De uroloog doet lichamelijk onderzoek, zet een echo apparaatje op uw buik, om de blaas op te meten en kijkt met een dun kijkertje via de plasbuis in uw blaas. Hierna volgt het eindgesprek. De informatie in deze folder is belangrijk voor u.
De uroloog brengt bij vrouwen een dunne metalen buis (cystoscoop) via de plasbuis in de blaas. Bij mannen wordt gebruik gemaakt van een flexibele cystoscoop, omdat de plasbuis van een man langer is. De uroloog brengt bij vrouwen een dunne metalen buis (cystoscoop) via de plasbuis in de blaas.
Redenen van terugkerende blaasontstekingen
Een verkeerd plaspatroon waarbij tijdens het plassen de bekkenbodemspieren niet goed ontspannen. Hierdoor kunt u uw blaas niet volledig leeg plassen. De hoeveelheid urine die in de blaas achterblijft kan de bron van de terugkerende blaasontstekingen zijn.
Bij blaasontsteking 3 keer of vaker in 1 jaar: bespreek dit met uw huisarts: Na het vrijen antibiotica slikken kan blaasontsteking voorkomen. 6 maanden elke dag antibiotica slikken kan ook. Na de overgang kunnen extra hormonen in de vagina helpen.
Met een echografie kunnen de nieren, de urineleiders en de blaas zichtbaar gemaakt worden op een beeldscherm. Een eventuele dilatatie, verwijding van het afvloedsysteem van de nieren is nu te zien. Ook geeft een echografie een afbeelding van de blaas en de prostaat.
Interstitiële cystitis (IC) noemen we ook wel blaaspijnsyndroom. Het is een chronische goedaardige aandoening van de urineblaas, die niet wordt veroorzaakt door bacteriën. Het gaat om een ontstekingsreactie van de blaaswand. Het lijkt op een blaasontsteking, maar antibiotica helpen niet.
Bij een urineweginfectie is het slijmvlies aan de binnenkant van de urinewegen ontstoken. Een infectie van de lagere urinewegen heet een blaasontsteking. Een onbehandelde blaasontsteking kan leiden tot een nierbekkenontsteking. Een urineweginfectie ontstaat door bacteriën, virussen en andere ziekteverwekkers.
Loop vooral niet te lang rond met een blaasontsteking: die kan namelijk opstijgen en een nierbekkenontsteking veroorzaken. Dan heb je echt een antibioticum nodig. Malaise, pijn, koorts, koude rillingen en pijn in de zij zijn goede redenen naar een arts te gaan.
Wordt een blaasontsteking niet op tijd behandeld, dan kunnen de bacteriën vanuit de blaas 'opstijgen' naar de nier. Er kan dan een nierbekkenontsteking (pyelonefritis) ontstaan. pijn tussen de zaadballen en de anus (perineum) Bij een prostaatontsteking hoeven er geen plasklachten te zijn.
U komt bij de afdeling urologie in het ziekenhuis bij onder andere de volgende aandoeningen: prostaatproblemen, zoals een vergrote of ontstoken prostaat. prostaatkanker. blaasproblemen, zoals blaassteen, -retentie, -ontstekingen en interstitiële cystitis.
Bij een urineweginfectie kunnen de symptomen als vaak moeten plassen en een branderig gevoel weleens achterwege blijven, terwijl er toch een infectie gaande is. Soms is er dan wel van vermoeidheid sprake. Een urinetest kan aantonen of er van een infectie is en in dat geval kan antibiotica voorgeschreven worden.
Als je veel stress of angst ervaart spannen je spieren zich aan en komt er meer druk op je blaas. Dit geeft je vaker het gevoel dat je naar het toilet moet. Hoogste tijd om stress te verminderen. Bij stress gerelateerde plasklachten spreek je eerder over een overactieve blaas dan over een blaasontsteking.
Blaasontstekingen kun je 'wegdrinken'
Door dan veel te gaan drinken kunnen zij voorkomen dat de ontsteking doorzet. Maar heel veel drinken is juist weer niet verstandig bij het gebruik van antibiotica, dan kan het antibioticum door de verdunning zijn werk niet goed doen.
Terugkerende blaasontstekingen geven een verhoogd risico op antibiotica resistentie.
Een cystoscopie is een inwendig onderzoek van de plasbuis en de blaas. Dit onderzoek wordt uitgevoerd met een cystoscoop, een dunne holle buis, met een camera die aangesloten is op een scherm. Op dit scherm kan de patiënt zelf meekijken. De cystoscopie kan met een starre buis of een flexibele slang gedaan worden.
Bij vrouwen wordt de schede schoongemaakt met water en brengen we de verdovende gel aan op de cystoscoop. Deze gel kan een kortdurend, branderig gevoel geven en werkt ook als glijmiddel. De uroloog of specialistisch assistente brengt de cystoscoop via de plasbuis in de urineblaas.
Als u de klachten vervelend of pijnlijk vindt, kan uw arts een antibioticum geven. Artsen kiezen hierbij meestal voor het medicijn nitrofurantoïne. Nitrofurantoïne doodt bacteriën die blaasontsteking veroorzaken. Het werkt binnen een paar uur na inname.
Als de huisarts denkt aan een nierbekkenontsteking, dan is ook een ander onderzoek (kweek) van de urine nodig. Uit de kweek komt welke bacterie de ontsteking veroorzaakt. En voor welke medicijnen (antibiotica) de bacterie gevoelig is. De uitslag van de kweek duurt 1 week.
Gebruik minder verzurende voeding die ontstekingen in de hand werkt - dat geldt voor alle ontstekingen - zoals koffie, zwarte thee, vlees, vleeswaren, soja, suiker, granen, frisdranken en kaas. Zo'n 75-80% van je voeding bestaat idealiter uit basen: groente, fruit, water, wat zure zuivel, kruidenthee etc.
Bij een basische ochtendurine, een pH hoger dan 7, kan er sprake zijn van een urineweginfectie. De aanwezigheid van bacteriën in de urine maakt deze basisch.
Bij vrouwen komt blaasontsteking vaak terug omdat bacteriën vanuit de vagina, via de korte plasbuis, in de blaas komen. Andere oorzaken kunnen zijn: afwijkingen in de vorm van de urinewegen (nier, urineleiders, blaas en plasbuis), stenen, minder gezond vaginaslijmvlies of niet helemaal leegplassen.
Afwachten: bij de helft van de vrouwen gaat blaasontsteking binnen 1 week vanzelf over. Als u weinig of kort klachten heeft, kunt u 1 week afwachten. Zo nodig kunt u een paar dagen een pijnstiller slikken. Bijvoorbeeld paracetamol: 3 tot 4 keer per dag 2 pillen van 500 mg tegelijk.
Kenmerkende klachten van een urineweginfectie zijn pijn bij het plassen, klachten van aandrang en frequent kleine beetjes plassen. Soms doen zich bijkomende klachten voor zoals troebele en/of stinkende urine, koorts, bloed in de urine en pijn in de rug, flanken, onderbuik of genitaalstreek.
Heb je geen klachten van pijn, dan kan er dus nog steeds sprake zijn van een infectie. Soms heb je het gevoel dat je nodig moet plassen, dat treedt ook meestal op bij een blaasontsteking ter hoogte van de uitmonding van de plasbuis.
Deze richtlijn omschrijft dat een urineweginfectie gesignaleerd moet worden op urineweginfectie-gerelateerde klachten: pijnlijke en moeilijke urinelozing, aandrang om te plassen, vaker moeten plassen, (nieuw ontstane) urine-incontinentie, pusafscheiding uit de plasbuis en/of pijn in de flanken/onderbuik.