Het dieet van vleermuizen is het meest divers van alle zoogdieren. Zo bestaan er vegetarische vleermuizen die zich vooral voeden met fruit en nectar. Andere soorten zijn vleeseters, van insekten tot kikkers. Ook bestaan er vleermuizen die zich voeden met het drinken van bloed.
Normaal gesproken halen 'onze' vleermuizen voldoende vocht uit hun voedsel, maar nu zij extra moeten transpireren om hun lichaam te koelen is dit vocht niet meer voldoende. Daarom zijn er nu aan het begin van de avond drinkende vleermuizen boven beschut liggende waterpartijen te zien; zelfs boven zwembaden.
Overdag slapen vleermuizen hangend op hun kop of weggekropen op plekken waar ze moeilijk te bereiken zijn voor hun vijanden (roofvogels, uilen, katten, marters). Ze zitten op warme, droge, donkere plekken. Bijvoorbeeld in een spouwmuur, onder dakpan- nen van een modern gebouw of in een boomholte.
De meeste vleermuizen zijn insectivoor of frugivoor (fruit-eters). Enkele soorten hebben een ander dieet: opmerkelijk zijn de vampiervleermuizen, die van het bloed leven van zoogdieren en vogels.
Zonder de watervleermuis zouden diverse waterrijke woonwijken bedolven worden onder muggen. Want omdat vleermuizen per nacht ruim een kwart van hun lichaamsgewicht moeten eten, eten ze duizenden insecten zoals motjes, kevers en dus ook muggen weg.
Stinkende uitwerpselen van vleermuizen
De stank van de uitwerpselen van vleermuizen wordt vaak vergeleken met de geur van rottend knoflook. Maar in combinatie met de urine van ratten, zal de ammoniaklucht van de urine overheersen.
De meeste Nederlanders krijgen al de rillingen van het woord vleermuis. Laat staan dat dit dier in jouw woning voorkomt. Je verwacht mogelijk niet dat jou dit overkomt, maar dit is wel degelijk mogelijk. Indien er een vleermuis in huis zit, zorgt dit in veel gevallen voor overlast.
Het dieet van vleermuizen is het meest divers van alle zoogdieren. Zo bestaan er vegetarische vleermuizen die zich vooral voeden met fruit en nectar. Andere soorten zijn vleeseters, van insekten tot kikkers. Ook bestaan er vleermuizen die zich voeden met het drinken van bloed.
Vleermuizen vliegen in uw haren. Dit klopt niet, in tegenstelling tot wat veel mensen denken. Soms lijkt het alsof ze recht op u af vliegen, maar dit doen zij alleen om uw exacte locatie te vinden zodat ze juist niet tegen u aanvliegen. De dieren proberen juist aanvaringen met mensen te vermijden.
“Zij kunnen niet, zoals vogels, rennend opstijgen. Door aan de voeten te hangen, de vleugels te spreiden en zich te laten vallen, krijgen ze wel genoeg lift om te vliegen. En op zijn kop aan het plafond hangend houden ze met zicht en hun echolocatie een goed beeld van wat er onder ze gebeurd.”
Wanneer het gaat over de verspreiding van levensbedreigende virusinfecties, wordt geregeld in de richting van de vleermuizen gekeken. Maar zolang mensen hen niet opeten of met blote handen aanraken, valt er niets te vrezen.
Als er echt te weinig te eten is (en dat is met de kou van dit moment wel te verwachten) is het voor vleermuizen niet zinvol om rond te blijven vliegen als dat meer energie kost dan ze bij kunnen eten. Dan gaan ze terug naar hun verblijfplaats en gaan soms dagenlang in lethargie.
Daar kruipen ze vaak tussen en voelen ze zich veilig. Een beetje water is goed, maar pas op meteen bakje. Hier kunnen ze in verdrinken. Tegen de avondschemering (na zonsondergang) kun je het jong aan de boom of aan de muur van de gevel hangen, dicht bij de plek waar je het beestje hebt gevonden.
Vleermuizen gaan het liefst 's nachts op pad om eten te zoeken. Dan gaan ze vaak met een heleboel tegelijk hun schuilplaats uit. Ze zoeken naar muggen, nachtvlinders, torren en vliegen. Midden in de nacht jagen kan lastig zijn.
Ze hebben ongeveer het formaat van muizenkeutels. Omdat vleermuizen veelal onder een dakbeschot of andere hoge plek kruipen blijven de uitwerpselen op de muur geplakt. Ook kunt u op het dak keutels vinden. In de keuteltjes zijn vaak delen van insecten terug te vinden zoals schilden of vleugeltjes.
Vleermuizen veroorzaken overlast: ze zijn vies en ze stinken
Ook dit is een fabel. Vleermuizen maken nauwelijks geluid, stinken niet vanwege hun zeer droge ontlasting en vormen geen plaag, omdat zij vaak verhuizen en slecht één jong per jaar krijgen.
Katten kunnen levende vleermuizen zelf vangen. Het hoeft niet zo te zijn dat het al een dood exemplaar was. Vaak vinden katten (dwerg)vleermuizen bij u in of nabij uw huis of bij een spouwmuur.
Om in het donker op insecten te kunnen jagen, maken vleermuizen slim gebruik van echolocatie: ze maken met hun stembanden korte piepjes en luisteren of deze terugkaatsen (echoën) van objecten en insecten in de ruimte om hen heen.
in een enkel geval maakt de kolonie, of een deel ervan, ook voor en na de kraamtijd van een woning gebruik. de meeste vleermuizen verhuizen regelmatig. ze zoeken iedere keer een plek op met de gunstigste temperatuur. Soms wonen ze op een plek een maand, soms een week of maar enkele dagen voordat ze alweer verhuizen.
Ook vleermuizen kunnen soms ander gedrag vertonen dan gebruikelijk. Wanneer het in hun verblijfplaats echt te warm wordt, zijn vleermuizen soms zelfs genoodzaakt om overdag naar buiten te vliegen. En op zo'n tijdstip liggen weer andere predatoren op de loer.
Bel een een vleermuizenopvang of vleermuisdeskundige bij u in de buurt. Hij of zij zal de vleermuis ophalen of instructies geven over wat met de vleermuis te doen. Ook dode vleermuizen kunnen nog belangrijk zijn voor onderzoek.
Vleermuizen zijn gevoelig voor lichtverstoring. Bij hun verblijfplaatsen, op vliegroutes en in hun jachtgebied. Vooral straatverlichting kan leiden tot pijnlijke verblinding bij deze beschermde nachtdieren.
Via wondjes, maar ook via de slijmvliezen van de ogen of de mond, kan het virus het lichaam binnenkomen. Het virus kan vervolgens het zenuwstelsel binnendringen en via de zenuwbanen uiteindelijk in de hersenen komen. De ziekte is dan altijd dodelijk.
Het merendeel van de in Nederland voorkomende vleermuissoorten overwintert in koele, vorstvrije en vochtige ruimten, zoals bunkers, ijskelders, brughoofden, steenfabrieken en (mergel)groeves. Sommige soorten, zoals de gewone dwergvleermuis, overwinteren vooral in gebouwen, bijvoorbeeld in de spouw.