U kunt het menu openen door uw computer in te schakelen en de toets F8 ingedrukt te houden voordat Windows wordt gestart. Een aantal opties, zoals de veilige modus, starten Windows in een beperkte staat, waarbij alleen de absoluut essentiële functies worden gestart.
F8 FN + F8 Hiermee spoelt u het medium vooruit. F9 FN + F9 Verlaagt het geluidsvolume van de computer. F10 FN + F10 Verhoogt het geluidsvolume van de computer. F11 FN + F11 Schakelt het geluid in of uit.
Het menu Opties voor Systeemherstel op uw computer openen
Houd F8 ingedrukt voordat het Windows-logo verschijnt. Als het Windows-logo al is verschenen, probeert u het opnieuw door te wachten tot het Windows-aanmeldingsbericht verschijnt en daarna de computer af te sluiten en opnieuw op te starten.
Start het apparaat opnieuw op
Als u uw apparaat opnieuw wilt opstarten wanneer u geen toegang hebt tot Start , drukt u op Ctrl + Alt + Delete, selecteert u Aan/uit en selecteert u Opnieuw opstarten . Opmerking: U kunt uw apparaat handmatig uitschakelen door de aan/uit-knop ingedrukt te houden.
Op de meeste laptops zijn de functietoetsen er ook. Ze zijn dan gecombineerd met een andere functie. Druk de Fn-toets in om van functie te wisselen. Bij sommige computers is het mogelijk de Fn-toets te vergrendelen, bij andere moet u die toets ingedrukt houden om de f-toetsen te gebruiken.
Dat kan gaan om een specifieke actie in een toepassing, zoals een webpagina verversen (doorgaans F5) of een hulppagina oproepen (doorgaans F1). Het kan ook een functie van het besturingssysteem oproepen, of een bepaalde actie uitvoeren tijdens het opstarten van de computer.
Wanneer u in Word bijvoorbeeld op functietoets F7 drukt, wordt de spelling- en grammaticacontrole uitgevoerd. Soms worden functietoetsen als sneltoets gebruikt in combinatie met een andere toets.
Vanuit een zwart of leeg scherm
Hiervoor moet je je apparaat herhaaldelijk uitschakelen en vervolgens inschakelen: Houd de aan/uit-knop gedurende 10 seconden ingedrukt om uw apparaat uit te schakelen. Druk nogmaals op de aan/uit-knop om uw apparaat weer in te schakelen.
Alt of F10. Gebruik toegangstoetsen of pijltoetsen om naar een ander tabblad te gaan.
Start de computer opnieuw op. Houd shift in het aanmeldscherm ingedrukt en klik vervolgens op Power > Restart. Nadat de computer opnieuw is opgestart naar het scherm Kies een optie , selecteert u Probleemoplossing > Geavanceerde opties > Opstartinstellingen > Opnieuw opstarten.
F8: Schakel de ingebouwde draadloze functies in of uit. F9: Multifunctioneel afhankelijk van geïnstalleerd besturingssysteem: – Windows 7: Open het Configuratiescherm. – Windows 10: Open het venster Instellingen.
De toetsen gebruiken als standaardfunctietoetsen
Als je bijvoorbeeld tegelijkertijd op de Fn- en de F12-toets (luidsprekersymbool) drukt, wordt de actie uitgevoerd die aan de F12-toets is toegewezen, en wordt niet het luidsprekervolume verhoogd.
Meer informatie. F4 is een vooraf gedefinieerde sneltoets in Excel waarmee de laatste opdracht of actie wordt herhaald.
Als je FN Lock wilt uitschakelen, druk je weer tegelijkertijd op de FN-toets en de Caps Lock-toets.
Kun je de laptop eens via 'Start' > aan/uit > 'Opnieuw opstarten'. Met het 'Opnieuw opstarten' wordt namelijk het gebruik van het Hiberfil bestand omzeild waar onder andere functies als sluimerstand & snel opstarten gebruik van maken. Deze functies kunnen soms ook problemen veroorzaken.
Druk tegelijkertijd op de Windows toets + Shift + Ctrl + B. Dit zou het scherm terug moeten brengen. Pas vervolgens eventuele Windows updates toe. Door de pc in de veilige modus op te starten, kunt u het probleem helpen beperken.
Ga naar Start , selecteer de aan /uit-knop en selecteer vervolgens Opnieuw opstarten .
Op sommige Latitude systemen wordt de F4-toets gebruikt om de geïntegreerde microfoon te dempen (afbeelding 1). Maar als de microfoon is uitgeschakeld in het BIOS blijft de LED branden nadat het systeem is opgestart met het Windows-besturingssysteem.
Ctrl-C: Kopiëren (Copy) Ctrl-D: Lettertype (Font) Ctrl-E: Centreren (Centre) Ctrl-F: Zoeken (Find)
Functietoetsen kunnen worden gebruikt voor toetscombinaties of voor bepaalde systeemfuncties die op de toetsen zijn afgebeeld. Zo kun je de toets F11 als toetscombinatie gebruiken om het bureaublad weer te geven of als systeemfunctie om het geluid van de computer zachter te zetten. + F11 drukken.
Een taakvenster sluiten met het toetsenbord: Druk op F6 totdat het taakvenster is geselecteerd.