Amoeben zijn zeer kleine parasieten, die vooral in de tropen voorkomen (en zelden in Nederland). Ze kunnen in de darm terechtkomen via besmet water of voedsel. In de darm kunnen amoeben een infectie veroorzaken. Dit heet
Als amoeben in de darm terechtkomen, kunnen ze er diarree veroorzaken. Deze kan licht zijn (losse stoelgang) of ernstig (bloederige diarree en hevige buikpijn). Verder kunnen buikpijn, krampen, milde koorts en hoofdpijn optreden.
Met behulp van deze schijnvoetjes, pseudopodia, beweegt de amoebe zich voort en voedt zich. Hij sluit voedselpartikels in met zijn schijnvoetjes. Zo wordt een voedselvacuole gevormd. Deze versmelt vervolgens met een lysosoom waardoor het partikeltje verteerd wordt.
De supergroep Amoebozoa bestaat uit eukaryote organismen die geen vaste vorm hebben, en ook voortdurend van vorm kunnen veranderen. Amoeben zijn eencellig, maar niet altijd klein. Sommige slijmzwammen, ook Amoebozoa, kunnen uitgroeien tot een blob van tientallen vierkante centimeters.
De buitenkant van de cel (het celmembraan) is heel flexibel en kan daardoor allerlei verschillende kanten op. Wanneer een amoebe beweegt ziet dat er een beetje uit als een rollende pudding met uitstulpingen. Deze 'uitstulpingen' noemen we ook wel schijnvoetjes en de amoebe kan deze overal uitstrekken en weer intrekken.
Kenmerkend voor het diertje zijn de schijnvoetjes waarmee de amoebe van vorm kan veranderen. Met behulp van deze schijnvoetjes, pseudopodia genoemd, beweegt de amoebe zich voort en voedt zich door het voedsel te omsluiten.
Eigenschappen en Kenmerken van de Amoebe
Komen vooral in zoet en zout water water voor. Maar ook op vochtige bodems. Als parasiet in dieren en in de mens. Echter leeft gedurende enkele maanden in verschillende water stadia.
De amoebe leeft voornamelijk in warm stilstaand water. Meren, sloten en plassen zijn bekende infectiebronnen. Nadat de amoebe via de neus binnendringt, valt hij het centrale zenuwstelsel aan. Hierdoor verliezen mensen in veel gevallen hun reukvermogen, één van de eerste symptomen van een infectie.
Amoeben zijn zeer kleine parasieten, die vooral in de tropen voorkomen (en zelden in Nederland). Ze kunnen in de darm terechtkomen via besmet water of voedsel. In de darm kunnen amoeben een infectie veroorzaken. Dit heet amoebiasis.
Het organisme behoort tot de wortelpotigen en varieert afhankelijk van de soort tussen de 30 en 800 µm. Het is een amoebe, zie daar voor verschijningsvorm en levenswijze, en behoort tot de Amoebozoa.
Een temperatuur tussen 10 °C en 40 °C. Onder het vriespunt delen ze zich niet meer, maar blijven ze wel in leven als in een soort winterslaap. Bij temperaturen hoger dan 75 °C, bijvoorbeeld tijdens het koken, gaan bacteriën dood. Voedingsstoffen als eiwitten en koolhydraten in de buurt.
De meeste mensen die besmet zijn met darmparasieten hebben sowieso last van buikpijn, maar ook treedt er vaak misselijkheid op, ze kunnen zich wattig in het hoofd voelen, vermoeid voelen of wat depressief.
In de darm vormt de parasiet zich weer om tot een cyste. De cysten worden daarna met de ontlasting uitgescheiden. Zo kan opnieuw een infectie optreden. Een infectie met Giardia lamblia komt op elke leeftijd voor maar vooral bij kinderen tussen de 5 en 14 jaar.
Parasieten zijn kleine 'beestjes' die alleen kunnen overleven op of in een 'gastheer', in dit geval de mens. Bij de mens komen insecten voor die als parasiet leven (hoofdluis, teken), wormen (bijvoorbeeld de lintworm) en ook eencelligen (bijvoorbeeld toxoplasmose of malaria).
Eencellige organismen hebben geen organen waarmee ze ademhalen. Deze organen hebben ze ook niet nodig omdat ze voldoende zuurstof op kunnen nemen via het celmembraan. Grotere meercellige organismen hebben wel ademhalingsorganen nodig om voldoende zuurstof op te kunnen nemen.
Naegleria fowleri (ook bekend als "hersenetende amoebe") is een vrijlevende amoebe die vooral gevonden wordt in warme zoetwatermeren -en rivieren. De amoebe wordt ook gevonden in bezinksel in de nabijheid van plaatsen waar industrie warm water loost en in niet- of slechtgechloreerde zwembaden.
De hersenetende amoebe komt voor in warme zoetwatermeren en –rivieren over de hele wereld. Mensen die gaan zwemmen hebben de kans water in hun neus te krijgen met de amoebe erin. De amoebe gaat dan op zoek naar het zenuwstelsel waar hij zenuwcellen opeet en eiwitten uitscheidt die andere cellen stukmaken.
De vorm van de cel lijkt enigszins op een klein pantoffeltje. Het lichaamsoppervlak is bedekt met trilharen die zorgen voor de voortbeweging. Door de asymmetrische vorm draait het diertje zich om zijn lengteas rond als het zich met behulp van de trilharen verplaatst.
Ze bewegen zich voort via uitsteekseltjes (flagellen of pilli) [1]. Er leven ontzettend veel verschillende bacteriën in onze omgeving, tot wel 5*1030.
Schimmels planten zich voort door middel van sporen. Dit zijn microscopische deeltjes die door de lucht vervoerd worden. Om tot nieuwe schimmels uit te groeien zijn voldoende vocht, een geschikte temperatuur en voedingsbodem (organisch, vaak houtachtig, cellulosehoudend materiaal) essentiële voorwaarden.
Een bacterie heeft geen celkern en is dus een prokaryoot: het erfelijk materiaal ligt los in het cytoplasma. Het DNA bestaat meestal uit één enkel ringvormig chromosoom, vaak vergezeld van een of meer plasmiden, die eveneens genetische informatie bevatten.
Een van de bekendste en meest ontwikkelde eencelligen is het pantoffeldiertje (Paramecium). Dit diertje heeft dankzij een verdichte celwand een redelijk vaste vorm waar hij zijn naam aan ontleent. Het pantoffeldiertje is volledig bedekt met trilhaartjes waarmee hij zijn voedsel verzamelt en zich verplaatst.