Planten die van stikstof houden, zoals grassen, brandnetels en bramen, groeien extra hard.Zo verdringen ze kwetsbare planten. Stikstof is van zichzelf niet schadelijk voor mensen en de natuur. De lucht die we inademen bestaat voor het grootste deel uit stikstofgas (N2).
Ammoniak en stikstofoxide reageren in de lucht en vormen fijnstof. Deze fijnstof kan leiden tot long- en luchtwegklachten. Al tientallen jaren komt er veel teveel stikstofoxiden en ammoniak in de lucht en natuur terecht. Voor onze natuur, gezondheid en voedselproductie moet de hoeveelheid stikstof daarom omlaag.
Stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3) zijn schadelijk voor de natuur als er te veel van in de bodem of het water terechtkomt. Planten als bramen, brandnetels en gras gaan er harder door groeien en overwoekeren andere planten. Daardoor verdwijnen ook insecten, vlinders en vogels.
Stikstof is uitermate belangrijk voor planten in het algemeen en voor landbouwgewassen in het bijzonder. Stikstof (N) bevordert de groei van de plant en de fotosynthese. Het is een essentieel bouwelement voor eiwitten en DNA. Een stikstofgebrek of -overmaat heeft vaak gevolgen voor de kwaliteit van het gewas.
Dat komt vooral omdat Nederland klein en dichtbevolkt is. In landen als Frankrijk of Italië zit er veel meer ruimte tussen landbouwbedrijven en natuurgebieden, en omdat natuurgebieden er veel groter zijn, wordt de kritische depositiewaarde er minder makkelijk overschreden.
“De stikstofemissie is vooral in bepaalde gebieden erg hoog, vooral in noordwest-Duitsland, waar relatief veel veehouderij is”, legt Ehlers uit. Maar omdat Duitsland een veel groter landoppervlakte heeft dan Nederland, is de uitstoot relatief minder.
"Als het over absolute aantallen gaat, is China veruit koploper in de stikstofuitstoot", zegt hoogleraar Wim de Vries (Universiteit Wageningen). "In delen van het land stoten ze zelfs per hectare veel meer uit dan wij, maar gemiddeld over het hele land is het minder."
In Nederland stoot de landbouw volgens het RIVM al decennia de meeste stikstof uit, gevolgd door industrie en verkeer. Zeker in de buurt van Natura 2000-gebieden is dat een probleem. De meeste uitstoot van ammoniak komt dan wel van de boeren, maar ze zijn zeker niet de enige die ammoniak uitstoten.
De invloed van de mens op de productie van reactief stikstof heeft gevolgen voor het klimaat. Direct doordat het leidt tot de productie van lachgas (N2O), een broeikasgas met een ongeveer driehonderd keer sterker effect dan het broeikasgas koolstofdioxide.
Waar komt de meeste stikstof vandaan? Twee derde van de stikstofdepositie wordt in Nederland zelf veroorzaakt, aldus schattingen van het RIVM: met name door landbouw, verkeer en industrie. Van die sectoren draagt de landbouw verreweg het meeste bij aan de hoeveelheid stikstof in de natuur.
Met die planten verdwijnen ook de insecten en vlinders die van die planten leven. Daardoor neemt de biodiversiteit af en 'verarmt' de natuur. Veel van die insecten zijn juist ook nodig om gewassen te bestuiven. Daarnaast heeft een teveel aan stikstof ook gevolgen voor de waterkwaliteit.
Stikstofoxiden en ammoniak komen in onze lucht terecht door uitstoot van onze landbouw, verkeer en industrie. Eenmaal in de lucht verspreidt het zich over ons land en Europa. Er gaat 2 keer zoveel stikstof vanuit Nederland naar het buitenland dan er vanuit het buitenland bij ons naar binnen waait.
Vogelsoorten als de korhoen en de tapuit worden ernstig bedreigd, de duinpieper is al verdwenen en ook de boomleeuwerik lijdt volgens het WNF onder de stikstof. Sterke dalers onder de vlinders zijn de kleine heivlinder en het gentiaanblauwtje. Onder de reptielen gaat het slecht met de levendbarende hagedis.
Teveel stikstof is slecht voor de natuur. Planten die van stikstof houden, zoals grassen, brandnetels en bramen, groeien extra hard. Zo verdringen ze kwetsbare planten.
De meeste planten kunnen stikstof alleen in minerale vorm uit de bodem opnemen. Verbindingen met stikstof komen ook voor in explosieven. Veel chemische verbindingen zoals ammoniak, salpeterzuur, nitraten en cyaniden bevatten stikstof.
Stikstof is een scheikundig element en CO2 een scheikundige verbinding. Een chemisch element is niet meer splitsbaar. Dat is anders met CO2, wat een verbinding is van het element koolstof (de letter C) met twee elementen zuurstof (de letter O).
Bij het rijden op benzine komt per kilometer 21 gram stikstofdioxide in de lucht. Bij het rijden op diesel is dat 365 gram per kilometer. Ook nieuwe auto's die op diesel rijden, stoten meer stikstofdioxide uit dan elektrische auto's, en ook meer dan auto's die op benzine rijden.
Een persoon in rust ademt per etmaal meer dan 5000 liter stikstof uit.
Bij de stikstofcrisis van de laatste jaren draait het om twee stofjes: stikstof uit verkeer (NOx) en stikstofverbindingen uit boerenbedrijven, meestal in de vorm van ammoniak. Deze slaan neer in de natuur en werken als voedingsstof. Daardoor groeien sommige planten beter dan andere.
De Rhizobium-bacterie haalt stikstof uit de lucht voor de plant, die deze voedingsstof nodig heeft voor groei en fotosynthese.
Tata Steel en Schiphol grootste uitstoters van stikstofoxiden in Nederland. Staalconcern Tata Steel is de grootste uitstoter van stikstofoxiden in Nederland, gevolgd door luchthaven Schiphol.
Vandaag is China 's werelds grootste uitstoter van CO2. In 2013 stuurt China een duizelingwekkende 9.997 miljoen ton CO2 in de atmosfeer, evenveel als de VS, India en Rusland samen.
Stikstof is op zich niet giftig. Een hoge concentratie stikstof verdrijft de zuurstof echter uit de lucht die je inademt. Je lichaam krijgt daardoor minder zuurstof dan nodig om te leven.
In principe is stikstof geen probleem. Sterker nog, het is een voedingsstof voor planten. Het wordt een probleem als er te veel stikstof neerslaat. In Nederland is dat al decennia aan de hand: de opeenstapeling van stikstof in de bodem is schadelijk.
Schiphol en Tata steel bovenaan top-100 stikstofoxiden
Uit de lijst van 100 grootste bronnen van stikstofoxiden blijkt dat Schiphol, na Tata Steel, een van de grootste bronnen van stikstofoxiden is. Alle sectoren, dus ook verkeer, industrie en de luchtvaart moeten bijdragen aan de oplossing.