Voor de operatie krijgt u een operatiejasje aan. U krijgt een papieren onderbroek aan, in veel gevallen mag u ook uw eigen onderbroek aanhouden. Als het nodig is, wordt u vlak voor de operatie geschoren op de plaats waar geopereerd wordt. Voor de operatie moet u sieraden zoals een horloge, ringen en armbanden afdoen.
Naast de welbekende witte jas is er een brede waaier wat allemaal onder OK kleding oftewel operatiekleding valt. Zo is er zorgkleding zoals broeken voor de zorg, een zorgjas of een zorgpolo. We noemen het in de praktijk bijvoorbeeld medische bedrijfskleding, ziekenhuiskleding of kleding voor zorgprofessionals.
Altijd meenemen
Verzekeringspas. Een legitimatiebewijs. Uw afsprakenkaart. Alle medicijnen die u gebruikt in de bijbehorende verpakking.
Ook angst voor de narcose komt veel voor. Tijdens de narcose wordt u nauwkeurig in de gaten gehouden door het anesthesieteam. Uw bloed(druk), hartritme, lichaamstemperatuur en de diepte van uw slaap worden voortdurend gecontroleerd. Het is dan ook erg zeldzaam dat er iets misgaat tijdens een narcose.
Bij operaties van 2 uur of langer krijgt u altijd een katheter, omdat iemand onder narcose of een ruggenprik niet kan plassen. Een katheter voorkomt dan dat de blaas te vol wordt. We plaatsen de katheter pas nadat u onder narcose bent of een ruggenprik hebt gekregen.
Bij het bijkomen uit de anesthesie zien we soms onrust, labiele emoties en prikkelbaarheid. Dat is meestal goed op te vangen of te behandelen en is vaak van korte duur. Op de dag na de ingreep horen we nogal eens klachten van spierpijn, keelpijn, vermoeidheid, hoofdpijn of duizeligheid, naast natuurlijk napijn.
Ademhaling. Soms is het nodig om uw ademhaling tijdens de ingreep over te kunnen nemen. Daarom plaatsen we vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis (plastic buisje) in uw keel. Dit gebeurt als u onder narcose bent.
Je hersenactiviteit is laag, je kunt je niet bewegen, niet slikken en meestal niet zelf ademhalen. Je krijgt niets mee van wat er in de operatiekamer gebeurt. Toch is een narcose – of algehele anesthesie, zoals de artsen het noemen – tegenwoordig ontzettend veilig.
Kort na de operatie kunt u zich nog slaperig voelen en af en toe wegdommelen. Dat is heel normaal. Het duurt een dag voordat de narcose is uitgewerkt. Uw lichaam zal echter nog enkele dagen tot weken nodig hebben om helemaal te herstellen van de operatie.
U krijgt een papieren onderbroek aan, in veel gevallen mag u ook uw eigen onderbroek aanhouden. Als het nodig is, wordt u vlak voor de operatie geschoren op de plaats waar geopereerd wordt. Voor de operatie moet u sieraden zoals een horloge, ringen en armbanden afdoen.
De gangbare regel is dat u niet meer mag eten vanaf middernacht als uw operatie gepland is voor de volgende ochtend. Drinken van water, koffie en thee zonder melk, niet-koolzuurhoudende vloeistoffen en energiedranken, en ook fruitsap zonder pulp (bijv. appelsap) mag tot 2 uur vóór de start van de anesthesie.
Wij raden u aan om de eerste 24 uur na de operatie thuis te blijven en regelmatig te rusten. U zult mogelijk een aantal dagelijkse werkzaamheden niet kunnen verrichten.
Wij vragen u • geen nagellak en/of make-up te gebruiken omdat anders de controle- apparatuur niet werkt. De anesthesist ziet namelijk aan de natuurlijke kleur van uw huid en nagels hoe uw lichame- lijke conditie is.
Bij sommige operaties is het volgende belangrijk: Menstrueren: soms mag u niet ongesteld zijn. Of kan de operatie alleen doorgaan als u in de 2e week van uw menstruatiecyclus zit. Als dit zo is, staat dit in de afspraakbrief.
De eerste weken zult u waarschijnlijk minder vaak ontlasting hebben. Dit komt door een verandering in uw leef- en eetpatroon. Verminderde eetlust, veel rusten en weinig beweging vertragen de stoelgang. Indien u langer dan vier dagen geen ontlasting hebt gehad, neem dan contact op met uw huisarts.
Kan ik toch pijn voelen ondanks de verdoving? Het is mogelijk dat de verdoving onvoldoende werkt. Bij regionale anesthesie kunt u dat zelf aangeven, maar ook bij narcose hoeft u zich geen zorgen te maken. De anesthesioloog en de anesthesiemedewerker houden u gedurende de hele operatie goed in de gaten.
Het beademingsmasker wordt over neus en mond geplaatst. Nadat de patiënt aan de bewakingsmonitoring is aangesloten wordt gestart met een gasmengsel met buitenlucht en 80% zuurstof, of er wordt 100% zuurstof gegeven.
Tijdens de operatie wordt je dus beademd door een toestel en dat gaat via een pijpje in de luchtpijp. Een riskante procedure, waar lang op getraind wordt, voordat je dit zelfstandig mag uitvoeren.
De apparatuur die je in slaap houdt kan slecht functioneren. De anesthesist heeft tijd nodig om uit te zoeken wat er mis loopt. Tijdens het oplossen van een probleem met het anesthesietoestel zou je kunnen wakker worden.
Omdat de huidige narcosemiddelen kortwerkend zijn, word je snel na de operatie weer wakker. De eerste uren na de operatie kan je je nog wat moe en slaperig voelen, maar je weet dan al wel weer waar je bent en wat er gebeurd is. Het kan zijn dat je na de operatie een beetje misselijk bent.
Door verwijding van de interne sluitspier en prostaat kan een van tevoren al minder functionerende sluitspier in de problemen komen en urine doorlaten. Ook kan de sluitspier beschadigd raken. U kunt in de eerste fase na de operatie een verhoogde aandrang voelen. U kunt deze dan moeilijk uitstellen.
Het risico dat men overlijdt ten gevolge van de anesthesie is uiterst klein en hangt eerder samen met de algemene gezondheidstoestand van de patient, de aard van de chirurgie en eventuele complicaties die zich tijdens de operatie voordoen.
Niet iedereen is misselijk na een verdoving of ingreep. Het is wel een frequent probleem. Volgens sommige bronnen voelt 1 op 3 patiënten zich na een ingreep onder verdoving misselijk.