Een insulinoom maakt extra insuline aan. Teveel insuline veroorzaakt een lage bloedsuikerspiegel, de medische term daarvoor is hypoglykemie. Hierdoor wordt te veel suiker opgeslagen en is er minder suiker beschikbaar als brandstof om je spieren en organen te laten functioneren.
Mensen met diabetes hebben een tekort aan de natuurlijke variant, die het lichaam zelf aanmaakt. Voor mensen zonder suikerziekte is een extra dosis insuline gevaarlijk.Voor ouderen kan het dodelijk zijn. Als een patiënt overlijdt dan bekijkt een arts of de doodsoorzaak verdacht is.
Het nodige aantal eenheden insuline varieert van persoon tot persoon (8 tot 200 eenheden). Meestal begin je met het inspuiten van 10 eenheden insuline 's avonds.In samenspraak met je arts kun je dan zelf de dosis verhogen, bijvoorbeeld om de drie dagen.
Als de bloedsuiker niet gereguleerd kan worden door insuline, blijft er te veel glucose in het bloed achter. Dit veroorzaakt naast een hoge bloedsuikerspiegel ook al snel overgewicht. In combinatie met een verhoogd cholesterolgehalte en een hoge bloeddruk, kan een patiënt gaan lijden aan het metabool syndroom.
Omdat een grote hoeveelheid insuline op een plek pijnlijker is bij spuiten en langzamer in het bloed wordt opgenomen wordt vaak een maximum van 50 eenheden per injectie aangeraden. Een hoge dosis zal dan over meerdere injecties per dag verdeeld moeten worden.
Waar nooit geïnjecteerd mag worden: - In een geopereerde buik of been. - Door vocht gezwollen injectiegebied of trombosegebied. - Lipodystrofie b.v. lipohypertrofie (verdikking van het onderhuids vetweefsel) of lipoatrofie ( putjes in het onderhuids vetweefsel).
2 staat voor: elke 2 uur uw glucose meten en zo nodig bijspuiten met kortwerkende insuline. 4 staat voor: bij glucosewaarden tussen 15 – 20: 4 eh snelwerkende insuline bijspuiten. 6 staat voor: bij glucosewaarden boven 20: 6 eh snelwerkende insuline bijspuiten.
Na een maaltijd stijgt de bloedglucose, en dat stimuleert bij gezonde mensen de afgifte van insuline. Insuline zorgt er voor dat glucose wordt vervoerd naar de cellen, en dat de cellen open gaan, zodat glucose naar binnen kan om te worden verbrand tot energie.
De lever haalt een groot deel van de glucose uit het bloed en zet deze om in glycogeen en hiervoor is insuline nodig. Als je lang niets eet, kan je lichaam glycogeen weer omzetten in glucose (suiker), zodat je bloedsuiker niet verder daalt.
Onder de 7,8 mmol/l - geen diabetes. Tussen de 7,8 en 11 mmol/l - geen oordeel mogelijk. Boven de 11 mmol/l - diabetes.
Door op de juiste plek en correct te injecteren, werkt u aan een goede glucosewaarde in het bloed. Als insuline verkeerd of in een verkeerde dosering geïnjecteerd wordt, kunnen er complicaties ontstaan zoals te hoge (hyper) en te lage (hypo) glucosewaarden.
De spieren (je stofwisseling) kan energie halen uit verbranding van suiker (glucose) of uit verbranding van lichaamsvet. Insuline maakt vetverbranding haast onmogelijk dus zal je niet afvallen en het buikvet blijft zitten waar het zit.
Insuline is een hormoon dat niet alleen je bloedsuiker verlaagt, maar ook de vetopslag in je lichaam stimuleert. Als je insuline moet spuiten, of als je insuline-resistent bent, dan kan het voorkomen dat er te veel of te lang insuline in het bloed circuleert. Hierdoor kun je in gewicht toenemen.
Als je bloedsuikerspiegel vaak te laag is (hypo's) kan dat schade aan je zenuwstelsel opleveren. Daardoor heb je bijvoorbeeld vaker last van hoofdpijn, duizeligheid of bewustzijnsverlies. Een langdurig teveel aan glucose in je bloed (hypers) kan je bloedvaten beschadigen.
Met een bloedtest of orale glucosetolerantietest kun je uitsluiten of je insulineresistent bent. Mensen met insulineresistentie kunnen de volgende symptomen ondervinden: Futloosheid. Extra vetopslag in de buikstreek.
Dit kunt u merken aan veel jeuk, door ontstekingen, hoofdpijn, zwakker voelen en minder spierkracht hebben, moeite met ademen, uitdrogingsverschijnselen en braken. Wordt de bloedsuikerwaarde echt veel te hoog, dan kunt u flauwvallen, bewusteloos raken of zelfs in een coma raken en overlijden.
Een te hoge bloedsuiker is niet direct gevaarlijk voor je gezondheid, maar kan op de lange termijn veel schade aanrichten. Komt je bloedsuiker op nuchtere maag boven 6,9 mmol/l en op niet nuchtere maag boven 11 mmol/l? Dan kan het gevaarlijk worden en heb je waarschijnlijk diabetes type 2.
Veel water drinken is een van de beste manieren om je bloedsuikerspiegel in toom te houden. Water helpt om het teveel aan suiker uit je lichaam te spoelen en kan ook helpen om de stofwisseling van je lichaam te reguleren. Streef ernaar minstens 8-10 glazen water per dag te drinken om goed gehydrateerd te blijven.
Cafeïne zorgt ervoor dat je lichaam minder goed de suikers in het ontbijt kan verdragen. Je bloedsuikerspiegel stijgt na je ontbijt met wel 50% meer wanneer je daarvoor cafeïne nuttigt1. “Je bloedsuikerspiegel stijgt na je ontbijt met wel 50% meer wanneer je daarvoor cafeïne nuttigt.”
Insuline is een hormoon dat ervoor zorgt dat uw lichaam glucose kan opnemen in de cellen. Insuline wordt gemaakt door speciale cellen in de alvleesklier. Als u te weinig insuline aanmaakt, komt de glucose niet in uw lichaamscellen.Daardoor blijft er te veel glucose (suiker) in uw bloed.
Wolbrink: 'Mensen vinden het vaak raar dat hun bloedsuiker 's nachts stijgt. Ze gaan naar bed met een waarde van 8 en worden wakker met een waarde van 10. Dat kan komen doordat je lichaam 's nachts ongevoelig kan zijn voor insuline. Hierdoor lopen de glucosewaarden op, ook al eet je niets.
Als de vaste inspuittijd, 's avonds voor het slapen gaan is en men is dit vergeten te spuiten, dan kan men de volgende ochtend de langwerkende insuline alsnog inspuiten maar dan wel de halve dosis.
Als je insuline te ondiep injecteert, kan de opname vertraagd worden en zijn de lichamelijke reacties op de insuline meer onvoorspelbaar.