Na bestuiving bewegen de spermacellen in de stuifmeelkorrel door de pollenbuis naar de eicel en versmelten de kern van de spermacel en de kern van de eicel met elkaar. Dit is het moment van bevruchting.
Bestuiving is belangrijk voor de voortplanting van de planten. Stuifmeelkorrels bevatten de mannelijke zaadcellen en deze moeten terecht komen op de stempel van de stamper waar de vrouwelijke eicellen aanwezig zijn. Het vruchtbeginsel is het onderste deel van de stamper van de bloem.
Bestuiving is de overdracht van stuifmeelkorrels vanuit de helmdraad naar de stamper van een bloem. De stuifmeelkorrels bevatten de mannelijke geslachtscellen, in de stamper zitten één of twee eicellen. Door middel van bestuiving komen de mannelijke cellen bij de eicellen en is er een kans op bevruchting.
Zodra de bij rondkruipt in een mannelijke bloem komen er stuifmeelkorrels op de rug. Vol stuifmeel zoekt de bij naar een vrouwelijke bloem, daar zoekt hij ook nectar. Terwijl ze dat doet blijft een deel van het stuifmeel kleven aan de stamper van de vrouwelijke bloem. Dit noemen we bestuiving.
Wordt een eicel bevrucht, dan groeit de eicel uit tot het kiemplantje dat zich bevindt in het zaad van de plant. Als het zaad onder goede omstandigheden in de bodem terecht komt gaat het zaad kiemen. Het kiemplantje zal een worteltje vormen en later in de ontwikkeling komt het steeltje en de blaadjes tevoorschijn.
Het beste kun je een zwangerschapstest doen. HCG (het zwangerschapshormoon) gemaakt door de placenta kan gedetecteerd worden in je urine. Er zijn verschillende testen op de markt, met smileys, plusjes, twee streepjes of met de tekst zwanger/niet zwanger. Zo zie je vaak al binnen enkele minuten of je zwanger bent.
Een bij bezoekt ongeveer 100 bloemen per foerageervlucht. Dit doet hij met een snelheid van maximaal 30 kilometer per uur. Met tien foerageervluchten per dag komt dit neer op 1.000 bloemen.
Als een bloem zichzelf bestuift, dan noemen we dat zelfbestuiving. Komt het stuifmeel terecht op een andere bloem van dezelfde soort, dan is dat kruisbestuiving. Komt het stuifmeel terecht op een bloem van een andere soort, dan is dat geen bestuiving.
Doordat ze telkens stuifmeel ophalen, zorgen ze voor de bestuiving van bloemen en planten. Door de bestuiving kunnen de bloemen en planten zich voortplanten en blijven er genoeg groeien. De bij is niet alleen belangrijk voor het maken van honing, maar voor onze hele natuur.
De meeste appelrassen hebben een bestuiver van een ander ras nodig, maar deze andere boom hoeft er niet direct naast te staan - een afstand tot 100 meter is meestal prima.
Nee dus… Bestuiving wordt door hetzelfde ras gedaan.
Als de stuifmeelkorrels terecht komen op de stempel van de stamper, dan zullen de stuifmeelkorrels de eicellen die in het vruchtbeginsel van de stamper liggen bevruchten. Ook bij planten moet voor bevruchting de kern van de zaadcel versmelten met de kern van de eicel.
Typische bestuiving gebeurt wanneer de ene plant stuifmeel geeft aan een andere plant. Een van de planten moet het mannelijke seksorgaan hebben dat bekend staat als de meeldraad. De andere plant moet het vrouwelijke geslachtsorgaan hebben dat bekend staat als de stamper.
Als de bijen uitsterven, hebben we een enorm probleem, want de meeste soorten groente en fruit die we eten zouden verdwijnen. Ook veel wilde planten zouden uitsterven doordat hun stuifmeel niet meer verspreid wordt door bijen. De bestuiving van granen zou echter niet in gevaar komen, want dat gebeurt door de wind.
De grootste bedreiging waar de wilde bij mee te kampen heeft is gebrek aan voedsel en nestgelegenheid. Dit is een direct gevolg van de intensieve grootschalige landbouw, de verstedelijking en het strakker en efficiënter beheer van ons groen.
Bijen bezoeken bloemen voor hun eigen energievoorziening, maar vooral om voedsel voor hun larven te verzamelen. Min of meer 'per ongeluk' zorgen ze hierbij voor de bestuiving van de bloemen. Over bestuiving is meer te lezen op de pagina Belang van wilde bestuivers.
Bijen zijn vredelievende diertjes die enkel gaan steken als ze zich rechtstreeks bedreigd voelen. Ze zullen alleen steken wanneer je ze vastneemt of wanneer je per ongeluk met blote voeten over hen heen loopt in het gras.
Dat vertelt Marcel Dicke, hoogleraar Insectenkunde aan de Wageningen Universiteit. "Van die honderd planten waarmee we de wereldbevolking voeden, zijn er zo'n 70 tot 75 die bijen nodig hebben voor bestuiving." Bijen zijn echter niet de enigen die planten bestuiven.
Door een bijenhotel op te hangen, help je de bijen om eitjes te kunnen leggen. Een bijenhotel is voorzien van allerlei buizen waar de eitjes in worden gelegd. Tussen elk eitje leggen de bijen een balletje van stuifmeel en nectar. De larven eten hier van als ze uit het eitje komen.
Hoe? Simpel: met een klein kwastje! Hiermee kun je namelijk het stuifmeel van de ene mannelijke bloem voorzichtig opvangen bij de meeldraden, en vervolgens aanbrengen op de stamper van de vrouwtjesbloem.
Hoewel zelfs een zelfbestuivende soort betere en meer vruchten draagt met een bestuiver van een ander ras ernaast. Niet-zelfbestuivende soorten hebben absoluut een bestuiver nodig, maar wel van een ander ras (kruisbestuiving)!
Ook darren kun je wel eens slapend buiten de kast aantreffen. Haalbijen slapen daarbij volgens een dag (wakker) en nacht (slapen) ritme, waarbij ze s 'nachts langere perioden achter elkaar slapen. Thuisbijen hebben zo'n ritme niet. Waarschijnlijk omdat ook hun taken dag en nacht door gaan.
's nachts hebben de bijen net als wij geen idee. bij een zwoele nacht kunnen bijen lang doorvliegen, ( in de zomer is gaan ze door tot het laatste licht, en dat is afhankelijke waar je zit tot laat in de nacht.
Ultraviolet en infrarood kunnen we niet zien. Een bij ziet helemaal geen rood, maar wel ultraviolet. Dus bijen zien bloemen heel anders dan wij. ' Biesmeijer laat een bloem zien zoals de bij die ziet.