Veelvoorkomende symptomen van schizofrenie zijn wanen, hallucinaties en denkstoornissen, verstoring van aandacht, gebrek aan emoties, en geheugenstoornissen. Daarnaast komt ook depressie veel voor en is het risico op zelfdoding zo'n 10%.
Bij schizofrenie kunnen de volgende symptomen optreden: Hallucinaties: waarnemingen zonder een externe prikkel. Iemand die een hallucinatie heeft, denkt iets te horen, zien, ruiken, proeven of voelen dat er niet is. Wanen: ideeën of overtuigingen die niet kloppen.
Voorbeelden van omgevingsfactoren die spelen bij schizofrenie zijn (hevige) stress, traumatisch ervaringen, uitsluiting en drugsgebruik. Omdat genetische aanleg een rol speelt wordt schizofrenie ook wel een neurobiologische ontwikkelingsstoornis genoemd.
Symptomen. Een psychose begint vaak met niet-specifieke klachten. Iemand verandert bijvoorbeeld in zijn gedrag, lijkt niet langer geïnteresseerd in sociale contacten en wordt minder actief. Vervolgens wordt hij bijvoorbeeld achterdochtig, hoort stemmen, hallucineert en kan niet meer helder denken.
Meestal openbaart de ziekte zich op een leeftijd tussen de 16 en 30 jaar. Ongeveer evenveel mannen en vrouwen hebben last van deze ziekte. Echter, bij mannen uit de ziekte zich meestal op jongere leeftijd. Bij ieder persoon kan schizofrenie zich heel verschillend uiten.
De meeste psychoses ontstaan ongeveer tussen de 17 en 25 jaar. Je kan op iedere leeftijd een psychose krijgen, maar een eerste psychose ontstaat in de meerderheid op jonge leeftijd. Het is de tijd van de jongvolwassenen waar voor de eerste keer een volledig beroep wordt gedaan op een mens zijn of haar capaciteiten.
Als je een schizofrene stoornis hebt, maak je vaak een verwarde indruk. Je bent bijvoorbeeld angstig, je hoort stemmen of je hebt last van hallucinaties. Hierdoor zeg je of doe je dingen die voor buitenstaanders onbegrijpelijk zijn. De stoornis begint meestal tussen het 16e en 30e levensjaar.
Als je aanleg voor schizofrenie hebt, wordt een psychose vaak uitgelokt door iets wat in de omgeving gebeurt. Dat is niet altijd één gebeurtenis. De manier waarop je leven verloopt speelt ook mee. Als je bijvoorbeeld opgroeit met veel ruzie en stress in huis, heb je een grotere kans dat je last van psychoses krijgt.
Zo'n veertig procent van de patiënten met langdurige psychotische aandoeningen zoals schizofrenie, herstelt tegen de maatschappelijke verwachting in behoorlijk goed.
Schizo-affectieve stoornis
In de periode tussen de sombere of manische stemming ontstaan er psychotische verschijnselen. Hoewel het functioneren van iemand met de schizo-affectieve stoornis achteruit gaat, is de achteruitgang minder hevig dan bij mensen met schizofrenie.
Schizofrenie is een ziekte die nooit helemaal overgaat. Soms kan het bij een eenmalige psychotische episode blijven, maar kunnen restverschijnselen hinderlijk zijn.
U kunt heel angstig of somber zijn van de belevingen die u ervaart en het feit dat anderen u niet begrijpen of zeggen dat uw belevingen niet kloppen. Hierdoor gaat u zich vaak isoleren en contacten mijden. Verder kan u zichzelf of uw woonomgeving verwaarlozen. Hulp weert u vaak af.
Iemand met katatonie verkeert in een toestand waarbij hij of zij minder goed kan reageren op de omgeving. Ondertussen is de persoon wel wakker en mentaal helder. Dit uit zich soms in bewegingsstoornissen. Het verloop en de symptomen verschillen per persoon.
Bij schizofrenie spelen zowel erfelijke aanleg als omgevingsfactoren een rol. Dat betekent dat de aandoening waarschijnlijk multifactorieel overerft.
Schizofrenie is een multifactoriële aandoening: zowel genetische als omgevingsfactoren spelen een rol bij het ontstaan. Schizofrenie is naar schatting voor 60-80% erfelijk bepaald. (zie ook de achtergrondinformatie over psychiatrische aandoeningen.)
Positieve symptomen gaan over verschijnselen die als het ware bij iemands manier van denken en doen komen, zoals hallucinaties, wanen en verward denken en handelen. Negatieve symptomen gaan over gedrag dat juist is verdwenen of minder is geworden.
Wat is het? Schizofrenie is een ernstige en chronische psychiatrische aandoening die wordt gekenmerkt door langdurige of terugkerende psychoses. Een psychose is een toestand waarbij een persoon het normale contact met de werkelijkheid verliest. Schizofrenie heeft vaak een veranderlijk verloop.
Internationaal spreekt men van schizofrenie, wanneer de psychotische verschijnselen langer dan 6 maanden aanhouden en de klachten maken dat functioneren in dagelijkse leven, zoals je werk, studie, wonen en je gezin moeilijk zijn. Dat betekent niet dat de psychotisch symptomen 6 maanden of langer moeten duren.
Een psychose zonder medicatie kan binnen een week weg zijn of een jaar of langer aanhouden. Er is geen precies antwoord op te geven, behalve dat je ook zonder medicatie uit de psychose kan komen. Het is over het algemeen niet zinvol om iemand te proberen overtuigen dat anderen zijn ideeën niet hebben.
'Met negatieve symptomen bedoelen we het ontbreken van normaal aanwezig gedrag. Mensen zijn dan teruggetrokken, hebben minder motivatie, zijn vlak. Er zit weinig leven in. Het probleem is dat die symptomen vaak lang aanhouden en zeer invaliderend zijn.
Ze kunnen schreeuwen of heel zachtjes praten. Ze kunnen een paar woorden zeggen of urenlang doorpraten. Sommige mensen hebben de ervaring dat ze met hun stemmen gesprekken kunnen hebben, anderen niet. Bij sommige mensen zeggen de stemmen fijne dingen, bij anderen juist nare.
Een psychose komt bij kinderen minder vaak voor dan bij volwassenen, maar het kan al op jonge leeftijd beginnen. Waardoor krijg je een psychose? Er is niet één aanwijsbare oorzaak, en vaak wordt ook niet duidelijk waardoor een psychose is ontstaan. Dopamine lijkt een rol te spelen bij het ontstaan van een psychose.
hallucinaties en wanen) komen vaak voor bij kinderen en jongeren. Psychotische stoornissen (bijv. schizofrenie) komen echter veel minder vaak voor, vooral onder jonge kinderen. Naarmate een kind ouder wordt, neemt de kans op de ontwikkeling van een psychotische stoornis toe.
Een psychose wordt vaak uitgelokt door een heftige gebeurtenis die gepaard gaat met stress, zoals een overlijden, scheiding of andere ontregelende gebeurtenis. Of door een heftige positieve verandering, zoals de geboorte van een kind. Slaapgebrek en drugs- of medicijngebruik kunnen de kans op een psychose vergroten.