Zij verzetten zich tegen de feodale samenleving en verwierpen openlijk de dogma's en sacramenten van de roomskatholieke kerk. Zij keerden zich tegen het doopsel, de biecht, het huwelijk, maar vooral tegen de eucharistie - die merkwaardige cultus rond het lichaam van Christus.
In de middeleeuwen stond op ketterij de doodstraf, die werd voltrokken door het zwaard (onthoofding) voor mannen, levend begraven voor vrouwen en/of de brandstapel (verbranding).
ketter: iemand die afwijkt van de rechtzinnige leer; iemand die er een andere dan de gangbare mening op na houdt, bijvoorbeeld op het gebied van wetenschap of kunst. Eigenlijk: lid van de katharen (van het Griekse katharos: rein).
Tachtigjarige Oorlog. Een ketter is iemand die afwijkt van een bepaald geloof van iemand. Een goed voorbeeld hiervan zijn de protestante in de tijd van de Tachtigjarige Oorlog. De Spaanse heerser Filips II was zwaar katholiek, terwijl het merendeel van de Nederlandse bevolking protestants was.
Wie het oneens was met de katholieke leer of kritiek had op de kerkleiders, werd als ketter bestempeld. Ketters werden – naar goeddunken van de kerk en haar wereldlijke bondgenoten – vervolgd, gearresteerd of gedood in naam van het ware geloof.
Roken als een ketter betekent 'heel veel roken', 'roken als een schoorsteen' en vloeken als een ketter betekent 'heel veel vloeken', 'grof in de mond zijn'. Het woord ketter is afgeleid van de Katharen, de benaming van een Franse elfde- en twaalfde-eeuwse religieuze gemeenschap.
Het Bloedbad van Béziers (Occitaans: lo chaple de Besièrs, ook wel Grand masèl) was een militaire operatie die plaatsvond gedurende de Albigenzische Kruistochten. Hiermee wordt de massamoord bedoeld die gepleegd werd om de katharen te vernietigen.
Verdenkingen van ketterij en andere misdrijven tegen het geloof werden het zwaarst bestraft: op de brandstapel. Dit betekende niet alleen een gruwelijke dood, minstens zo erg was dat je door de totale vernietiging van je lichaam geen toegang meer had tot het hiernamaals.
De Spaanse Inquisitie was een in 1478 door de Reyes Católicos van Spanje opgericht instituut, om de katholieke orthodoxie te handhaven tijdens hun heerschappij. Zij stond onder directe leiding van de Spaanse monarchie en werd pas definitief afgeschaft in 1834 tijdens het bewind van Isabella II.
Net als de manicheeërs geloofden zij in twee goddelijke principes: het Goede en het Kwade. Beide zijn in een eeuwige strijd met elkaar verwikkeld. Het Goede (God) staat voor het zuiver geestelijke; het Kwade (Satan) staat voor het stoffelijke en het 'vleselijke', dat is alles wat met lichamelijke lusten te maken heeft.
''Het woord ketterij is afgeleid van het Griekse woord hairesis, dat keuze betekent. In de loop van de geschiedenis is het de term geworden om mensen met een afwijkende geloofsleer aan te duiden. Het woord werd in het bijzonder gebruikt om de Katharen mee aan te duiden.
Het bloedplakkaat is een keizerlijke verordening die ingesteld werd om te voorkomen dat afvallingen van de Rooms-katholieke kerk activiteiten zouden ontplooien. In 1550 ontvouwde keizer Karel V het bloedplakkaat.
heidens bijv. naamw. Uitspraak: [ˈhɛidəns] 1) heel groot Voorbeeld: `een heidens karwei`Synoniemen: gigantisch, enorm 2) als iets verband heeft met mensen zonder of met een ander geloof Voorbeeld: `heidense rituel...
De Beeldenstorm ontstond niet vanuit het niets. Het jaar 1566 was sowieso al onrustig geweest. De lage adel uit de Nederlanden had zich verbonden en was in opstand gekomen tegen het gezag van de katholieke Spanjaarden die met hun inquisitie ernst maakten met de vervolging van protestanten, ketters in hun ogen.
In 1566 woedt de Beeldenstorm door de Nederlanden. Protestanten vallen honderden kerken binnen, vernielen de heilige beelden en plunderen alles leeg. Ze uiten hiermee hun kritiek tegen de rooms-katholieke kerk en tegen het bewind van koning Filips II.
De Opstand, ook wel bekend als de Tachtigjarige Oorlog, duurde van 1568 tot 1648. Het verzet begon naar aanleiding van de invoering van een belastingmaatregel en de harde vervolging van protestanten. Al snel werd het echter een algehele opstand tegen de Spaanse machthebber in de Nederlanden, Filips II.
In 1243 besloot paus Innocentius IV dat bij de verhoren van verdachten ook marteling was toegestaan. De inquisitie vormde van toen af aan, onder rechtstreeks toezicht van de paus, een ontzagwekkende, nagenoeg onaantastbare macht, niet alleen van de Kerk over het volk, maar ook binnen de Kerk zelf.
Volgens de bekende cijfers, afkomstig van Juan Antonio Llorente (1756-1823), secretaris van de Spaanse Inquisitie, werden tijdens het gehele bestaan de Spaanse Inquisitie 32.000 mensen ter dood veroordeeld.
De rektafel of pijnbank was niet dodelijk, maar was een van de pijnlijkste martelmethoden. Het slachtoffer werd op een tafel gelegd en er werden touwen om handen en enkels gebonden. Met een rad en tandwielen werden armen en benen langzaam uit elkaar getrokken.
Dat betekent dat je weg moest en je niet meer mocht laten zien. Vaak werd je dan ook verminkt, door brandmerken, het afhakken van ledematen of het verminken van neus, tong, oren of ogen. Iedereen kon dan altijd zien dat je een misdaad had begaan. De doodstraf was de ergste straf.
In de late Middeleeuwen wordt de Inquisitie opgericht. Deze kerkelijke rechtbank was belast met het opsporen en straffen van 'ketters'. Een ketter was iemand die in gedachten of daden afweek van de officiële katholieke geloofsleer. Als protestant of aanhanger van het joodse geloof, was je dus sowieso een ketter.
In het zuidelijk grensgebied van Zuid-Frankrijk bevinden zich naast vele andere kastelen burchten die dienden als toevluchtoord voor katharen, een religieuze groep uit de late middeleeuwen. Het merendeel van deze burchten bevindt zich in het departement Aude in de streek Les Corbières.
Een ketter is iemand die een geloof of levensovertuiging heeft dat afwijkt van het 'basis' geloof. Bijvoorbeeld: de protestanten zijn de ketters van de katholieke kerk.
Onder heidendom of paganisme worden in het algemeen alle religies begrepen die noch monotheïstisch zijn, noch op de Bijbel zijn gebaseerd. In West-Europa gaat het hierbij om voorchristelijke, niet-abrahamitische religies van voornamelijk Keltische, Germaanse en Slavische oorsprong.