U heeft als ouder officieel niets meer over uw kind te zeggen. De voogd betrekt u wel voor zover mogelijk en informeert u over uw kind.
Vrijwillig afstand doen van ouderlijk gezag
In tegenstelling tot wat soms wordt gedacht, is het niet mogelijk om vrijwillig afstand te doen van het ouderlijk gezag. De rechtbank kan dit alleen beëindigen op verzoek van een ouder of de Raad voor de Kinderbescherming.
Als ouder heb je het recht – én de plicht – om je kind op te voeden en te verzorgen. Jij beslist over de schoolkeuze en vertegenwoordigt je kind in het ziekenhuis en bij de politie. Kortom, je beoefent het ouderlijk gezag. Als moeder krijg je dit ouderlijke gezag bijna automatisch toegewezen.
Het kind opvoeden en verzorgen
In de wet staat dat u moet zorgen voor het lichamelijke en geestelijke welzijn van uw kind. En dat u het moet helpen om zijn of haar persoonlijkheid te ontwikkelen. U mag het kind niet mishandelen. En u moet de band van het kind met de andere ouder bevorderen.
Uw voogdij eindigt als het kind 18 jaar wordt. De voogdij kan ook stoppen omdat 1 of beide ouders het gezag weer terugkrijgen. Als de voogd overlijdt, benoemt de rechter opnieuw een voogd.
U kunt een voogd aanwijzen in het gezagsregister van de rechtbank, of in uw testament. Wij adviseren u goed na te denken over de vraag wie de voogdij over uw kinderen krijgt. Dit kunnen bijvoorbeeld opa en oma zijn, een ander familielid of een gezamenlijke vriend(in) of kennis.
Meerderjarige kinderen uit huis zetten
Een meerderjarig kind mag zonder meer uit huis worden gezet, omdat je als ouder dan niet meer het gezag over je kind hebt. Je onderhoudsplicht blijft echter wel bestaan (uitzonderingen daargelaten) tot je kind 21 jaar wordt.
Een kind kan maximaal vier juridische ouders hebben en kan opgroeien in maximaal twee huishoudens, stelt de staatscommissie voor in het rapport. Hiermee zegt zij dat twee vrouwen beiden wettelijk als moeders erkend worden (dus niet één als de biologische en de ander als 'meemoeder' met minder rechten).
Zakgeld is niet verplicht en hoeveel zakgeld je krijgt, bepalen je ouders in overleg met jou. Op de website van het NIBUD zie je hoeveel zakgeld jongeren gemiddeld krijgen en je kunt zelf uitrekenen of je genoeg zakgeld krijgt. Mag jij ook zelf je kleren kopen? Dan krijg je meestal kleedgeld van je ouders.
De zorgregeling/omgangsregeling geldt in principe totdat het kind meerderjarig wordt; zodra het kind 18 jaar oud wordt vervalt de zorgregeling/omgangsregeling. Hou bij het opstellen van de contactregeling rekening met de leeftijd en de belangen van jullie kinderen.
Als de moeder weigert om mee te werken aan een DNA-onderzoek, kan de rechter desgevraagd bepalen dat de moeder medewerking moet verlenen en daar een dwangsom aan verbinden. Daarnaast kan de rechter uit de weigering om mee te werken aan een DNA-onderzoek de gevolgtrekkingen verbinden die hij gerade acht.
Onze burgerzakensystemen detec- teren dat een kind of ouder al in de gemeente woont en vullen automatisch de ontbrekende gegevens aan. Dit is herkenbaar bij persoonslijsten met als brondocument “PL gerelateerden” of “PL kind”.
Nee, u kunt niet zelf afstand doen van het gezag over uw kind. Het is wel mogelijk om het ouderlijk gezag aan te passen naar eenhoofdig gezag van de andere ouder. De andere ouder heeft dan alleen het gezag. U kunt dit samen met de andere ouder vragen bij de rechter.
Duur ondertoezichtstelling
De kinderrechter bepaalt hoe lang uw kind onder toezicht wordt gesteld. Dit is maximaal 12 maanden. De kinderrechter kan de maatregel steeds met (maximaal) 1 jaar verlengen. Een ondertoezichtstelling is mogelijk tot uw kind 18 jaar is.
U moet hiervoor een verzoek tot verkrijgen van gezag indienen bij de rechtbank. De rechter zal het verzoek alleen bij hoge uitzondering inwilligen, als dat voor uw kind echt nodig is. Nadat het gezamenlijk gezag stopt, moet de andere ouder nog steeds meebetalen aan de opvoeding en verzorging van het kind.
Juridisch gezien hebben zowel de biologische vader als de juridische vader (na erkenning) recht op omgang met het kind. Ook als je als biologische vader het kind niet hebt erkend heb je recht op omgang. Dit is wettelijk vastgelegd. De omgang van de ouders met het kind wordt doorgaans vastgelegd in een ouderschapsplan.
Het is vrij zeldzaam, maar een zwangerschap van een tweeling van twee vaders is wel mogelijk. Het kan gebeuren als een vrouw in dezelfde menstruatiecyclus seks heeft gehad met twee mannen én beide keren een eitje werd bevrucht.
Veelal zal dit ook worden toegekend. De hoofdregel is namelijk dat gezamenlijk gezag in het in het belang van het kind is. Conclusie is dat vaders net zoveel recht op gezag hebben als moeders.
Zolang kinderen minderjarig zijn, kan je ze als ouder nooit de toegang van het ouderlijke huis verbieden. Ouders hebben de plicht om kinderen tot hun achttiende verjaardag op te voeden, te ondersteunen en te onderhouden. Dat wil niet zeggen dat er geen opties zijn wanneer een gezinssituatie onhoudbaar wordt.
Echtgenoten en geregistreerde partners moeten elkaar onderhouden. Ook na de scheiding. Ouders hebben die plicht voor hun kinderen tot 21 jaar.
Het beste antwoord
De politie speelt geen partij in dat geheel. Als er sprake is van huiselijk geweld ( dit kan fysiek maar ook mentaal zijn) is er voor de politie wel een mogelijkheid, om iemand uit huis te halen en een huis- en contactverbod op te laten leggen van 10 dagen.
Het Burgerlijk Wetboek regelt in artikel 1:377a dat een kind recht heeft op omgang 'met zijn ouders en met degene die in nauwe persoonlijke betrekking tot hem staat'. Dit betekent dat ook opa en oma een recht op omgang met hun kleinkinderen kunnen hebben.
Ouders wijzen u aan als voogd
Ouders kunnen 1 of 2 personen op de volgende manieren aanwijzen als voogd: Ouders kunnen u als voogd aanwijzen door registratie in het gezagsregister. Ouders kunnen in een testament bij de notaris laten vastleggen dat zij u aanwijzen als voogd.
Een voogd is in het recht een handelingsbekwame (rechts)persoon die instaat voor de persoon en de goederen van een onbekwame minderjarige, soms pupil genoemd. De voogd kan de taak van de ouders overnemen wanneer deze komen te overlijden of wanneer deze het kind "niet meer kunnen hanteren".