De boer droeg als opknappersgoed een driedelig pak: een zwarte jas, een zwart vest en een klepbroek.Verder een gestreept hemd, zwarte sokken, witte klompen en een platte viltpet. Vroeger waren de meeste mensen niet rijk. Toch droegen ze sieraden, omdat die bij de klederdracht hoorden.
Middeleeuwen (circa 500 – 1500): Tijdens de middeleeuwen droegen vrouwen lange gewaden met lange mouwen en hooggesloten halslijnen. De kleding was meestal loszittend en werd vaak vergezeld van mantels en hoofddeksels zoals kappen of sluiers. De mode varieerde sterk tussen de vroege, hoge en late middeleeuwen.
Mondaine mannen en vrouwen kleedden zich in die tijd met rijkelijk gebrocheerde, gedamasceerde of geborduurde zijde met schitterende kleuren en patronen. Het silhouet van de vrouwen werd gevormd door korsetten en hoepelrokken die varieerden naargelang de periode.
Over de onderkleding is minder bekend. Mannen en vrouwen dragen een hemd van zeer eenvoudige snit, aan de halsuitsnijding en aan de mouw versierd met kant of zeer fijn borduurwerk.
In het algemeen bestaat zulke kleding uit een lange, wijde rok met onderrokken, een jak dat versierd is met plooien, kantjes, knoopjes en bandjes en soms een schort. Typische modedrachten zijn bijvoorbeeld de drachten van het Kampereiland, Rijssen, Huizen en Noord-Beveland.
Al 200.000 jaar begonnen de verre voorouders van de moderne mens kleding, te dragen. In het begin waren deze kleren niets meer dan een bescherming tegen omgevingsinvloeden zoals regen of kou. In de ijstijd (ongeveer 130.000 jaar geleden) gebruikte de mens dierenhuiden, bont en plantaardig materiaal als kleding.
Nette kleding - tijdloos, klassiek en trendy
Goede manieren en een klassieke look raken nooit uit de mode. Het is niet voor niets traditioneel. De goede smaak van vele decennia heeft het gevormd tot wat het nu is en elke generatie geeft er zijn eigen draai aan.
Mannen wilden graag lange, gekrulde lokken die aan de voor- en achterkant over hun schouders hingen. Later droegen ze vooral paardenstaarten, waarvan het uiteinde soms in een stoffen zakje (haarzak) werd verstopt. Dit zorgde ervoor dat het lange haar niet zo snel vies werd.
In de 18e eeuw werd door Europese vrouwen vaak een robe à la Francaise gedragen. De Engelse vrouwen droegen een strakker aansluitende snit die in Europa aan het einde van de 18e eeuw populair werd: de robe à la anglaise.
Nederlandse vrouwen droegen in het eerste kwart van de zeventiende eeuw meestal twee mutsjes. Onder een 'onderkapje' werd het haar weggestoken. Van dit kapje was vrijwel niets te zien, hoewel het van kostbaar kant gemaakt kon zijn. Daaroverheen droeg de vrouw een sierkap.
De meeste vrouwen lijken ouder in zwarte kleding. Draag kleuren die jouw mooier, stralender en jonger maken. Probeer eens een marineblauw of antracietgrijs als basis in plaats van zwart. Wanneer je zwart wilt dragen, moet je er wel wat mee doen.
Vrouwen dragen kokervormige kleden van de oksels tot de enkels. Over de jurken werd soms een soort poncho gedragen, met of zonder mouwen, of alleen maar met twee draagbanden.
Vroeger droegen de 'betere kringen' buiten een hoed, en degenen die het minder getroffen hadden in de maatschappij, arbeiders, een pet (vandaar de uitdrukking Jan-met-de-pet voor deze beroepsgroep). Ook jongens droegen een pet en het was zelfs zo, als je geen pet droeg, dan viel dat op.
De stoffen werden door de vrouwen geweven van wol. De vrouwen droegen een wollen of linnen rok, de mannen droegen een broek met een wollen of linnen hemd. De mouwen en de halsopening waren versierd met een zoompje van een naaiwerk. De rok was een lange lap.
De vrouw bedekte het naakte lichaam en de armen met een hemd. Het had dezelfde vorm en snit als een mannenhemd. Bij edele vrouwen, werd het voorpand rijkelijk versierd met borduursel. Het was zichtbaar onder de laag uitgesneden bovenkleding.
Populaire kledingstukken waren hotpants, minirokjes, spijkerbroeken met een lage taille, hemdjes (met spaghetti-bandjes of strapless), spijkerjasjes, Pashmina sjaals en sleehakken. Deze trend wordt ook wel “Y2K fashion” genoemd.
Aan het begin van de jaren 60 droegen de meeste vrouwen nette A-lijn jurken en rokken, tailleriemen en trenchcoats. Het was pas op de helft van de jaren 60 dat er een duidelijk verschil te zien was. Het statement item de minirok werd toen geïntroduceerd - iets waar veel vrouwen in eerste instantie aan moesten wennen.
Een trend die zowel bij de mannen als de vrouwen kon worden terug gezien was brede schouders en dus de schoudervulling. Ook hadden veel jurken in die tijd mouwen in verschillende vormen, zoals de geplooide mouw en de vlindermouw, allemaal met het doel om de schouders breder te laten lijken.
Door een felle sjaal of hoofdband aan je pruik toe te voegen, lijkt het alsof je gewoon je oorspronkelijke haar accentueert. Strategisch plaatsen van een hoofdband of sjaal, bijvoorbeeld rond de randen van de pruik, kan ook helpen om de aanzet van de haren aan de cap te maskeren.
Voelt een haarwerk warm aan op het hoofd? Haarwerk ventileert goed, je krijgt het dus niet warmer dan met je eigen haar. Als er nog eigen haar onder het haarwerk zit, dan kan een haarwerk wel warmer aanvoelen.
Met een echt haar haarwerk is het mogelijk om te slapen. Slaap dan bijvoorkeur op een satijnen kussensloop. Deze vind je in de webshop. Het wel beter om het af te zetten zodat het haarwerk langer mooi blijft.
Tenue de Ville
De dames trekken een nette jurk of rok aan met de lengte op of over de knie. Ook een broekpak of mantelpakje behoren tot de mogelijkheden. Hou de blazer of het jasje aan. De dames dragen altijd een panty of maillot, blote benen zijn 'not done' bij Tenue de Ville.
Voor vrouwen betekent black tie een jurk of rok met bijpassende top, broek of jumpsuit. Bij black tie hebben vrouwen meer opties dan mannen en is de dresscode minder duidelijk gedefinieerd. Kies zelf of je een rok tot op de enkels of tot op de knieën, wel of geen decolleté en korte of lange mouwen wilt.
Het meest populaire kledingstuk is de jeans, niet alleen de jeans maar vooral ook de stof; denim. Lees snel verder om te ontdekken welke kledingstukken jij altijd in je kast zou moeten hebben of lekker mag laten hangen!