Wat gebeurt er met het gezag over mijn kinderen na mijn scheiding? Na uw scheiding of einde geregistreerd partnerschap houdt u allebei het ouderlijk gezag over uw kinderen. U blijft dus beiden verantwoordelijk voor de opvoeding en verzorging van uw kinderen.
Na een scheiding hebben beide ouders recht op omgang met hun kind. En zij hebben de plicht tot omgang met hun kind. Ook het kind houdt recht op omgang met beide ouders. Een ouder met gezag zorgt ervoor dat het kind een goede band heeft met de andere ouder.
Veelal zal dit ook worden toegekend. De hoofdregel is namelijk dat gezamenlijk gezag in het in het belang van het kind is. Conclusie is dat vaders net zoveel recht op gezag hebben als moeders.
De kinderen brengen evenveel tijd door bij elke ouder: de zogenaamde 50/50-regeling. Eén week bij mama, één week bij papa bijvoorbeeld. Of twee dagen mama, drie dagen papa en het weekend bij mama. Om dan de week daarna drie dagen bij papa, twee dagen bij mama en het weekend bij papa te blijven.
Juridisch gezien hebben zowel de biologische vader als de juridische vader (na erkenning) recht op omgang met het kind. Ook als je als biologische vader het kind niet hebt erkend heb je recht op omgang. Dit is wettelijk vastgelegd. De omgang van de ouders met het kind wordt doorgaans vastgelegd in een ouderschapsplan.
Recht op omgang met je kind is dus een wettelijk recht voor vaders. De wet geeft aan dat alleen in uitzonderlijke gevallen dit recht van vader op een omgangsregeling kan komen te vervallen. Moeder kan niet zomaar een omgangsregeling van vader weigeren en het kind weghouden bij vader.
Recht op omgang met je kind is dan ook een wettelijk recht van vaders. Als er sprake is van normale omstandigheden, zou een vader in de gelegenheid moeten worden gesteld om zijn kinderen minimaal om de week een volledig weekend en wekelijks een vaste dag te zien.
Vaak heeft de niet-verzorgende ouder één keer per twee weken omgang. Deze ziet de kinderen meestal ook voor de helft van alle vakanties en feestdagen. In het ouderschapsplan staan in ieder geval de volgende afspraken: hoe de zorg en opvoeding worden verdeeld (ook wel 'zorgregeling' genoemd)
De belangrijkste aanvullende bijdrage voor gescheiden ouders is het kindgebonden budget, waarbij met name de 'alleenstaande-ouderkop' voor alleenstaande ouders een forse bijdrage levert om de kosten van de kinderen te kunnen betalen.
In het geval van co-ouderschap, waarbij beide ouders de helft van de zorg voor de kinderen dragen, wordt een maximale afstand van ongeveer 7 kilometer hemelsbreed als richtlijn genomen. Een grotere afstand maakt het vaak lastig om het co-ouderschap in stand te houden.
Het staat je vrij om co-ouderschap te weigeren, al ben je de vader of de moeder. Als je denkt dat co-ouderschap in jullie situatie niet geschikt is, dan is het altijd goed om dat uit te spreken. Het helpt als je met een ander voorstel komt waarvan je denkt iedereen tegemoet te komen.
50/50 verdeling
Het gaat er dus om dat bij een co-ouderschap verdeling, jullie in gelijke mate (50-50) de zorg en de opvoeding voor de kinderen verdelen. Beide ouders hebben evenveel verantwoordelijk voor de dagelijkse zorg en de kinderen zijn ongeveer evenveel dagen bij iedere ouder.
Een kind mag vanaf zijn 12e verjaardag dus niet zelf kiezen waar hij/zij gaat wonen of hoe vaak hij/zij naar de andere ouder gaat. Pas vanaf het moment dat een kind volwassen is, vanaf zijn/haar 18e verjaardag, mag een kind zelf keuzes maken.
Rechter beslist over verdeling
U probeert samen afspraken te maken over de verdeling en/of verrekening, eventueel met hulp van uw advocaat of een notaris (boedelbeschrijving). Komt u er niet uit, dan kunt u ook de rechtbank vragen om te beslissen over de verdeling en/of verrekening.
Wat valt onder de alimentatie
Als jullie eenmaal een alimentatiebedrag hebben afgesproken of als de hoogte van de alimentatie is vastgesteld door de rechter, dan vallen in principe alle kosten van de kinderen hieronder. Dus eten, drinken, kleding, kosten voor kinderopvang, zwemles, clubjes enz.
In een gemiddeld gezin met twee kinderen en een modaal inkomen kost een kind volgens het NIBUD per maand ongeveer € 400,-. Op basis van het TREMA-rapport komt de alimentatie dan per kind uit op € 140,- per maand. Meestal liggen de bedragen voor kinderalimentatie tussen € 100,- en € 500,- per kind per maand.
Zo is de vader die ouderlijk gezag heeft verplicht om bij te dragen in de zorg en opvoeding over het kind. Hij mag ook meebeslissen bij belangrijke aangelegenheden, zoals het verlenen van toestemming voor het aanvragen van een paspoort of het ondergaan van medische behandelingen.
De biologische moeder heeft door geboorte van het kind automatisch het gezag. De vader of partner krijgt dit niet automatisch. Om als vader of partner het ouderlijk gezag te krijgen, moet u samen een verzoek doen bij de rechter. Dit kan pas als u juridisch ouder bent.
Omgang. De vader heeft recht op omgang met zijn kind, ook als hij het kind niet heeft erkend en/of geen gezag heeft. Alleen de rechter kan de vader het recht op omgang ontzeggen, maar dit kan alleen in uitzonderlijke gevallen. Bijvoorbeeld als de ontwikkeling van het kind zal worden benadeeld door de omgang.
Na een scheiding zijn jullie als ouders verplicht de kosten te betalen voor de verzorging en opvoeding van de kinderen. Bij een co-ouderschap verdelen de ouders de zorg voor de kinderen, praktisch en financieel. De kinderen zijn afwisselend bij de ene en de andere ouder en de kosten worden door beide ouders betaald.
U en uw partner gaan uit elkaar. De ouder bij wie het kind woont krijgt de kinderbijslag. Woont uw kind om beurten bij u en uw ex-partner? Dan heeft u misschien co-ouderschap .
Als je zelf geen of een beperkt inkomen hebt, en jullie gaan scheiden, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met het OCMW in jouw gemeente; zij kunnen je helpen bij het aanvragen van een leefloon en samen met jou op zoek gaan hoe je deze situatie best aan pakt.
Een veelvoorkomende omgangsregeling is dat de kinderen gedurende een weekend om de veertien dagen bij de 'niet-inwonende' ouder verblijven. Vaak zijn de kinderen dan ook gedurende de helft van de schoolvakanties bij deze ouder en worden de feestdagen eerlijk verdeeld.
Omvang omgangsregeling in de praktijk
Anders dan eens wordt gedacht, bestaat er in de praktijk in principe geen 'minimale omgangsregeling'. Dit komt omdat de omvang van de omgang afhangt van alle omstandigheden van het geval.