Vogels hebben ook behoefte aan water. Niet alleen om te drinken, maar ook om in te badderen. Zet daarom een schaal met water neer en ververs dit dagelijks. Geef - met name in de winter - geen warm water.
De meeste tuinvogels gebruiken een of twee drinkmethoden. De meeste vogels drinken door een slokje te nemen uit een plas of drinkschaal en vervolgens hun kop naar achter te buigen. Duiven drinken door hun snavel in het water te steken en het water vervolgens als door een rietje op te zuigen.
Vogels voeren
Vogels houden van een veelzijdig menu. Voer ze bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en fruit. Geef geen vloeibare olie, margarine of zoute producten; dit is niet goed voor vogels en kan gevaarlijk zijn.
Vogels zijn bang voor diep water, dus houd daar rekening mee. Ze drinken en poedelen het liefst in een badje dat lijkt op een regenplas. Neem daarom een platte schaal, diep bord, koekenpan, bloempot-onderzetter of nog iets anders met lage zijkanten, dat in het midden niet dieper is dan vijf centimeter.
5 tips om vogels te voederen
Na een lange, koude nacht hebben vogels behoefte aan een stevig ontbijt en tegen de avond eten ze hun buikje rond om de nacht door te komen. Strooi niet te veel, dat kan muizen en ratten aantrekken. Geef geen voedsel waarin zout is verwerkt of kaas of brood.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Koop nooit 'mensen-pinda's' en 'mensenpindakaas' voor vogels. Vaak zit er zout bij en dat is echt slecht voor vogels. Er is niet voor niets speciale vogelpindakaas te koop. Zelfs ongezouten pinda's uit de supermarkt zijn niet hetzelfde als voerpinda's.
Een dag niet eten en drinken betekent voor een klein vogeltje al vaak dat ze flink verzwakt zijn. Tezamen met een opgelopen infectie is dit bij een klein vogeltje meestal al snel fataal.
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.
Dit mag je vogels niet voeren
Boter, margarine en olie werken laxerend. Geef vogels dan ook geen voer waar dit in zit, want daar kunnen ze diarree van krijgen. Melk is niet goed voor vogels. Geen gekookte etensresten.
Groente. Voorbeelden van geschikte groente voor vogels zijn: Wortel, broccoli, spruitjes, andijvie, sla (niet te veel om waterige ontslasting te voorkomen), komkommer, boerenkool, prei, witlof.
Ook vogels houden van een veelzijdig menu. Voer bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en appels. Geef geen vloeibare olie, margarine en zoute producten.
Honing verstrekken aan onze vogels betekent ook de medicinale stoffen van de planten waaruit de honing is gewonnen benutten. Honing van paardenbloemen, als voorbeeld, bevat veel eiwitten wat het broeden bevordert. Zo heeft iedere honing zijn werking op het lichaam.
Heb je restjes eten over? Veel keukenrestjes zijn prima en kan je geven aan de tuinvogels. Wat je niet mag geven zijn restjes met veel zout of kruiden of restjes die beschimmeld zijn. Vetrandjes, gekookte aardappelen, gekookte rijst of fruit zullen je tuinvogels heerlijk vinden en zijn ook nog eens goed voor ze.
Merel, zanglijster, koperwiek, kramsvogel en spreeuw
Voedsel: gewelde krenten en rozijnen, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen, wat broodkruimels, Premium voedertafelmix. Voerplaats: een sneeuwvrije plaats op de grond met beschutting vlakbij.
Badderen is namelijk absoluut onmisbaar voor vogels en niet alleen om te drinken of af te koelen. Ze maken hun veren namelijk ook schoon met water en vetten ze daarna in. Dat vet is afkomstig van hun stuitklier – net boven de staart – en lijkt gemakkelijker te verspreiden over natte veren.
Vogels zijn erg kwetsbaar voor roofdieren wanneer ze lekker aan het spetteren zijn in het water. Daarom kunt u vogelbaden het beste minimaal twee meter van de omringende beplanting plaatsen. Zo hebben de vogels een open blikveld en kunnen toch snel naar een beschutte plek om te schuilen voor gevaar.
Het is voor vogels niet zo'n probleem om voldoende water binnen te krijgen. Als het vriest krijgen ze vocht binnen door bijvoorbeeld sneeuw of rijp op te pikken. Zelf kun je wat ijs vergruizen zodat ze de ijssplinters kunnen oppikken.
hak de 160 gram pinda's tot stukjes, bijvoorbeeld in een hakmolen die bij een staafmixer zit, goed mengen, in de glazen pot scheppen en ophangen maar. Tip voor variatie: vervang 80 gram pinda stukjes door 80 gram zonnebloempitten (foto rechts).
Wanneer je vogelpindakaas gaat ophangen, zorg er dan wel voor dat de pot in de schaduw hangt. Wanneer het in de zon hangt, kan het snel bederven. Daarom is pindakaas in de zomer voeren ook wat lastiger. Je moet het goed in de gaten blijven houden.
Vogelpindakaas. Kool- en pimpelmezen vinden naast vetbollen, noten en zaden, ook vogelpindakaas heel erg lekker. Je kunt deze gemakkelijk ophangen in een houder op de door jou gewenste plek. Je kunt variëren in smaak, zo bevat de ene vogelpindakaas veel insecten en de andere bijvoorbeeld veel zaden.
Gevaar op verstrikking
Het plastic net om de vetbol heen is extreem gevaarlijk voor vogels, omdat ze hier met hun pootjes of snavel in verstrikt kunnen raken. Vogels kunnen dan sterven van de honger, dorst en uitputting. Ook kunnen wat grotere vogels, zoals meeuwen, de hele bol met net en al in één keer doorslikken.
Fruit. Ongebrande (en ongezouten) pinda's altijd in pindasilo's. Vetproducten voor tuinvogels (echter niet in de zon hangen) - zelf vetbollen maken is niet moeilijk. Broodkruimels, maar niet teveel (want te zout)
Voedsel. 's Winters eten de koolmezen veel zaden, zoals beukennoten. In het voorjaar en de zomer is het voedsel eiwitrijker en eten ze wat meer rupsen en andere insecten. Jonge koolmezen eten voornamelijk rupsen en als de gezinsplanning klopt, valt de geboorte samen met de 'rupsenpiek'.