In een samenwerkingsverband passend onderwijs werken reguliere scholen en scholen voor speciaal onderwijs in een regio samen. Zo maken zij afspraken over welke begeleiding de reguliere scholen bieden, welke leerlingen een plek krijgen in het speciaal onderwijs en hoe de ondersteuningsmiddelen worden verdeeld.
In een samenwerkingsverband werken scholen voor regulier basisonderwijs en speciaal (basis)onderwijs samen met als doel het bieden van passend onderwijs. De scholen maken binnen het verband afspraken over hoe de basis- en extra onderwijsondersteuning in de regio geregeld is.
Een ondersteuningsplanraad (OPR) is een medezeggenschapsraad bij het samenwerkingsverband. De OPR heeft instemmingsrecht op het ondersteuningsplan en adviesrecht op bijvoorbeeld de benoeming van de bestuurder. Geschillen kunnen worden voorgelegd bij een landelijke commissie.
Passend onderwijs legt een zorgplicht bij scholen. Dat betekent dat scholen ervoor verantwoordelijk zijn om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een goede onderwijsplek te bieden. Hiervoor werken reguliere en speciale scholen samen in samenwerkingsverbanden.
Scholen moeten ervoor zorgen dat elk kind een passende plek krijgt. Ook als het kind extra begeleiding en ondersteuning nodig heeft. Deze verplichting voor scholen heet zorgplicht. De zorgplicht geldt voor kinderen die al op school zitten en kinderen die worden aangemeld.
In een samenwerkingsverband passend onderwijs werken reguliere scholen en scholen voor speciaal onderwijs in een regio samen. Zo maken zij afspraken over welke begeleiding de reguliere scholen bieden, welke leerlingen een plek krijgen in het speciaal onderwijs en hoe de ondersteuningsmiddelen worden verdeeld.
Ouders kunnen een geschil indienen tegen het schoolbestuur over: (de weigering van) toelating van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. de verwijdering van alle leerlingen. de vaststelling en bijstelling van het ontwikkelingsperspectief voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.
,,Bij passend onderwijs is het vooral het kind dat zich – eventueel met ondersteuning – aanpast aan het bestaande systeem; bij inclusief onderwijs wordt het systeem passend gemaakt voor het kind”, zo luidde het in één van de bijgaande filmpjes.
Passend onderwijs betekent dat alle kinderen een plek krijgen op een school die past ze past. Ook als zij extra ondersteuning nodig hebben. Daarvoor werken scholen in een regio of stad samen in een samenwerkingsverband. De ondersteuning die een school biedt staat in het ondersteuningsprofiel van de school.
Het belangrijkste verschil tussen een onderwijsassistent en een leraarondersteuner is dat een leraarondersteuner zelfstandig taken mag uitvoeren zoals lesgeven en toetsen nakijken.
De ondersteuningsplanraad (OPR) is een speciale medezeggenschapsraad van een samenwerkingsverband waarin over passend onderwijs wordt vergaderd. In de OPR zitten leraren, ouders en leerlingen van scholen binnen het samenwerkingsverband.
Een mbo-school heeft als onderwijsinstelling een zorgplicht tegenover studenten voor de kwaliteit van het onderwijs en de bijbehorende studentenbegeleiding en ondersteuning.
Met de invoering van passend onderwijs is iedere school verplicht om een schoolondersteuningsprofiel (SOP) op te stellen. In het schoolondersteuningsprofiel staat welk aanbod aan onderwijs, zorg en hulp de school kan bieden. Samenwerkingsverband 2202-PO legt van al haar scholen de profielen bij elkaar.
Onder basisondersteuning vallen onder andere afspraken met betrekking tot: een aanbod voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie. toegankelijkheid van schoolgebouwen, aangepaste werkruimtes en hulpmiddelen voor leerlingen die dat nodig hebben.
Er bestaan geen erkende speciale scholen voor hoogbegaafden. Er zijn wel een aantal scholen met projecten voor hoogbegaafde leerlingen of kangoeroeklassen (k-klassen), extra klassen waar hoogbegaafde leerlingen 2 tot 4 uur per week samen aan specifieke projecten werken, of extra uitdagende leerstof aangeboden krijgen.
Passend onderwijs werd in 2014 ingevoerd en moest ervoor zorgen dat leerlingen met een beperking en gedragsproblemen beter begeleid zouden worden en vaker op een reguliere school kunnen blijven. Maar uit de recent verschenen Evaluatie Passend Onderwijs blijkt dat het niet alle verwachtingen zijn uitgekomen.
Een school moet elke leerling die bij de school is aangemeld een zo passend mogelijke vorm van onderwijs aanbieden (zorgplicht). Kan de school dat niet zelf, dan moet zij de ouders een voorstel doen voor een ander, wél passend aanbod binnen hun samenwerkingsverband.
Bij peer tutoring gaat het om interventies waarbij studenten in paren of kleine groepen samenwerken en elkaar ondersteunen bij het leren. Dit kan in de vorm van cross-age tutoring, waarbij een oudere leerling een jongere leerling of een groepje jongere leerlingen studiebegeleiding aanbiedt.
In het schooljaar 2020/2021 waren er 3.328 langdurig thuiszitters. Dat zijn leerlingen die langer dan drie maanden ongeoorloofd niet naar school zijn geweest. Dit aantal is fors minder dan een jaar eerder. Toen ging het om 4.921 langdurig thuiszitters.
Bij inclusief onderwijst ligt de focus op kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen, zodat alle scholen elke leerling kunnen ondersteunen om de beste resultaten te behalen en volledig te participeren. En dit door van meet af aan te erkennen dat elke leerling anders is en andere behoeften heeft, en daaraan te voldoen.
Voordat de school uw kind toelaat, moet de school bij het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen. Dit is een bewijs dat uw kind recht geeft op een plek in het speciaal onderwijs. Deskundigen adviseren het samenwerkingsverband of uw kind (voortgezet) speciaal onderwijs nodig heeft.
Leerkrachten of directieleden mogen iets dat in je schooltas of broekzak zit op te vragen als ze vinden dat je de les stoort. Maar ze mogen er zelf niet in kijken. Ze hebben ook niet het recht om jou te fouilleren. Dit geldt ook bij het doorzoeken van jouw locker of op schoolexcursies.
Onderwijsconsulenten bieden ouders, scholen en samenwerkingsverbanden gratis begeleiding, bemiddeling en advies bij het vinden van geschikt onderwijs voor het kind. Leerplichtambtenaar: de leerplichtambtenaar van de gemeente waarin de thuiszitter woont.
Nee, je school mag je nooit zomaar uitschrijven. Als je school jou geen les meer wilt geven, moeten zij overgaan tot verwijdering. Daarvoor moet de school wel aantoonbare redenen hebben. Vaak gaat een school pas over tot verwijdering als een leerling al meerdere malen is geschorst.