De auto zal op de startmotor in beweging komen en de verbrandingsmotor zal de beweging overnemen. Gefeliciteerd, je eerste meters zonder koppelingspedaal zitten erop. Tot stilstand komen is ook eenvoudig: haal de auto uit z'n versnelling en laat hem tot stilstand uitrollen.
Met koppeling ingetrapt, heeft de startmotor het wat gemakkelijker (kan vooral helpen als je accu wat minder is/wordt) > Je kunt langer 'doorstarten' als je de koppeling intrapt bij het starten waardoor de kans dat de auto aanslaat voordat de accu het niet meer trekt groter is.
Een versleten koppeling voert zijn functie niet goed meer uit waardoor de versnellingsbak en de motor te dicht bij elkaar kunnen komen en langs elkaar gaan 'slippen'.
Tussengas: daarom!
Simpel, een toefje tussengas! Precies tijdens het intrappen van de koppeling (en dus tijdens het inleggen van een lagere versnelling) trap je kort het gaspedaal in om het toerental van de motor te laten stijgen en het schokje is weg. Zo simpel is het.
Bij neerschakelen kun je het bij wijze van tussengas (mits met een beheerste gasvoet) eventueel wel doen, dus wat gas blijven geven of zelfs juist wat gas beginnen te geven tijdens het neerschakelen, omdat het snelheidsverschil tussen de motor en de versnellingsbak bij het weer op laten komen van de koppeling in de ...
Dubbel koppelen doe je bij het schakelen met de handbak. Je drukt de koppeling in, haalt de versnellingspook uit de versnelling, laat de koppeling even opkomen en trapt hem daarna weer in om de versnellingsbak in de volgende versnelling te zetten. Voor één schakelbeweging gebruik je dus twee keer de koppeling.
De conclusie is: een versnelling overslaan is geen enkel probleem, als je de juiste mechanische sympathie toepast. Heb respect voor de mechanische delen en hun werking en je kunt gerust van z'n twee naar z'n vier en andersom.
Van 5e naar 2e is quasi onmogelijk om foutloos te schakelen, behalve als je hard remt en stevig tussengas geeft.
Aangezien de motor al bijna in de toerenbegrenzer zit voor het overschakelen, schiet het blok direct naar toerentallen die de motor niet zonder schade kan verwerken. Onder autoliefhebbers heet zo'n motorschade veroorzakende schakelfout een 'money shift'.
De kosten voor het vervangen van de koppeling liggen tussen de 300 tot 800 euro. Tijdens het vervangen gaan wij aan de slag met de koppeling, de koppelingsplaten en de drukgroep van het merk LuK. Wanneer een koppeling wordt vervangen, is het vaak ook zo dat de transmissie olie ververst moet worden.
Tip van de Wegenwacht: rijd niet met een slippende koppeling. Dat wil zeggen: laat nooit de koppeling erg langzaam opkomen of maar half opkomen. Daarvan slijt de koppelingsplaat zeer snel – dat is een dure reparatie – en het kan op vakantie zelfs voor paniek zorgen!
Als u ontkoppelt, belast u de drukgroep, de lagers van de drukgroep, de drukvingers van de koppeling. Wanneer deze slijtage vertonen kan uw auto een ander geluid geven – bijvoorbeeld een gierend geluid – bij het ontkoppelen.
Optrekken zonder koppeling is bijzonder eenvoudig. Zorg dat de motor niet draait en zet de bak in z'n eerste versnelling. Kijk of de weg vóór je vrij is en start de motor (de koppeling hoef je dus niet in te drukken). De auto zal op de startmotor in beweging komen en de verbrandingsmotor zal de beweging overnemen.
Ga een keertje naar een verlaten plek/parkeerplaats waar je niemand tot last bent. En dan laat je heel erg langzaam de koppeling opkomen. Als de auto begint te bibberen hou je de koppeling vast, dus even niet verder laten opkomen. Als de auto dan niet meer bibbert kun je de koppeling langzaam los laten.
Inderdaad, als je terugschakelt door een versnelling over te slaan en het toerental loopt te hoog op, ligt het risico op de loer dat je motor kapotgaat. Het is daarom het verstandigst om altijd in de juiste volgorde te schakelen, soepel en zonder haast.
Een grotere bocht naar links op een kruispunt met verkeerslichten neem je vaak met een hogere snelheid. Daar ligt je snelheid dan rond de 30 kilometer per uur. Dat betekent dus dat je met de meeste auto's de kleine bochten in de tweede versnelling neemt, en de grotere bochten naar links kunnen in de derde.
In 50 km/h-zone max in 3e versnelling
Welke versnelling het meest geschikt is als je 50 km/h rijdt hangt af van de grootte van je motor, maar in veel auto's is het mogelijk om 50 km/h in de derde versnelling te rijden zonder te veel toeren te maken.
Terugschakelen naar een lagere versnelling zal de snelheid van je wagen meteen doen afnemen, al is het aangewezen om ook even de rempedaal te gebruiken. Dat zorgt voor extra remkracht én het is een stuk veiliger. Je achterligger merkt op die manier namelijk aan je remlichten dat je gaat vertragen.
Regel 2: Geef eerst een beetje gas en laat het koppelingspedaal een beetje op komen, daarna geeft u meer gas en laat u het koppelingspedaal meer los en dit blijft u herhalen totdat de koppelingspedaal helemaal los is. Tussen 2000 en 2500 toeren herhalen we de handelingen om naar de 3e versnelling door te schakelen.
De volgende defecten zullen ervoor zorgen dat een versnellingsbak kapot gaat en niet meer goed te gebruiken is: Versleten tandwielen (kapotte of afgesleten tanden) Versleten afstandsringen. Kapotte lagers.
Als leidraad kun je aanhouden.
Wegrijden 0 tot 20 km/h in zijn 1 vanaf 20 km/h tot 35 in de 2 vanaf 35 tot 50 km/h in zijn 3 vanaf 50 tot 80 km/h in zijn 4 vanaf 80 tot 120 in zijn 5 constante snelheid vanaf 90 in zijn 6 let op!
Bij snelheden lager dan 70 km/h ga je naar de 4e versnelling. Lager dan 50 km/h naar de 3e versnelling, lager dan 30 km/h naar de 2e versnelling, en als je stapvoets moet rijden, ga je naar de 1e versnelling. Als je bijv. 100 km/h rijdt, en je gaat terug naar 50 km/h, zul je dus de 3e versnelling kiezen.
Gewenste versnelling Rijd in de 4de versnelling de snelweg op. In de 4de versnelling kan de auto meer kracht leveren als je in een korte tijd sneller moet gaan rijden. Schakel op de eerste rijstrook van de snelweg door naar de 5de versnelling als je tegen de 100 kilometer per uur rijdt.