Ze leefden van de landbouw en de veeteelt: ze bewerkten het land, verbouwden gewassen, onderhielden olijfbomen en wijgaarden en zorgden voor het vee. Soms werkten ze voor zichzelf maar meestal werkten ze voor een grootgrondbezitter. Ze konden dan vrije pachters worden of rentmeesters met slaven onder hen.
Grootgrondbezitters: Zij woonden in prachtige villa's op het platteland in paleizen in de stad Rome. In de zomer gingen ze naar het platteland omdat het dan in Rome druk, vies en benauwd was! Deze families hielden zich bezig met het bestuur van een stad of rijk. Soms hielden ze zich ook bezig met oorlog voeren.
Mannen en vrouwen in het Romeinse Rijk droegen een tunica. De tunica was een lang kledingstuk van linnen, wol en/of katoen dat rond het middel met een gordel was vastgesnoerd. Bij de mannen hing de tunica op de knie, maar voor de vrouwen was deze langer.
Enkele beroepen van zowel de rijke als de arme middenstand waren: ketellapper, slager, smid, geldwisselaar, stoffenhandelaar, kledingverkoper, schoenverkoper, schoenmaker, wijnhandelaar, kroegbaas, tentenmaker, leermaker.
“Over de gemiddelde leeftijd van de Romeinen heerst bijvoorbeeld veel discussie”, zegt demograaf Patrick De Boosere (VUB). “We moeten ons daarvoor behelpen met aantekeningen op grafstenen. Toch kunnen we ervan uitgaan dat men toen tussen de 26 en 30 jaar oud werd.
Het Romeinse leger had lange tijd een indrukwekkende reputatie. Het stond bekend als een sterke, efficiënte krijgsmacht waartegen geen kruid gewassen was. Germaanse en Keltische tegenstanders, hoe driest en moedig ook, waren dikwijls geen partij voor de Romeinse beroepssoldaten.
Aangezien men in Rome de Kelten verschrikkelijke barbaren vond, werd het de Romeinse man verboden deze broek te dragen. Maar de Romeinen buiten Rome vonden de braccae erg comfortabel en droegen hem stiekem toch! Daardoor was het na de val van het Romeinse Rijk (476) heel gewoon dat een man een broek droeg.
Zoals het overgrote deel van de antieke religies behoort ze tot de polytheïstische volks- en stammenreligies. Zij wordt gekenmerkt door een veelvoud aan riten die als doel hadden de natuurlijke en publieke orde te handhaven.
De imponerende toga werd enkel door burgers gedragen en bestond uit wol. Daaronder droegen de mannen een lendendoek met tunica, in feite twee lappen stof met drie gaten, die ze ook als nachtkleding gebruikten. De tunica mocht niet te lang zijn, anders werd dat als 'verwijfd' aanzien. Zij was meestal wit wolkleurig.
De omgeving van Rome heette Latium en de bewoners Latijnen. Daarom noemen we de taal de van Romeinen Latijn. Rome werd een wereldmacht en daardoor werd Latijn de belangrijkste voertaal.
Het Romeinse leger bestond uit soldaten en officieren. De soldaten waren goed bewapend en konden goed vechten. Daarom is het Romeinse Rijk ook zo groot geworden. Een Romeinse soldaat droeg een borstharnas, helm en sandalen.
DE ROMEINSE LIMES IN NEDERLAND
2000 jaar geleden, van ongeveer 40 tot 400 na christus, liep de grens van het grote Romeinse Rijk midden door wat nu Nederland is. Het was het Romeinse leger niet gelukt om héél Nederland te veroveren. De rivier de Rijn werd toen gekozen als grens.
De monopod en de tripod werden door de Romeinen van de Grieken overgenomen. De tafeltjes hadden een houten of marmeren blad. (zie afbeelding 23) Van de tripod en de gewone tafel met vier poten bestond ook een opklapbare versie. De wangentafel is een nieuw type tafel dat de Romeinen hebben uitgevonden.
Tot 476 na Christus heersten de Romeinen over een groot deel van Europa en Noord-Afrika. Daarna werden ze door allerlei volken aangevallen en waren ze niet sterk genoeg meer om te winnen. Maar hun uitvindingen zijn nog steeds overal in gebruik: centrale verwarming, waterleidingbuizen, riool, dakpannen en nog veel meer.
Het Rijk wordt aangevallen door de Franken en de Germanen. Die trekken zelfs op richting Rome. In het jaar 476 wordt het Keizertje Romulus Augustulus afgezet, en klimt het Germaanse stamhoofd Odoaker op de troon. Het west Romeinse Rijk is ten einde, de Middeleeuwen kunnen beginnen!
In 380 roept keizer Theodosius de Grote het christendom uit tot staatsgodsdienst van het Romeinse rijk. Hiermee komt er politiek gezien een einde aan de geschiedenis van het vroege christendom. Op theologisch gebied markeert het werk van Augustinus van Hippo het einde van de christelijke oudheid.
De Romeinen waren altijd erg gelovig geweest. Maar hun geloof leek niet erg veel op het Christendom. Het leek meer op de religie die de oude Grieken ook hadden gehad. Zij geloofden namelijk in meerdere goden.
Romeinse goden en geofferde dieren
Janus, de god van huis en haard, eiste een ram van zijn aanbidders. En aan Mars, de Romeinse oorlogsgod, werd gewoonlijk een drieledig offer gemaakt. Aan hem droegen de Romeinen de zogenaamde 'suovetaurilia' op, dat bestond uit een os, een schaap en een varken.
In Fiji, Myanmar en Bhutan dragen mannen rokken. In Griekenland is het zelfs een integraal onderdeel van het militaire uniform. Nergens heeft een rok echter een grotere culturele betekenis dan in Schotland, waar het kledingstuk gedragen wordt als Schotse kilt.
In 451 werden ze echter bij een aanval op het West-Romeinse Rijk in de Slag op de Catalaunische Velden verslagen door een leger bestaande uit Romeinen, Franken en Visigoten onder leiding van Flavius Aetius, een van de laatste grote Romeinse veldheren. Hiermee kwam een eind aan de mythe van de onoverwinnelijke Hun.
Door de eeuwen heen veroverden de Romeinse soldaten steeds meer gebieden. Eerst werd Italië veroverd, later heel het gebied rond de Middellandse zee. Uiteindelijk veroverden ze ook onder andere Egypte, Engeland en een deel van Nederland.
Romeinse soldaten mochten niet trouwen, want dat mocht pas als ze 25 jaar in het leger hadden gezeten. Daarna gingen ze met pensioen en mochten ze trouwen, land bezitten en deelnemen aan de Romeinse samenleving.
Uit onderzoek is gebleken dat de West Europese bevolking sinds de Romeinse tijd van 1.76 m gekrompen is naar 1.66 m in de 18e eeuw. Omdat in de vroege middeleeuwen de bevolking voor werk naar de steden trok, kwam daar een overbevolking.
Bij de mannen waren er geen verschillen op vlak van lengte en BMI, maar ook hier werden de fysiek meer actieve deelnemers gemakkelijker 90 jaar. Vrouwen hadden een 31% hogere kans om 90 jaar te worden als ze op 70-jarige leeftijd langer waren dan 1,75 meter.