De maan draait om de aarde en trekt het water op aarde naar zich toe. Daardoor ontstaat vloed. De aarde draait langzaam rond, waardoor de maan steeds een ander stuk water naar zich toetrekt. Als het water niet wordt aangetrokken door de maan, dan wordt het eb.
Eb en vloed worden hoofdzakelijk veroorzaakt door aantrekkingskracht van de maan. De zwaartekracht van de maan (en die van de zon in mindere mate) trekt aan de aarde, maar ook aan het water van de aarde. Hierdoor verplaatst het water naar de maankant van de aarde. Het is daar dan vloed.
Per dag is het twee keer eb en twee keer vloed. Als het water daalt tot het laagste niveau, dan is het laagwater en eb. Als het water is gestegen tot het hoogste niveau, dan is het hoogwater en vloed. Bij springtij staat het water nog hoger, omdat dan de aarde en maan maar ook de zon op één lijn staan.
Het ritme van het getij
Eén cyclus van eb en vloed duurt 12 uur en 25 minuten. We hebben dus op 1 dag bijna 2 keer hoog en laag water (twee keer per 24 uur en 50 minuten). Doordat deze cyclus geen 24 uur maar 50 minuten langer duurt zal het dus ook elke dag anders zijn.
Muien of Zwinnen. Bij vloed komt het zeewater over de zandbanken richting het strand. Het door de vloed achtergelaten water moet bij eb ook weer terug richting zee. Dit gebeurt via een geul of kuil tussen twee zandbanken in,die een mui wordt genoemd(Zie video).
Om het vloed of eb te laten worden in de Middellandse zee moet er veel water uit de Atlantische oceaan langs Gibraltar stromen. De doorgang is tamelijk smal. Er is geen andere toegang. Er kan niet voldoende water langs stromen om om het zee niveau flink te laten dalen of stijgen.
De aarde draait om haar eigen as en om de zon heen. Daardoor is de plek waar de maan het sterkst aan het water trekt telkens verschillend. Het water gaat dus steeds een andere kant op, waardoor hoog- en laagwater elkaar afwisselen. Dit noemen we eb en vloed of ook wel astronomisch getij.
Aan de Bay of Fundy zijn de grootste getijdeverschillen ter wereld te zien. Het verschil tussen eb en vloed is daar gemiddeld 15 meter en het grootst gemeten verschil ooit is maar liefst 21,6 (!) meter. Tijdens een 12 uur durende getijdswitch stroomt er ongeveer 115 miljard water in en uit de baai.
Het stijgen van de zeespiegel wordt vloed genoemd. Wanneer het water op zijn hoogst is, noemen we dit hoogwater.Het dalen van de zeespiegel wordt eb genoemd. Wanneer het water op zijn laagst is, noemen we dit laagwater.
Springtij komt twee keer per maand voor. Zeven dagen na volle maan of nieuwe maan staan de zon en de maan haaks op elkaar. De krachten van de hemellichamen werken elkaar dan tegen. Dit noemen we doodtij: tijdens hoogwater stijgt het water niet zoveel, tijdens laagwater zakt het water niet zoveel.
Het tijdsverschil tussen het begin van de ene vloed en het begin van de daaropvolgende vloed is gemiddeld 12 uur en 25 minuten. Bij volle maan en nieuwe maan zijn de getijkrachten sterker. Als gevolg daarvan komt het hoogwater in de dagen direct daarna sneller op en bereikt een hogere stand.
Eb is een fase van het getij waarbij het zeewater daalt of afgaat. De fase van opkomend of rijzend water heet vloed.
De Maan verwijdert zich inderdaad langzaam van de Aarde. Dit komt door de getijdenkrachten, die ook eb en vloed veroorzaken. Het enige gevolg hiervan is echter dat de maand steeds langer duurt. Je hoeft je dus geen zorgen te maken, en je weet nu meteen waarom je er zo weinig over leest.
Bij een eb- en vloedbodem wordt de grond geëgaliseerd en voorzien van een waterdichte laag folie. Hierop komen drainagebuizen te liggen en deze worden bedekt met een laag vocht doorlatend zand en een toplaag. Naast de bak wordt een niveauregelput ingegraven, die wordt aangesloten op het waterleidingsysteem.
Dat komt omdat de aarde en de maan samen om elkaar heen draaien. Daarbij wordt het water aan de andere kant van de aarde naar buiten geslingerd. Vergelijk het met een emmer water die je ronddraait. Het water wil naar buiten, als in een centrifuge, en zo hebben we dus 2 keer per etmaal vloed en twee maal eb.
De periode van het stijgen van het water heet vloed of opkomend tij, die van het dalen eb of afgaand tij. De maximale waterhoogte heet hoogwater of hoogtij, de minimale hoogte laagwater of laagtij.
Embed. De maan trekt met haar zwaartekracht het water naar zich toe. Als de Noordzee aan de kant van de maan staat, dan is het daar vloed. Ook aan precies de andere kant van de wereld is het dan vloed, door draaien van de aarde.
Het verschil tussen hoog- en laagwater bedraagt aan de Belgische zo'n 4 à 5 m. Aan de Nederlandse kust - afhankelijk van de locatie zo'n 1.5 à 4 m. Bij springtij en hevige storm komt het water nog iets verder op het strand. Je dient altijd rekening te houden met het getij.
Getijdenrivieren zoals de Maas en de Waal in Nederland, of de Yangtze en de Amazone, worden aan de zeezijden gedomineerd door de interacties van eb en vloed met de uitmondende rivier.
De Fundybaai in het zuidoosten van Canada is een unieke combinatie tussen dier en natuur. Je vindt er de grootste draaikolk, wat al zeer bijzonder is, plus je vindt hier de grootste samenscholing van walvissen.
De getijbeweging ontstaat door de aantrekkingskracht van de maan en de zon op het water op aarde. De maan (en in mindere mate de zon) trekken als het ware aan het water, waardoor het water in de zeeën een bepaalde kant op beweegt.
In Bretagne is Saint-Malo de plek waar het getijdenverschil het grootst is. Om zoveel mogelijk van het schouwspel mee te krijgen, kun je het best een plekje zoeken op de vestingmuren bij Fort à la Reine, tegenover het Fort National, dat op een eiland in zee ligt.
In Turkije hebben we bijvoorbeeld geen stroming of eb & vloed, hierdoor is er dus niet veel meer kennis nodig dan het zeilen op de binnen wateren in Nederland.
Satellieten meten dat de oceanen gemiddeld inmiddels met 5 millimeter per jaar omhoog komen. De stijging langs de Nederlandse kust zal op termijn in de buurt. ' van dat wereldgemiddelde komen – dat voor de rest van deze eeuw alleen nog maar verder zal versnellen.
In de Middellandse Zee zijn er nauwelijks merkbare getijverschillen, omdat het een door landmassa's omsloten water is.