Waarom is plas ophouden gevaarlijk? Naast een overactieve blaas kan langdurig de plas ophouden op termijn leiden tot blaasontstekingen en nierproblemen. Blaasontstekingen ontstaan doordat bacteriën uit de darmen in de blaas terechtkomen. In stilstaande plas kunnen de bacteriën zich razendsnel delen.
Gemiddeld gaan mensen zes tot acht keer per dag naar het toilet. "Dat is normaal, met ongeveer drie uur pauze tussen elke plas", vertelt John Heesakkers, uroloog van het Radboud UMC in Nijmegen en bestuurslid van Continentie Stichting Nederland. Met vier uur ertussen, wordt het lastiger.
Als de blaas vol is en geen nieuwe urine meer kan ophouden, ontstaat er soms ongewild urineverlies. De blaas verliest dan af en toe kleine hoeveelheden plas. Langere tijd niet kunnen plassen kan ook leiden tot een urineweginfectie, als er urine achterblijft in de blaas. Retentie betekent 'ophouding'.
Raadpleeg dringend een arts als je niet meer kunt plassen, want een spoedige behandeling is nodig. Bij chronische urineretentie moet verder onderzoek gebeuren. De arts zoekt naar de onderliggende oorzaak en bepaalt een eventuele behandeling.
Incontinentie en nierstenen
Verder kun je van je plas ophouden urine-infecties krijgen en kun je er incontinent van worden. Ook nierstenen en een uitgerekte blaas kunnen mogelijke gevolgen zijn van te lang of vaak je plas ophouden. Gewoon op tijd je blaas legen dus, dan is er niks aan de hand.
Chronische retentie is doorgaans pijnloos.Het kan leiden tot recidiverende infecties, incontinentie, overactieve blaas en beschadiging van de m.detrusor.
Symptomen bij urineretentie
Buikpijn, • Pijnlijke zwelling in de onderbuik, • Niet of druppelsgewijs plassen, • Ongewild urineverlies, • Slappe urinestraal, • Vaak kleine beetjes plassen, • Snel een terugkerende aandrang om te plassen.
Hoe meer je je bekkenbodem ontspant, hoe gemakkelijker de urine uit je blaas komt. Neem de tijd om je blaas volledig leeg te maken. Tracht niet te persen. Door mee te persen krijg je meer druk rond de plasbuis, waardoor de doorgang van urine moeilijker wordt.
Problemen met plassen zijn bijvoorbeeld vaker plassen, een zwakkere straal en nadruppelen. Genoeg bewegen en minder drinken helpen vaak. Oefeningen voor de bekkenbodem kunnen helpen. Ook kunt u oefenen om het plassen uit te stellen.
Normaal gesproken plassen we per 24 uur ongeveer zes á zeven keer, waarvan soms één keer 's nachts. Als u vaker moet plassen – misschien wel ieder uur- dan spreken we van een overactieve blaas.
Elke dag produceren de nieren 180 liter voorurine, waar maar 1,5 liter urine van overblijft. Dit komt vooral omdat 99 procent van het water in de voorurine geresorbeerd wordt. Van een glas water dat je nu drinkt, zal de helft over iets meer dan een week je lichaam verlaten hebben.
“Dat verschilt van persoon tot persoon. Bij de een begint de blaas al na honderdvijftig milliliter te piepen, bij de ander gaat er zevenhonderd milliliter in. Sommige mensen moeten daardoor acht keer per dag plassen, anderen maar twee keer.”
Bij volwassenen varieert de blaasinhoud van 350 tot 500 milliliter. Als deze hoeveelheid urine in de blaas zit, krijgt u meestal het gevoel dat u moet plassen. U reageert op deze aandrang door de blaas te legen.
Steeds mindere straal. De urine komt niet meteen als je wilt plassen. Het gevoel dat je blaas niet leeg is. Vaak moeten plassen.
De normale blaasinhoud bij volwassenen varieert van 200 tot 500 ml. Als uw blaas vol is, krijgt u aandrang om te gaan plassen. Het is normaal om overdag 5 tot 7 keer te plassen en 's nachts 0 tot 1 keer.
Je blaas kan knappen als je je plas te lang ophoudt
De blaas kan daardoor namelijk te veel uittrekken en zijn knijpkracht verliezen. Dit kan het uitplassen bemoeilijken. Verder kan de druk in je blaas oplopen en dit kan weer een nierbeschadiging tot gevolg hebben. Dit is niet waar, je blaas is een rekbaar orgaan.
Beperk het drinken van prikkelende dranken
Denk aan cafeïnehoudende substanties zoals koffie, thee of cola. Ook alcohol is niet de beste vriend van uw blaas. Al deze dranken irriteren uw blaas, waardoor deze sneller van de inhoud af wil dan eigenlijk nodig is.
Drink water en kruidenthee
Het Voedingscentrum adviseert volwassenen om per dag 1,5 tot 2 liter vocht te drinken. Drink je te weinig water (of kruidenthee), dan kan je urine geconcentreerd raken en je blaas irriteren. Dat zorgt ervoor dat je vaker naar het toilet moet.
Om genoeg te kunnen plassen, moet je goed drinken: 1 tot 1.5 liter per dag (7 à 8 bekers per dag). Je drinken goed verdelen over de dag is belangrijk om goed te kunnen plassen. Het helpt om op vaste momenten tijdens de dag te drinken.
Urineretentie wordt omschreven als het onvermogen om de blaas volledig of gedeeltelijk te legen. Retentie betekent vasthouden. Als u last heeft van urineretentie, kunt u misschien niet beginnen met plassen. Of als u wel kunt beginnen met plassen, bent u misschien niet in staat om uw blaas helemaal te legen.
Oorzaken van problemen met plassen bij vrouwen zijn bijvoorbeeld zwangerschap, blaasontsteking of een overactieve blaas. Bij mannen zijn dit problemen als een blaasontsteking of een overactieve blaas. Een overactieve blaas is wanneer u telkens opeens heel nodig moet plassen. Dan gaat u ook heel vaak naar de wc.
Medicijnen. Uw arts kan u medicijnen voorschrijven om de symptomen van uw urineretentie onder controle te krijgen. Sommige van deze medicijnen werken op de spieren die voor het plassen nodig zijn, andere op het wegnemen van de obstructie.
Als er geen urine meer in de opvangzak loopt, controleert u de volgende dingen: Zit er een knik in de katheter en/of opvangzak?Zit uw broek te strak waardoor de slang afgekneld wordt en de urine niet kan weglopen?Hangt de opvangzak wel lager dan uw blaas?
Antwoord: Al het vocht dat er in gaat gaat er ook ooit uit. Een volwassene heeft gemiddeld 1,5 tot 2 liter per dag aan vocht nodig in de vorm van dranken. Dan gaat het langzaam er via een paar manieren er weer uit: ongeveer 1.400 milliliter plas je er uit.
Normaal gesproken is je urine helder en licht- of felgeel van kleur, maar door een onderliggende aandoening, veranderingen in je eetpatroon of medicijngebruik kan de kleur veranderen.