Gedurende het Kwartair is er sprake van een groot aantal ijstijden of
Deze wordt opgedeeld in twee tijdvakken: Het Pleistoceen en het Holoceen (waarin wij ons momenteel bevinden). De laatste ijstijd, genaamd het Weichseliaan, eindigde ongeveer 10 000 jaar geleden. De zes glacialen zijn van jong naar oud: Weichseliaan, Saaliaan, Elsteriaan, Menapiaan, Eburoniaan en Pretigliaan.
Traditionele indeling: vier glacialen
De enige twee perioden waarvan met zekerheid bekend is dat gletsjers tot in Noord-Nederland reikten zijn de Saale- en Elster-glacialen.
Het Tertiaire tijdperk, dat 70 miljoen jaar geleden begon wordt vooral gekenmerkt door de grote verandering in het dierenleven. De koudbloedige reptielen lieten het land over aan warmbloedige zoogdieren en vogels. Ook de ammonieten uit de Jura- en Krijt-periode waren opeens geheel uitgestorven.
IJstijden duren ruwweg 90.000 jaar en worden afgewisseld met kortere warme perioden. De warme perioden duren tussen enkele duizenden jaren tot meer dan tienduizend jaar bij de huidige piek. Maar er komt onherroepelijk een einde aan.
In de laatste twee ijstijden was het ook in Nederland heel erg koud. Delen van Nederland waren bedekt met een dikke laag ijs. Er leefden wel mensen, de neanderthalers. Dit volk leefde van dieren waarop ze jaagden met pijl en boog en puntige priemen van steen.
Als al het ijs op aarde smolt, zouden de gevolgen niet te overzien zijn. De zwaarst getroffen gebieden zouden Noord-Amerika en Europa zijn, waar hele stukken van de continenten zouden verdwijnen. Maar voordat zoiets gebeurt, moet de aardbol veel warmer zijn dan hij nu is.
Nederland kwam op de westrand van het Euraziatische continent te liggen aan de Atlantische Oceaan en lag nu ter hoogte van de Middellandse Zee (ongeveer vijfendertig graden noorderbreedte). Toch schoof ons land nog steeds langzaam naar het noorden.
Het Tertiair is een geologisch tijdperk dat volgt op het Krijt en wordt opgevolgd door het Kwartair.
Waar lag Nederland op de wereldbol
In het Paleoceen lag Nederland ten zuiden van de huidige positie, op de westrand van het Euraziatische continent, ongeveer op de hoogte van waar nu Spanje ligt.
Gemiddelde temperatuur
Gemiddeld lag de temperatuur in de Kleine IJstijd in ons land zo'n 1 tot 2 graden onder de temperaturen van tegenwoordig. In de Grote IJstijden lag de jaargemiddelde temperatuur in West-Europa rond minimaal 15 graden.
Ongeveer 140.000 jaar geleden schoven honderden meters dikke ijsmassa's vanuit Scandinavië op tot in het midden van ons land. In Noordoost Twente drukte de ijsmassa de bevroren grond soms wel 200 m omhoog. Daarna trok het ijs verder over deze stuwwallen heen.
De laatste ijstijd begon ongeveer 115.000 jaar geleden en eindigde ruim 10.000 jaar geleden. Tussen 115.000 en 130.000 jaar geleden was het klimaat warm. Die periode is vergelijkbaar met nu qua temperatuur. De één-na-laatste ijstijd was zó koud dat gletsjers uit Scandinavië ook Nederland bedekten.
Hoe zag Nederland eruit? Tijdens het maximum lag er boven het noorden van Nederland dus een laag ijs. In de rest van het land, en ook in Noord-Nederland voor en na het maximum, was sprake van een toendraklimaat. Er groeiden geen bomen en grote struiken, maar alleen kleine struikjes, grassen en mossen.
De laatste ijstijd eindigde zo'n 12.000 jaar geleden.
Als de hoek van de aardas klein is, krijgen de hogere breedtegraden minder warmte van de zon en daalt daar de temperatuur. 120.000 jaar geleden draaide de aarde in een lange baan rond de zon en maakte de aardas een kleine hoek. We zaten toen in een extreem koude ijstijd.
De quartaire sector in Nederland is de economische sector van de niet-commerciële gesubsidieerde en of collectief gefinancierde dienstverlening. De benaming hoort thuis in de meso-economie, die bedrijfstakken bestudeert. De quartaire sector is de enige economische sector zonder winstoogmerk.
Tot de tertiaire sector rekent men onder andere winkels, horeca, theaters, kappers, zakelijke dienstverleners, advocaten, ICT-bedrijven en andere dienstverleners.
Het klimaat was tijdens het Krijt wereldwijd over het algemeen een stuk warmer dan tegenwoordig. Twee keer koelde het klimaat desondanks duidelijk af, hoewel het nog steeds warmer bleef dan tegenwoordig, gemiddeld rond de 22 graden.
Nederland lag rond de evenaar en had een vochtig tropisch klimaat, maar tijdens het Vroeg-Carboon en vooral tijdens het laatste deel van het Laat-Carboon zijn de omstandigheden droger geweest. De uitbundige plantengroei in de Carboonmoerassen onttrok grote hoeveelheden kooldioxide aan de atmosfeer.
Het Krijt had warm klimaat waarin er droge en natte seizoenen voorkwamen. De zeeën waren waarschijnlijk tropisch warm en de temperaturen zakten nooit onder het vriespunt. Toen het einde van het Krijt naderde gingen er spectaculaire klimaatsveranderingen aan vooraf.
NOORDPOOL – “Rond 2050 zal het Noordpoolgebied in de zomer vrijwel geheel ijsvrij zijn. Er zal minder sneeuw vallen en het zal meer regenen. Zee-ijs afhankelijke soorten als de narwal en ijsbeer zullen hier veel minder voorkomen dan nu. De zeespiegel zal wereldwijd al met ongeveer 30 cm zijn gestegen.”
De Antarctische ijskap is 12 miljoen km² groot en bevat 29 miljoen km³ ijs. Dat is 90% van al het bevroren zoet water op aarde. De Groenlandse ijskap is 1,7 miljoen km² in oppervlakte en heeft een inhoud van circa 3 miljoen km³, 9 % van het bevroren zoetwater op aarde.
70 meter. Zoveel komt de zeespiegel omhoog als al het ijs van gletsjers en de poolgebieden zou smelten, stelt Vermeersen in zijn werkkamer in Delft.