In de voorversterker zitten veelal drie buizen, welke samen het ingangssignaal, oftewel de gemaakte muziek, versterken. Dit versterkte geluid wordt aan de eindversterker aangeleverd. Dit onderdeel wordt ook wel de eindtrap genoemd en het bestaat vaak uit minimaal twee buizen en een uitgangstransformator.
Natuurlijke klank
Dit is een van de belangrijkste redenen waarom een buizenversterker zo goed (zeg maar: natuurlijk) klinkt. Een andere reden is de veel lagere thermische vervorming van een buis. Thermisch gezien werkt een buis een stuk constanter.
De EVO 400 heeft zich inmiddels bewezen aan luidsprekers van Spendor, Bowers & Wilkins, Focal, PMC en zelfs aan de machtige Dynaudio Confidence 30. Niet voor niets is de PrimaLuna EVO 400 in het tijdschrift Music Emotion genoemd als mogelijk de beste geïntegreerde buizenversterker in zijn prijsklasse.
Hoe lang buizen mee gaan ligt aan het ontwerp. Voorbuisjes kunnen inderdaad tot 10.000 uur mee gaan. Eind buizen tot 4000 uur maar hoe meer stroom je er doorheen jaagt des te korter de levensduur. Ook continu aan uit zetten is niet altijd bevorderlijk voor de levensduur al is dat niet voor 100% bewezen.
Hoe meer bronnen u van plan bent om aan te sluiten, hoe meer profijt u zult hebben van een voorversterker. Hij dient als het controlecentrum voor uw audiospelers en biedt de juiste signaalroutering, optimale prestaties en het echte audiofiele geluid.
Een stereo versterker ofwel geïntegreerde versterker is opgebouwd uit twee delen: een voorversterker en eindversterker. De voorversterker regelt het volume en kan tussen verschillende bronnen wisselen en de eindversterker die versterkt het signaal zodat het door passieve speakers kan worden afgespeeld.
Het verschil tussen een receiver en een versterker is eigenlijk heel simpel. Met een versterker kan je alleen audio-signaal versturen. Een receiver geeft je de optie om ook video-bronnen aan te sluiten en je speakers aan te sluiten op je televisie.
Veelal wordt de volgende richtlijn gebruikt: Speel je 2-3 in week op je versterker dan is het aan te raden je eindbuizen eens in de 2-3 jaar te vervangen. De voorversterkerbuizen eens in de 5 jaar. Als een buis echt kapot is, is het natuurlijk betrekkelijk eenvoudig om die te vervangen.
Bij klasse H (figuur 4) gebeurt in principe hetzelfde als bij klasse G, alleen wordt hier de voeding niet continu gevarieerd, maar zijn er een aantal voedingsspanningen (meestal twee) waartussen wordt geschakeld. Op deze wijze kan vooral bij grotere vermogens de dissipatie in de eindtrap behoorlijk worden gereduceerd.
Push-pull versterker is een soort eindversterker. Het bevat een paar actieve apparaten, zoals een complementair paar transistors Hier levert de ene transistor de stroom naar de belasting van de positieve voeding en de andere zinkt de stroom van de belasting naar de grond.
Een hybride versterker combineert de muzikaliteit van de buizenversterker met de power van zijn transistor-broertje tegen een doorgaans lagere prijs dan bij een "volledige" buizenversterker het geval is.
De eindtrap neemt gelijkstroomvermogen op uit een voeding. Onder invloed van het stuursignaal wordt dit gelijkstroomvermogen gedeeltelijk omgezet in wisselstroomvermogen, dat dan wordt afgegeven aan de luidspreker.
Gitaristen die in kleinere locaties spelen kiezen vaak voor een buizenversterker of modeling combo van 50 watt en een speakergrootte van 30 cm omdat die meestal een voller geluid geven. Kies voor een gitaarversterker van 100 watt of meer voor het gebruik op grotere locaties of wanneer een groot volume vereist is.
Maar wat ook nog eens een prijsverschil teweegbrengt is de mate van kwaliteitscontrole en R&D. Bij 'goedkopere' merken heb je minder kwaliteitscontrole en minder of geen R&D. Dit zijn allemaal kosten die je moet doorberekenen in je product, waardoor het vanzelfsprekend duurder wordt.
Hoe dan ook, een klasse D-versterker kan door dat supersnel schakelen extreem efficiënt zijn. 90 procent is haalbaar, in theorie zelfs 100 procent. Efficiëntie betekent ook dat deze versterkers niet snel warm worden en dat ze compact blijven.
Klasse G en H zijn in essentie een klasse AB-versterker, maar met een voeding die zich aanpast naargelang de vraag. Het levert pas een hogere voltage als dat nodig is. Hierdoor kan een klasse G efficiënter zijn dan een klasse AB, maar toch indien nodig hoge vermogens leveren.
Voor stereogeluid koop je logischerwijs een stereo versterker. De ingebouwde voeding levert aan slecht twee weergevers vermogen, waardoor de audio versterker het beste in je luidsprekers naar boven haalt. Hoe krachtiger de voeding, hoe beter doorgaans het geluid.
Kanalen. Het aantal kanalen wat een versterker heeft geeft aan hoeveel speakers er op kunnen worden aangesloten. Bij autoversterkers is het meest gangbare aantal kanalen 1, 2 of 4 kanalen. Bij 2 en 4 kanalen kunnen 2 of 4 luidsprekers worden aangesloten.
Hoe meer vermogen de versterker heeft, hoe beter deze “de baas is” over de speakers. Een beter gecontroleerd geluid is het gevolg. Wel moet je opletten bij het vergelijken op vermogen van versterkers, omdat fabrikanten vaak verschillende meetmethoden hanteren.
De meeste platenspelers moet je eerst met een versterker of actieve speakers verbinden voordat je geluid zal hebben. Er zijn echter ook platenspelers waar al een versterker is ingebouwd.
De receiver biedt je de mogelijkheid te schakelen tussen alle inputs en outputs, en dus het gewenste signaal op het gewenste weergave-apparaat te krijgen. Voor video is het redelijk eenvoudig; in de meeste gevallen doet de receiver hier niks mee en wordt het van de bron doorgestuurd naar het scherm of de projector.
Platenspelers hebben speciale phono-voorversterking nodig om vinyl-platen op de juiste manier te laten klinken. Op veel draaitafels is dit al ingebouwd, op sommige niet. Daarnaast hebben sommige versterkers ook al zo'n ingebouwde phono-preamp. In dat geval hoeft je platenspeler het niet te hebben.
20-45 watt
Voor optredende gitaristen is een buizenversterker van 20 tot 45 watt een geweldige keuze. Ze kunnen veel produceren met een lager rendement en ze genereren rock-ready eindversterkervervorming bij hogere volumes. Een buizen versterker van 20-45 watt zal een drummer prima bij kunnen houden.
Een gitaarversterker is een elektronisch apparaat dat de klanken van een elektrische gitaar versterkt. De gitaar wordt door middel van een kabel aangesloten op de versterker. Vervolgens wordt het geluid - eventueel vervormd - door een luidspreker weergegeven.