Andere populaire activiteiten zijn: lezen (58%), wandelen (51%), fietsen (48%), winkelen (41%) en tuinieren (40%). Waar bij de meeste activiteiten de verdeling tussen mannen en vrouwen ongeveer gelijk is, zien we bij lezen een aanmerkelijk verschil.
Richtlijn bewegen voor ouderen
Hierin staat het volgende beweegadvies voor ouderen: 150 minuten per week, verspreid over meerdere dagen, matig intensief bewegen. Bijvoorbeeld door te wandelen, fietsen, golfen, zwemmen, de hond uit te laten of flink door te werken in het huishouden of in de tuin.
Breng de activiteit onder de aandacht van doorverwijzers: sleutelfiguren die met ouderen contact hebben zoals wijkteamleden, huisartsen en de kerk of spreek ouderen in je omgeving zelf aan. Zorg ervoor dat de activiteit voor de bezoeker geen financiële drempels oplevert.
De beweegrichtlijn voor volwassenen en ouderen bestaat uit onderstaande punten: Bewegen is goed, meer bewegen is beter. Beweeg minstens 150 minuten per week op matig intensieve inspanning. Bijvoorbeeld wandelen en fietsen en verspreidt het over verschillende dagen.
Bewegen aan matige intensiteit: minstens 150 tot 300 minuten per week. Dat kan je mooi spreiden over de 7 dagen. Bijvoorbeeld: minimum 5 dagen per week 30 minuten zwemmen, elektrisch fietsen, rijden in je rolstoel of wandelen aan een goed tempo. Bewegen aan hoge intensiteit: minstens 75 tot 150 minuten per week.
Calcium, vitamine D en voldoende beweging doen de rest
Naast het eten van voldoende eiwitten, is het belangrijk dat ouderen ook voldoende vitamine D en calcium binnenkrijgen. Vitamine D zorgt ervoor dat je botten sterk blijven. Je lichaam maakt vitamine D aan als het wordt blootgesteld aan zonlicht en de buitenlucht.
Ouder worden brengt een groot aantal veranderingen met zich mee. Zo verandert de haarkleur, komen er meer rimpels, wordt de huid droger, trekt het tandvlees zich terug en hebben veel mensen een gebitsprothese nodig. Over het algemeen nemen lichamelijke kracht, lenigheid, reactiesnelheid, gezichtsvermogen en gehoor af.
Oudere mensen hebben vaak een verminderde reuk- en geurzin dus bij hen vallen vooral de wat sterkere smaken goed. Daarbij is soep nog altijd mateloos populair en genieten ouderen ook veel van Hollandse gerechten zoals gehaktballen en stamppot. En ook toetjes zijn populair onder de oudere generatie.
Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) gaat 40% op aan 'mediagebruik', 30% aan 'ontspanning', 20% aan 'sociale contacten' en de rest soms aan 'vrijwilligerswerk'.
Veel takken van sport (of bewegen) zijn populair bij ouderen, zoals wandelen, fietsen en zwemmen. Ook tafeltennis, golf, schaatsen, bowls en volleybal zijn geschikt voor 65-plussers. Ook is er een groot aanbod gymnastiek- en danslessen.
'Vroeger' woonden gezinnen met kinderen, ouders en grootouders naar volle tevredenheid onder één dak. Ouderen hoefden zich niet druk te maken over hun oude dag en ze maakten zich binnen het gezin nog nuttig ook – met borduren, de tuin spitten en op de kleinkinderen passen.
Alleen wandelen is dus niet genoeg om de spieren te versterken. Probeer als het mogelijk is om verschillende vormen van bewegen te combineren. Bijvoorbeeld door na een wandeling of fietstochtje thuis nog een paar oefeningen te doen. Het helpt ook om op vaste momenten in de week de oefeningen te doen.
Met het ouder worden verandert de samenstelling van je lichaam. Zo nemen je spieren in omvang en kracht af, worden je botten brozer en wordt de verdeling van het vetweefsel over het lichaam minder gunstig. Omdat je spiermassa afneemt, heb je minder energie nodig en daarom ook wat minder eten.
Activiteiten die bestaan uit krachttraining en activiteiten waarbij het lichaam met het eigen gewicht wordt belast, zoals springen, traplopen, wandelen, hardlopen en dansen.
Want voor ouderen (65+) is het advies 6.000 tot 8.500 stappen per dag. Voor mensen met een chronische ziekte of een lichamelijk beperking die nog wel kunnen bewegen is het advies 3.500 tot 5.500 per dag.
Soms bewegen ouderen weinig omdat ze gezondheids- of mobiliteitsproblemen hebben. Als bewegen pijn doet of te moeilijk is, dan is de drempel daarvoor hoog. Anderzijds kan bewegen in zulke gevallen juist ook een positief effect hebben: het kan de problemen verminderen.