Maak elke dag de huid rond de insteekopening en de PEG-sonde schoon met water en zeep of doucheschuim. Dit kan bijvoorbeeld onder de douche of in bad. Droog de huid goed. Gebruik geen föhn om de huid te drogen.
klonterige voeding. onvoldoende voor- en naspoelen met water, waardoor voedingsresten in de sonde achterblijven. combinatie medicijnen en voeding.
Bij verstopping
Probeer de sonde door te spuiten met een 20 ml spuit met handwarm water. Maak een pompende beweging met de spuit. Rol de sonde eens door de vingers als de voeding aangekoekt zit. Spuit door met handwarm water en herhaal dit nogmaals.
Zo weet u of de sonde nog diep genoeg zit; Controleer hierna de pleister door te kijken of de pleister nog goed vast zit rondom de sonde; Kijk, indien mogelijk, met een spiegel in de mond en keelholte. Als u ziet dat de sonde opgekruld ligt is dit een teken dat de sonde niet meer op zijn plek ligt.
Doorspoelen van een neusmaagsonde, PEG-katheter of jejunostomie. Het doorspoelen is belangrijk om verstoppingen te voorkomen. U moet de sonde minimaal 4 tot 6 keer per dag doorspoelen met 20 cc lauwwarm water. In ieder geval voor en na het toedienen van sondevoeding of het geven van medicijnen.
Pak de sonde tussen duim en wijsvinger vast en duw hem twee tot drie centimeter naar binnen. Dit noemen we dompelen. Heeft u een PEG-sonde dan draait u de sonde helemaal rond. Heeft u een PEG(J)-sonde dan mag u deze niet ronddraaien.
De PEG-sonde mag 2 jaar blijven zitten. Na 2 jaar wordt de PEG-sonde vervangen voor een ballonkatheter. Om de PEG-sonde te wisselen voor een ballonkatheter moet u een afspraak maken op de polikliniek bij uw behandelend arts. De arts beoordeelt op welke manier de wissel kan gebeuren.
Als het niet lukt om via de mond uw voeding binnen te krijgen, is de PEG J-sonde een goed hulpmiddel. Via de PEG J-sonde wordt voeding direct in de dunne darm gebracht. Als drinken via de mond ook niet kan, dan kan via de PEG J-sonde ook vloeistof in de dunne darm worden gebracht.
Dit zijn voedingssondes die via een kleine, hiervoor gemaakte opening (fistel) door de buikwand in de maag zijn geplaatst. Het grootste verschil tussen de PRG- en de PEG-sonde is de manier van plaatsing. De PEG-sonde wordt met een kijkbuis via de slokdarm geplaatst.
Sondevoeding geeft weinig ontlasting dus u kunt een ander ontlastingspatroon verwachten dan u gewend was. Voor een goede stoelgang en om verstopping te voorkomen is het belangrijk dat u per dag minimaal twee liter vocht gebruikt. U kunt dit voor uzelf nagaan door de hoeveelheid vocht van één dag bij te houden.
Na elke toediening van sondevoeding moet u de sonde met 20-30 ml lauw water doorspoelen. Als u continu sondevoeding krijgt, dient u 4 tot 6 keer per dag de sonde door te spuiten om deze schoon te houden. Ook als de sonde niet wordt gebruikt, moet u deze wel 3 keer per dag doorspuiten met 20-30 ml water.
− Draai de katheter helemaal rond (360 graden) om de lengteas in de insteekopening, zowel linksom als rechtsom. − Schuif het huidplaatje terug in de oorspronkelijke stand. Schoon en droog De huid rond de insteekopening en het huidplaatje moeten elke dag schoongemaakt worden met lauw water. Gebruik geen zeep.
PEG-J sonde nooit draaien!
Gezien de combinatie PEG met binnensonde in de dunne darm mag de PEG-J sonde NOOIT GEDRAAID worden. Bij het dompelen de sonde 3-4 cm naar binnen duwen zodat het interne fixatieplaatje in de maag loskomt van de maagwand. Tijdens het dompelen geldt ook: PEG-J sonde nooit draaien.
Het wisselen van de PEG-sonde. Een PEG-sonde wordt gewisseld met behulp van een endoscoop. Dit is een flexibele slang met een kleine videocamera, ook wel gastroscoop genoemd. De gastroscoop bevat naast een camera ook een werkkanaal waar kleine instrumenten doorheen kunnen.
■ de PEG-sonde komt naar buiten.
binnenkant tegengehouden door een plaatje dat tegen de maagwand zit. Als de sonde eruit valt, kan het gangetje (fistelkanaal) erg snel dicht groeien. Dit kan al binnen enkele uren.
93% van de patiënten met sondevoeding had een passagestoornis van oesofagus of maag en 58% van de patiënten met PV had een ileus. De mediane overleving was 17 weken voor de patiënten met SV en 12 weken voor de patiënten met PV; 29% was overleden binnen 6 weken.
Schuif tijdens de slikbeweging de sonde rustig door totdat de markering op de sonde bij de neus zit. Controleer daarna of de sonde in de maag ligt. Als de sonde goed zit, plak deze dan meteen goed vast op de wang. Dan kan deze er niet meer uit glijden.
In ziekenhuizen moet de voedingsslang elke 24 uur worden vervangen. Sluit de voedingssonde (de voedingslume) bij bolustoediening na elke toediening af met een schoon dopje. Gebruik een dopje maximaal 24 uur. Maak de voedingspomp dagelijks en na morsen huishoudelijk schoon.
U kunt zelf dagelijks een controle doen (methode 1). Of dit wordt gedaan door de verpleegkundige bij het (opnieuw) plaatsen van de sonde (methode 2). Controleer of de sonde nog goed vastgeplakt is en of het markeringsstreepje nog op de juiste plaats zit.
U mag bij het gebruik van de button het volgende nooit doen: ■ vul de ballon nooit met meer ml water dan voorgeschreven op de button; ■ gebruik geen oliehoudende gel of vaseline als glijmiddel, dit kan de ballon beschadigen; ■ plaats nooit een spuit rechtstreeks op de voedingspoort van de button in verband met ...