Het hart stopt met kloppen en pompt geen bloed meer rond. Het is in feite een circulatiestilstand. Daardoor krijgen de organen geen bloed en dus ook geen zuurstof meer. Je raakt bewusteloos.
1 jaar na de hartstilstand heeft ongeveer de helft nog last van vermoeidheidsklachten en ongeveer 30% heeft emotionele problemen. veel mensen kunnen na verloop van tijd hun werk weer hervatten. 1 jaar later is ruim 70% weer aan het werk, waarvan een deel wel minder uren werkt.
In de media verschijnen regelmatig berichten dat jonge mensen plotseling overlijden, bijvoorbeeld tijdens het sporten. Het lijkt vaak voor te komen, maar in werkelijkheid is het erg zeldzaam dat mensen onder de 45 een acute hartstilstand krijgen.
Signalen en symptomen van plotselinge hartstilstand. Het eerste en vaak enige symptoom van plotselinge hartstilstand is bewustzijnsverlies (flauwvallen) als gevolg van een tekort van bloed naar de hersenen. Op dat moment is er ook geen hart- of polsslag te voelen.
Door een hartstilstand stopt de bloedsomloop, waardoor hersenletsel kan optreden. Hersenletsel ontstaat al binnen een paar minuten nadat de bloedsomloop is gestopt. Er wordt dan geen zuurstof meer naar de hersenen getransporteerd. Hierdoor sterven lichaamscellen af en kunnen organen onherstelbaar beschadigd raken.
De overlevingskansen tijdens een hartstilstand zijn klein. Onacceptabel klein. Gemiddeld overleeft maar 10% van de mensen een hartstilstand. Toch zijn de overlevingskansen in sommige gebieden bijna 30% en soms zelfs wel 50%.
Zonder een tijdige reanimatie kan een omkeerbare hartstilstand in enkele minuten tot een onomkeerbare hersendood leiden. Tijdige reanimatie kan in veel gevallen de pompfunctie van het hart herstellen zonder ernstige schade aan de hersenen.
Een hartstilstand wordt veroorzaakt door ritmestoornissen in de hartkamer, kamerfibrilleren. Om ernstige gevolgen te voorkomen, moeten mensen met een groot risico op deze ritmestoornissen op tijd behandeling krijgen. Dit kunnen medicijnen zijn of een ICD, die het hart een schok toedient als de ritmestoornis optreedt.
Hevige of langdurige stress is een risicofactor voor hart- en vaatproblemen, zoals slagaderverkalking, hoge bloeddruk, vaatkramp, hartinfarct en hartritmestoornissen.
Iedereen kan thuis, op straat, op het werk en in zijn vrije tijd worden geconfronteerd met een hartstilstand. De kans dat dit een bekende van u is, is een kans van 6 op 10. Een hartstilstand komt altijd onverwacht. Het overkomt elk jaar 15.000 à 16.000 Nederlanders.
De kans op een hartinfarct neemt toe als je ouder wordt. Voor je 35e komt een hartinfarct erg weinig voor. Mannen hebben tussen hun 55e en 65e een grotere kans op een hartinfarct dan vrouwen. Vrouwen zijn vaak ouder als ze een eerste infarct krijgen.
Hartinfarct, hartstilstand of hartfalen? De termen hartinfarct, hartstilstand en hartfalen worden vaak door elkaar gehaald. Bij een hartstilstand stopt het hart met kloppen en pompt het geen bloed meer rond door ernstige ritmestoornissen. Bij hartfalen is de pompkracht van het hart verminderd.
Na de reanimatie wordt de lichaamstemperatuur van de patiënt verlaagd om schade aan de hersenen en andere organen te beperken. Hierbij wordt de patiënt kunstmatig in slaap gehouden en zal de ademhaling geheel worden overgenomen.
Extreme emotionele stress zoals een plotseling overlijdensbericht, natuurrampen, een gewapende overval maar ook liefdesverdriet of zelfs een surpriseparty kan aanleiding geven tot een “namaak-hartaanval”.
Midden jaren '90 was de overleving 9 procent. Inmiddels is dit percentage gestegen tot bijna 25 procent. Meerdere factoren zijn van invloed op de overleving: het hoge percentage omstanders dat start met reanimatie voor de aankomst van de ambulance (in 75% van de gevallen)
De kleinste taken zijn al te veel gevraagd en dat kan zorgen voor gevoelens van falen. Als je een burn-out hebt, dan heb je vaak ook veel klachten die voorkomen bij een depressie. Zo voel je je vaak somber, lusteloos en heb je last van schuldgevoelens. De ziektebeelden zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden.
Wat merk ik bij een hartaanval? 3 van de 4 mensen met een hartaanval hebben een drukkend gevoel op de borst of pijn in de borst. Dit gaat niet weg bij rustig zitten of liggen. Het drukkende gevoel en de pijn zijn na 15 minuten nog niet weg.
pijn in de bovenbuik, kaak, nek, rug of pijn tussen de schouderbladen. kortademigheid. misselijkheid en duizeligheid. onrustig gevoel, angst en snelle ademhaling.
Voor je hart vermijd je het best voedingsmiddelen met veel cholesterol en verzadigd vet zoals boter en worst of spek. Ook andere vleeswaren, sterk bewerkte voeding met veel suiker, frisdrank en te veel zout zijn nefast voor je hart.
Als je hartkloppingen hebt, haal je vaak veel te snel adem. Om controle te krijgen over die ademhaling is het goed ademhalingsoefeningen te doen. Zoek bijvoorbeeld een rustig plekje om controle te krijgen over je ademhaling en tot rust te komen. Probeer door je buik te ademen.
Een stil infarct is een hartinfarct dat helemaal niet is herkend. Het is vaker een kleiner infarct. De klachten kunnen dan minder duidelijk zijn. Iemand denkt niet aan hartklachten of vindt de klachten niet ernstig genoeg om naar de dokter te gaan.
Gelukkig is het zo dat veel mensen een circulatiestilstand in een goede conditie kunnen overleven. Een paar weetjes: De meeste mensen die overleven kunnen weer naar huis: 80-90 van de 100 overlevenden heeft een jaar na de reanimatie een goede levenskwaliteit.
Wat doet u bij een hartstilstand als u alleen bent? Als u alleen bent met het slachtoffer is het belangrijk om bij het slachtoffer te blijven, maar ook om een AED zo snel mogelijk ter plekke te krijgen. Bel allereerst 112. Mits je binnen 1 minuut een AED ter plekke kan krijgen haal je deze op.
Als je in coma bent, kun je namelijk niet meer zelfstandig drinken of eten. Je moet dan via een infuus eten en drinken direct in je bloedvaten krijgen. Het kan echter ook dat je niet meer wakker wordt. Meestal overlijd je dan binnen enkele maanden aan een infectie.
Een coma wordt veroorzaakt doordat een deel van de hersenfuncties is uitgevallen of verminderd werkt (functiestoornis van de hersenen). Coma is niet hetzelfde als hersendood. Als iemand hersendood is, is er geen hersenactiviteit meer, ook niet van de hersenstam of van het verlengde merg.