Groenvoer zoals sla, andijvie, witlof en gemaaid gras mag je altijd bijgeven. Tijdens de winterperiode kan je een graanmengsel bijgeven zodat de ganzen wat extra vet krijgen. Ganzen die aan de leg zijn, geef je best schelpengrit bij om aan de calciumbehoefte te voldoen. Voor ganzenkuikens is er opfokvoer op de markt.
Ganzen eten behalve gras, gemengd graan, andijvie, wortel en eventueel een kleine hoeveelheid brood. Ganzen hebben dagelijks vers water nodig. Maar brood heeft niet de juiste voedingswaarde. De vertering van dit soort voedsel kost ganzen meer moeite 'want ze zijn er niet op gebouwd'.
Ganzen zijn grazers. Behalve gras eten ze gemengd graan, andijvie, wortel en eventueel een kleine hoeveelheid brood. Voor watervogels zijn speciale korrels op de markt, waarvan de samenstelling is aangepast aan de leeftijd van de dieren. Zo is er voer voor kuikens, voor volwassen dieren en voor broedende ganzen.
Zorg dat er geen giftige planten, bomen en struiken in of rondom de ganzenweide staan. Ganzen weten in het algemeen heel goed welk groen giftig is, maar als ze zich vervelen kunnen ze er toch van gaan knabbelen. Voorbeelden van giftige planten zijn taxus, buxus, vingerhoedskruid en gouden regen.
Dat betekent dat de ganzen de hele dag door dienen te kunnen eten. Tamme ganzen eten vaak een klein beetje. Twee keer per dag dient gecontroleerd te worden of de watervogels nog voldoende voedsel hebben. Tamme ganzen kunnen een paar uur zonder voedsel.
Je kan ze bijna africhten als waakhonden, zo sterk is hun territoriumgevoel. Bij wilde ganzen, zoals de grauwe gans, is agressief gedrag vaak gebonden aan het verdedigen van hun jongen. Wilde ganzen die niet in de broedperiode zitten vliegen meestal weg in een bedreigende situatie.
Oranje werkt goed bij het verjagen van watervogels zoals ganzen. Ook ganzen verschrikkers, zoals vogelverjagende vliegers, zijn effectief. Al bij het lichtste briesje verjagen vliegers ganzen. Een goed voorbeeld hiervan is de Black Hawk kite.
'Er komen constant indringers overvliegen en dan moeten die paren daarop reageren. Ze maken dan een hoop herrie om aan te geven dat het hún plek is en dat die andere ganzen moeten doorvliegen. Dat moet wel agressief overkomen en dus maakt het veel geluid', legt Majoor uit.
Ganzen kunnen zeer goed tegen de vrieskou, zelfs bij hele lage temperaturen, mits ze voldoende te eten hebben.
Ganzen produceren veel ontlasting en daarom zal de verzorging voor een groot deel bestaan uit het schoonhouden van de ganzenweide. Het badwater moet regelmatig worden vervangen en ontlasting moet worden verwijderd. Als het badwater niet voorzien is van een filterpomp moet het dagelijks worden ververst.
Ze leven bijvoorbeeld aan de kust op de kwelders langs de zee, op gras en op akkerland. Ganzen grazen in de gebieden waar ze leven, eigenlijk zoals koeien in de wei. Ze vinden gras dan ook lekker om te eten. Omdat ganzen grazen zo lekker vinden, hebben ze stevige poten die midden onder hun lichaam zitten.
Want ook al liggen ze dan niet op één oor maar steken ze de snavel tussen de veren, ganzen zijn net als mensen: ze hebben behoefte aan een flinke nachtrust. En dan natuurlijk op een rustige en vooral veilige plek. Dus op het water of op ondiepere plekken omringd door water.
Voedsel. Een vegetarisch menu van gras, plantenwortels, zaden, vruchten en jonge scheuten (van onder meer riet). In de winter ook op akkers aangevuld met oogstresten van mais, aardappelen en granen.
De vogel mag niet ontsnappen en zich niet verwonden. Ganzen kunnen bij de vleugels vastgepakt worden. Een methode is om een gans op te pakken door een arm om de vleugel te houden en de hand op de buik te plaatsen. Met de andere hand worden de poten vast gehouden.
Wat heeft een gans nodig? Ganzen hebben vooral zacht grasland nodig. De dieren kunnen zonder zwemwater, maar hebben een betere conditie als ze wel in het water kunnen.
De ganzen eten per dag tot één kilo gras.
Veel ganzenkeutels
"Als het om wilde ganzen gaat, zullen die per uur ongeveer twintig keer poepen. Maar natuurlijk slaapt hij ook af en toe. Hij is niet de hele dag aan het eten. Gemiddeld kom je op 100 tot 150 poepjes per dag."
Ganzen zijn graseters en hebben dus een wei nodig. Vanwege de grote hoeveelheden mest die ze produceren, is voor een paartje een grasveld van minimaal honderd vierkante meter noodzakelijk. 's Zomers geven planten en struiken beschutting tegen de felle zon.
Pluimvee met afgebeten kop is meestal wel een goede aanwijzing dat een vos op bezoek is geweest, maar dit kan soms ook een hond, kat, steenmarter of zelfs de kleinere bunzing geweest zijn. De laatste jaren is de populatie vossen en steenmarters sterk aan het uitbreiden.
Communiceren in het donker
'Het is niet dat ze nu meer lawaai maken, maar het is vooral de massa', zegt Dijksterhuis. 'Ze vliegen in het donker en kunnen elkaar niet goed zien. Al kunnen vogels veel beter zien dan mensen. Ze houden contact door te gakken.
Ganzen zijn grote, zwaagebouwde watervogels. Ze leven overigens het meest op het land om daar gras te grazen maar op tijd even een lekker bad nemen vinden ze heerlijk. Ze kunnen vliegen maar blijven vrijwel altijd op de plek waar ze geboren zijn.
Zo komen vogels uit de tropen bij ons terecht om hun nageslacht de allerbeste eerste zorgen te kunnen bieden. De ganzen die bij ons overwinteren vliegen 's zomers dan weer richting Arctische gebieden om er te profiteren van de explosie aan insecten en de hoge kwaliteit aan kruiden en grassen.
De natuurlijke vijand van de gans, de vos, wordt in Nederland intensief bejaagd. Vossen zijn geduchte predatoren van ganzenlegsels, kuikens en (soms) volwassen grauwe ganzen.
Het vangen
Op het moment dat wilde ganzen, gelokt door het geroep van tamme ganzen, neerdalen in het gebied dat het slagnet omspant, wordt er aan de draad getrokken. De wilde ganzen bevinden zich vervolgens onder het net en kunnen worden opgehaald door de personen die zich in de hut bevinden.
Het afschieten van beschermde ganzen, zoals de grauwe gans, gebeurt vanwege verschillende redenen: de veiligheid van het vliegverkeer rond Schiphol en het beperken van de schade die ganzen aan de landbouw en de natuur aanbrengen.