Soms heb je een donsachtige beharing op je gezicht, armen, borst en rug. Problemen met hart- en bloedvaten. Je kunt daardoor last hebben van beven, wazig zien, duizeligheid, hartkloppingen en hartritmestoornissen en zelfs een hartstilstand. Na verloop van tijd kunnen botafbraak, oedeem en spierzwakte optreden.
Met anorexia raak je uiteindelijk ernstig ondervoed en dat heeft grote gevolgen voor het lichaam. Denk aan extreme uitputting, huidproblemen, botontkalking, onvruchtbaarheid, hartritmestoornissen en een lage lichaamstemperatuur. Door ondervoeding en braken kan er een tekort ontstaan aan kalium.
We speken van anorexia als iemand consequent het lichaamsgewicht op of onder de 85% houdt van het gewicht dat normaal verwacht mag worden. Bij volwassenen komt dit neer op een Body Mass Index (BMI) van maximaal 17,5.
Tussen de 5 en 10% van de patiënten overlijdt aan de gevolgen van deze ziektes (door slechte lichamelijk conditie of suïcide). Van alle psychiatrische ziekten overlijden de meeste mensen aan Anorexia Nervosa. De ziektes duren gemiddeld 6-7 jaar, met een spreiding van een half jaar tot een tiental jaren.
Iemand met anorexia nervosa kent net zoals iedereen het 'hongergevoel', maar onderdrukt dit gevoel op verschillende manieren. Het verlangen om mager te zijn overheerst bij iemand met anorexia nervosa. Tevens speelt er een angst om 'dik' te zijn of te worden.
Tijdens de gewichtshandhaving voor kinderen en adolescenten moet de energie-inname 40-60 kcal/kg/dag zijn. Deze adviezen worden gegeven voor patiënten met anorexia nervosa met ondergewicht.
In principe kun je twee maanden in leven blijven zonder te eten. Maar daarmee is ook alles gezegd, want goed zul je je niet voelen. Zodra je niet meer eet slaan de vermoeidheid en duizeligheid al snel toe.
Een BMI van 17,5 of minder wordt gezien als ernstig ondergewicht. Een BMI van 16 of minder is extreem schadelijk, de organen kunnen dan stoppen met functioneren. Medisch ingrijpen is dan noodzakelijk wanneer men zelf niet genoeg kan eten.
Er werd gekeken naar verbanden tussen BMI en sterfgevallen met verschillende oorzaken. Mensen van alle leeftijden met ondergewicht (een BMI van 18,5 of lager) bleken 1,8 keer zo veel kans op overlijden te hebben als mensen met een gezond gewicht (een BMI tussen 18,5 en 25,9).
Anorexia nervosa
Met anorexia heb je geen goed beeld van je eigen lichaam: je vindt jezelf te dik, maar je bent heel erg mager. Je hebt wel eetlust, maar die negeer je het grootste deel van de tijd. Je lichaam luistert niet naar signalen van honger, of voelt geen honger meer.
Er worden 2 types anorexia onderscheiden: het beperkende type en het purgerende type. Bij het beperkende type anorexia ligt de nadruk op het onder controle houden van het gewicht door (te) weinig te eten en overmatig te sporten. Het purgerende type staat ook wel bekend als het gemengde type.
Als je anorexia nervosa hebt, is eten een obsessie voor je. Je eetpatroon is volledig in de war. Misschien eet je helemaal niet, of heb je juist last van eetbuien en probeer je het voedsel dat je binnenkrijgt er zo snel mogelijk weer uit te krijgen. Dat kan door overgeven, laxeermiddelen, plaspillen of een klysma.
Bij anorexia vermager je meestal, terwijl je gewicht bij boulimia dikwijls niet veel verandert. Bij boulimia wisselen diëten, eetbuien en braken of laxeren elkaar af. Tijdens een eetbui eet je in een korte tijd overmatig veel. Hierna voel je je vaak schuldig.
Je dikke darm heeft voedingsvezels nodig om goed te kunnen functioneren. Als je onvoldoende voedingsvezels eet kan dat leiden tot darmklachten zoals winderigheid, harde ontlasting en een opgeblazen gevoel. Ook kun je last krijgen van verstopping of juist van diarree.
Anorexia is een psychische stoornis die niet van de één op de andere dag ontstaat. Vaak begint het onschuldig: iemand wil een paar kilo kwijt en gaat daarom lijnen of laat het lekkers staan. Een eetprobleem sluipt er vervolgens stilletjes in. Ook kan anorexia nervosa ontstaan vanuit psychische problemen.
Er zijn geen medicijnen die je kunnen genezen van anorexia. Medicijnen zullen daarom alleen ingezet worden als ondersteuning van therapieën en andere behandelingen. Als je naast anorexia nog een andere ziekte hebt die je behandeling moeilijker maakt, dan kun je medicijnen krijgen tegen deze bijkomende ziekte.
Veel mensen omschrijven de eetbui als een 'roes' waar ze in zitten. Het eten kan zo snel naar binnen gaan dat het helemaal niet meer uitmaakt wat je eet, en ook niet of het lekker is, want zelfs de smaakpapillen worden beïnvloed door deze eetstoornissen.
Aangezien 1 kilo circa gelijk staat aan 7700 calorieën (kcal) zou je in theorie een calorietekort van 7700 calorieën moeten creëren om 1 kilo af te vallen. Als je bijvoorbeeld iedere dag 500 calorieën minder eet dan dat je verbrandt, val je in theorie ongeveer 1 kilo af per twee weken (want 7700/500 is 15.4 dagen).
Voor het vaststellen van ondervoeding wordt voor volwassenen tot 70 jaar een BMI grens van minder dan 20 en voor 70 jaar en ouder een BMI grens van minder dan 22 gehanteerd, in combinatie met een tekort aan voedingsstoffen of ziekte.
Je wisselt eetbuien en te weinig eten af
Aan de ene kant eet je veel te weinig en aan de andere kant heb je ongecontroleerde eetbuien. In een korte tijd werk je een grote hoeveelheid voedsel naar binnen. Vervolgens voel je je vaak schuldig en wil je al die calorieën weer kwijt.
Drink geen calorieën (vooral uit sappen en met suiker gezoete dranken). Eet wanneer je honger hebt totdat je comfortabel vol zit. Verhonger jezelf niet maar prop jezelf ook niet helemaal vol. Vermijd zitten zoveel je kunt.