Voedsel. Het basisvoedsel voor vinken wordt gevormd door zaden en zachte plantendelen. Vooral in het najaar scharrelen ze in grote groepen op de grond onder beuken om beukennootjes te eten, en in de tuin doen ze zich tegoed aan zaadjes die door andere vogels worden gemorst.
Wil je dus vinken naar je tuin lokken, dan zorg je ervoor dat het hele jaar door zaad te vinden is in je tuin. Strooi gewoon wat vogelvoer op de tuintafel of op het terras. Zeker weten dat er vinken op afkomen. Maar liefst groeien er wel bomen en struiken in je tuin.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam.
Uit ringwerk blijkt dat vinken in de vrije natuur zelden ouder worden dan acht jaar. In gevangenschap kunnen vinken veel ouder worden, er is een vink bekend die 27 jaar is geworden.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
5 tips om vogels te voederen
Na een lange, koude nacht hebben vogels behoefte aan een stevig ontbijt en tegen de avond eten ze hun buikje rond om de nacht door te komen. Strooi niet te veel, dat kan muizen en ratten aantrekken. Geef geen voedsel waarin zout is verwerkt of kaas of brood.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
De meeste Nederlandse vinken zijn standvogels, maar een deel trekt over grote of minder grote afstand naar het zuiden om te overwinteren. Vogels die broeden in het noorden en noordoosten van Europa trekken tussen half september en eind november naar het zuiden en zuidwesten van Europa en naar noordelijk Afrika.
Een prachtig geluid dat inhoudt dat de lente in aantocht is. De vink is altijd te herkennen aan de dubbele witte vleugelstrepen, een aantal witte buitenste staartpennen en witte dekveren. Het mannetje heeft prachtig exotische kleuren in de broedtijd en het vrouwtje is groenig grijsbruin gekleurd.
Iedere vink kan, bij wijze van spreken, het 'Wilhelmus' fluiten, maar dat doet hij niet, want dan wordt hij niet meer herkend. De mannetjesvink zingt namelijk niet voor de lol. Het is puur het territoriumgedrag. Steeds weer die roep om andere mannetjes af te schrikken.
De vink is dan ook een zeer algemene en veel voorkomende vogel. In de lente zingen ze de bekende vinkenslag, die gaat van 'driiiiiii-tsitsitsi-kawiet! '. En vaak roepen ze ook heel hard “wiet-wiet-wiet!”.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
Er was dan opstijgende wind waardoor de zeevogels even hun vleugels konden ontspannen. Op het land slaapt de vogel overigens een stuk langer: maar liefst 12 uur per dag. De resultaten komen niet uit de lucht vallen. Het werd al langer gesuggereerd dat vogels wel moesten slapen tijdens het vliegen.
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.
Vogels kunnen denken, leren en plannen en ze hebben een goed geheugen. Afhankelijk van de soort beschikken ze over een bepaalde mate van zelfbewustzijn en intelligentie. Vogels kennen gevoelens van pijn, empathie, verdriet en plezier.
Om vogels te lokken is het aan te raden om in combinatie met het voederhuisje tevens vogelvoer aan te schaffen. Vogelvoer is verkrijgbaar in verschillende soorten en maten.
Er zijn onder de zangvogels notoire nachtzangers. Zoals natuurlijk de nachtegaal; maar ook rietzangvogels en de roodborst zingen vaak 's nachts. Al heel vroeg, vaak al twee uur vóór zonsopkomst beginnen zanglijsters en merels te zingen, niet toevallig vogelsoorten met grote ogen. Die vangen veel licht.
Keep. De keep (Fringilla montifringilla) heeft de vorm en grootte van een vink. Zijn borst, schouder en vleugelstreep zijn oranjebruin. Het vrouwtje heeft een donkere grijsbruine kop en lijkt op het vrouwtje van de vink (maar let op de oranjeachtige borst!)…
Vinken zijn vooral te herkennen aan hun brede stevige snavel, waar ze moeiteloos zaden kunnen openbreken. Er leven 12 verschillende soorten Vinken in Nederland, maar helaas niet allemaal even talrijk.
Wat eet de koperwiek? De koperwiek voedt zich in de broedgebieden met een brede waaier aan ongewervelden (regenwormen, slakken). In het najaar en de winter wordt overgeschakeld op bessen (meidoorn, lijsterbes, vlier, klimop, hulst, braam) en fruit (appel, peer).
Trek. De vink is een van de talrijkste trekvogels. Trekrichting is west tot zuidwest richting Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten, met stuwing aan de kust.
Heb je restjes eten over? Veel keukenrestjes zijn prima en kan je geven aan de tuinvogels. Wat je niet mag geven zijn restjes met veel zout of kruiden of restjes die beschimmeld zijn. Vetrandjes, gekookte aardappelen, gekookte rijst of fruit zullen je tuinvogels heerlijk vinden en zijn ook nog eens goed voor ze.
Honing verstrekken aan onze vogels betekent ook de medicinale stoffen van de planten waaruit de honing is gewonnen benutten. Honing van paardenbloemen, als voorbeeld, bevat veel eiwitten wat het broeden bevordert. Zo heeft iedere honing zijn werking op het lichaam.