 'crackles'.
Vesiculair ademen (vesiculair ademgeruis)
Door de stethoscoop over het longweefsel te plaatsen, hoort de arts het vesiculair ademen. Dit is een zacht geluid bij het in- en uitstromen van lucht ter hoogte van de alveolen (longblaasjes). Vooral het inademen is duidelijk hoorbaar.
Piepend ademhalen komt vaak voor bij astma. Dit komt omdat je luchtpijp en bronchiën (de vertakkingen van de luchtpijp naar de longen) zich vernauwen. Hierdoor verkrampen de spiertjes eromheen. De lucht heeft dan minder ruimte om doorheen te gaan.