Normaliter moeten onze spieren continu met ons skelet samenwerken om ons lichaam omhoog te houden. Maar in de ruimte heerst gewichtloosheid!Als de zwaartekracht gedurende een aantal maanden compleet afwezig is, vindt er bot- en spiermassaverlies plaats in het lichaam door onderbenutting.
Door de zwaartekracht moet ons lichaam op aarde een verrassende hoeveelheid werk verrichten, zelfs als je op de bank in één keer een hele tv-serie bekijkt. Maar in de ruimte is die zwaartekracht vrijwel verdwenen, waardoor spieren slap en botten bros (en daardoor breekbaar) worden.
Een astronaut zonder pak zwelt op
Een mens die wordt blootgesteld aan het vacuüm van de ruimte, zal niet meer dan een paar seconden leven, maar ontploft niet. De astronaut zwelt echter wel degelijk merkbaar op, en de ingewanden en organen worden door lichaamsopeningen naar buiten geperst.
In zo'n situatie is het onmogelijk om te overleven. Maar wanneer medische hulp stand-by is en de luchtdruk geleidelijk afneemt, kan een mens het net een minuut in een vacuüm volhouden.
De ruimte buiten de aardse atmosfeer is uiterst vijandig. Er is geen luchtdruk en geen zuurstof om in te ademen. Meteorieten vormen een risico en de temperaturen kunnen extreem zijn.
Doordat er in de ruimte bijna overal een vacuüm is, bestaat er dus geen geluid. Echter, dankzij diverse amusante filmpjes weten we dat de astronauten in het ISS wel degelijk met elkaar en tegen een camera kunnen praten (en zingen).
In de ruimte kan niemand je horen schreeuwen. Dat komt doordat er geen lucht is - de ruimte is een vacuum. Geluidsgolven kunnen zich in een vacuum niet verplaatsen. De 'kosmische ruimte' begint ongeveer 100 km boven de Aarde, waar de lucht rond onze planeet ophoudt.
Het absolute nulpunt of nul Kelvin, is min 273 graden Celsius, de temperatuur waarop atomen in theorie volledig zouden moeten stoppen met bewegen. Met een temperatuur van 100 nanoKelvin zijn de BEC's in het ISS kouder dan de gemiddelde temperatuur in de ruimte, waar het zo'n 3 Kelvin is of -270 graden.
Het ontbreken van de zwaartekracht wordt ook wel gewichtloosheid genoemd. Het lijkt op zweven, op het gevoel dat je krijgt, als je in een achtbaan plotseling naar beneden suist. De astronauten aan boord van het Internationale Ruimtestation zijn in een voortdurende vrije val.
En de maan heeft geen atmosfeer, die de lucht vasthoudt die mensen nodig hebben om te kunnen ademen.
Hoe ruikt de maan dan? “De eerste indruk van die geur was dat het deed denken aan buskruit, al was de geur niet metalig of bijtend. Maar het leek toch nog het meest op buskruit”, zo zegt Harrison 'Jack' Smitt, een astronaut van Apollo 17, die in december 1972 op de maan liep.
De enige reden waarom de astronauten in hun ruimtestation vrij kunnen rondzweven is dat ze samen met hun voertuig om de aarde bewegen (of eigenlijk: vallen en stapjes opzij doen, net als de maan). De astronauten zijn dus niet gewichtloos – dat kan helemaal niet – maar bewegen in vrije val.
Op een hoogte van 500 km boven het aardoppervlak is de luchtweerstand nog nauwelijks voelbaar. Raketten die die hoogte bereiken, blijven dus heel lang rond de aarde draaien. Op die hoogte is de luchtdruk nog ongeveer 1/1.000.000.000 (één miljardste) van de luchtdruk op aarde.
Er zijn verschillende trainingsmachines aan boord van het ISS die de astronauten gebruiken. Er zijn onder andere twee loopbanden, een apparaat voor weerstandsoefening en een fietsmachine (ergometer). Bij alle oefeningen moeten de astronauten zichzelf vastzetten aan de machine, zodat ze niet wegdrijven!
De temperatuur aan het aardoppervlak schommelt globaal rond 15°C en de top van de troposfeer, waar de tropopauze begint, is gemiddeld -56°C koud. De zogenaamde stratosfeer strekt zich uit tussen ongeveer 13 en 50 km hoogte. In deze sfeer bevindt zich de belangrijke ozonlaag.
Kosmische straling bestaat uit kleine geladen deeltjes met een zeer hoge energie. In de lege ruimte kunnen die deeltjes enorme afstanden afleggen, maar als ze de dampkring van de aarde bereiken botsen ze op de daar aanwezige luchtmoleculen.
Astronauten kunnen hun slaapzakken aan een muur of een plafond vastmaken en overal slapen, zolang ze niet rond zweven en ergens tegenaan botsen. Op het internationale ruimtestation ISS slapen de meeste bemanningsleden in hun eigen kleine cabines.
Meestal slapen de astronauten in een soort slaapzakken, die aan de wanden worden vastgezet, of in een soort kastjes. In de ruimte is er geen zwaartekracht, waardoor je niet het gevoel van boven en beneden hebt. Daarom maakt het niet uit of je rechtop of liggend slaapt.
Omdat er geen zwaartekracht die inspanning vereist, worden botten en spieren zwakker. Om fit te blijven moeten astronauten daarom dagelijks een paar uur oefeningen doen. Zo zijn ze bij terugkeer op Aarde sneller hersteld. In een ruimteveer of ruimtestation is er geen boven en beneden.
Op de maan is het altijd heel erg koud
De maan heeft geen atmosfeer en daarmee ook geen bescherming tegen de straling van de zon. In het zonlicht is het er 120°C boven nul. Zonder atmosfeer kan er op de maan ook geen warmte worden vastgehouden. Aan de nachtzijde is het dan ook meteen ijskoud, 170°C onder nul.
Kosmische achtergrondstraling (cosmic microwave background, oftewel CMB) in de ruimte bevat een kleine hoeveelheid energie die nog voortkomt uit de oerknal. Die energie 'warmt' de ruimte op, waardoor het vrijwel nergens kouder is dan ongeveer 3 Kelvin (-270,15 graden Celsius).
De laagste temperatuur die we ooit op aarde hebben gemeten is 89,2 graden Celsius onder nul. Dus -89,2°C. Dat was bij het Vostok Station, een Russisch onderzoekstation op Antarctica.
Helaas blijken we nog steeds geen leven buiten aarde te hebben ontdekt: door magnetische golven in de atmosfeer van de planeet is er een gek geluid te horen. Voor de maan gaat die verklaring niet op, de maan heeft geen atmosfeer.
Een astronaut op ruimtewandeling hoort niets, omdat het geluid nergens naartoe kan. Er is niets waardoor de geluidsgolven zich kunnen voortplanten. Een meteoriet raakt de capsule met hoge snelheid. In de capsule kan het geluid zich voortplanten door de lucht.
Als er niet genoeg zuurstof in je lichaam komt, heb je het benauwd. Dat kan bijvoorbeeld aan je longen liggen, maar ook aan je hart. Je kunt in bepaalde gevallen ook alleen het gevoel hebben dat je niet genoeg lucht krijgt, bijvoorbeeld tijdens een paniekaanval.