De voorzitter is het gezicht van de vereniging of stichting, naar binnen en buiten. Zijn of haar taken zijn: Leiden van de algemene vergadering en de vergaderingen van het bestuur en leden. Leiden van het bestuur: initiatieven nemen, coördineren en het uitvoeren van bestuurswerkzaamheden.
Een voorzitter is iemand die vergaderingen leidt, vooral bij organisaties, verenigingen en stichtingen. Deze vergaderingen worden gehouden met de voorzitter, vice voorzitter, secretaris, penningmeester en bestuursleden.
De voorzitter is het gezicht van de stichting. De rol omhelst voornamelijk de dagelijkse leiding van het bestuur. Hieronder vallen onder andere de volgende taken: De leiding nemen bij vergaderingen.
Aan het begin van een nieuwe parlementaire periode of tussentijds na het ontstaan van een vacature, kiest de Tweede Kamer haar eigen voorzitter. Sinds de Grondwetsherziening van 1983 geldt de verkiezing voor vier jaar en niet meer slechts voor één zittingsjaar.
Een stichting heeft altijd een bestuur. In de statuten kunt u bepalen dat er ook een Raad van Toezicht is. Dit is niet verplicht. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het bestuur.
Een stichting mag geen salaris toekennen aan de bestuurders, zij kunnen slechts een vergoeding voor hun kosten ontvangen. Als het besturen van de stichting een dagtaak wordt, kan dit een punt van aandacht worden. De stichting mag geen winst uitkeren aan de oprichters.
Het is gebruikelijk dat een stichting drie bestuurders heeft. Een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Dat is echter niet verplicht. De functies kunnen ook gecombineerd worden.
Een stichting heeft geen winstoogmerk en mag geen winst uitkeren aan oprichters of bestuurders. Eventuele winst moet worden gebruikt voor het realiseren van het doel van de stichting. Stichtingen hebben vaak een ANBI-status, waardoor giften aan de stichting aftrekbaar zijn van de belasting.
Een stichting kan niet zonder bestuur. Bij de oprichting worden één of meerdere personen benoemd. Te zijner tijd zullen er bestuurders vervangen worden. De statuten van de stichting moeten bepalen hoe deze nieuwe of andere bestuurders worden benoemd.
Bestuursleden van stichtingen en verenigingen die zijn opgericht zonder een notariële akte zijn elk hoofdelijk aansprakelijk. Elk bestuurslid kan dus aansprakelijk gesteld worden voor het volledige bedrag aan schulden.
Zelfstandige rechtsvorm
Een stichting is dus een handig instrument als je een bepaald (ideëel) doel wilt vervullen, maar er zelf niet aansprakelijk voor wilt zijn. Stichtingen komen aan geld door donaties, erfenissen, leningen en soms ook subsidies.
Hoofdstuk 6.6 Schorsing, ontslag en vervangen van de voorzitter. Als de voorzitter van het bestuur niet functioneert, moet de vereniging daar iets aan kunnen doen. Uiteraard is het mogelijk de voorzitter op zijn disfunctioneren aan te spreken.
De meeste stichtingen hoeven geen winst te maken. Dat betekent echter niet dat het niet is toegestaan om geld te verdienen. Stichtingen mogen zelfs, net als alle andere rechtsvormen, winst maken. Het verschil met andere bedrijfssoorten is dat een stichting deze winst wél moet inzetten ten behoeve van haar doelen.
Als titulair bestuurder heb je meestal een arbeidsovereenkomst met de stichting en ontvang je voor je werkzaamheden loon. Je staat onder gezag van het bestuur van de stichting. Maar ook als je statutair bestuurder bent kun je je door de stichting laten betalen voor het werk dat je doet.
Welke gegevens er gezien moeten worden, hangt af van de omvang van de stichting. De gemiddelde jaarlijkse kosten van een stichting voor de boekhouding liggen meestal tussen de € 600 tot € 1.800. Met een boekhoudprogramma kan de ondernemer dit makkelijk zelf en bespaart hij deze kosten.
Een stichting kent geen leden. Voor de dagelijkse gang van zaken en het nemen van beslissingen heeft de stichting een bestuur. Meestal bestaat het bestuur uit een voorzitter, secretaris en penningmeester. Dat hoeven niet altijd verschillende mensen te zijn; een enkel persoon kan ook al deze functies uitvoeren.
Lees eerst de statuten door. Vaak staat hier wel een minimum aantal bestuurders in genoemd, maar geen maximum aantal. Als de stichting de ANBI status heeft, dan moeten er minimaal 3 bestuurders zijn. De statuten kunnen ook bepalen dat er een oneven aantal bestuurders moet zijn.
In de statuten kan van die bepaling worden afgeweken. Dat betekent dat, een penningmeester van een kleine vereniging tegelijkertijd ook voorzitter kan zijn, mits deze mogelijkheid in de statuten is opgenomen. De meest voorkomende combinatie van functies is overigens penningmeester en secretaris.
In principe onbeperkt, er is namelijk geen wettelijke bepaling over een maximale bestuurstermijn. In de praktijk zie je dat bij veel verenigingen een statutaire beperking is opgenomen, waarbij bestuurders voor een periode van vier jaar benoemd worden en daarna één of twee keer herkozen kunnen worden.
Als het om een stichting gaat, is er (meestal) geen ander orgaan dat een bestuurder kan benoemen. In dat geval kan iedere belanghebbende de rechter vragen om iemand tot bestuurder te benoemen om daarmee in de vacature te voorzien. Ook het openbaar ministerie is hiertoe bevoegd.