Een vermogensbestandeel zoals bijvoorbeeld aanspraak op een pensioen, is waardevast als het de algemene prijsontwikkeling volgt of dat er sprake is van een vorm van indexatie die de inflatie corrigeert. Of meer algemeen: Aanspraken zijn waardevast wanneer de koopkracht ervan behouden blijft.
Goud is waardevast
In tijden van hoge inflatie, devaluatie van valuta's en politieke onzekerheid floreert goud namelijk. Daarnaast behoudt goud ook altijd zijn intrinsieke waarde. Men ziet goud hierdoor als uitstekende store of value, een garantie voor het behoud van koopkracht.
Een uitkering of vordering is waardevast als de ontvanger c.q. bezitter daarvan dezelfde hoeveelheid goederen kan blijven kopen - dus als het nominale bedrag wordt geïndexeerd met de inflatie (prijsstijgingen).
Wie over enig vermogen beschikt, komt voor de keuze te staan waar dat vermogen dan in te beleggen. Beleggen in onroerend goed, dus een huis of appartement kopen en verhuren, is een heel goed idee. Het rendement op vastgoed in de afgelopen jaren is stabiel.
Het beste antwoord. Welvaartsvast (nieuwe betekenis): De AOW-uitkering zal meestijgen met het gemiddelde loon, terwijl er tot nu toe een koppeling is aan het minimumloon. Dat laatste staat ook in de wet. Het minimumloon groeit op zijn beurt mee met het gemiddelde van de loonstijging die in de CAO's wordt overeenkomen.
De waarde van uw inboedel telt mee als vermogen als de verkoopwaarde meer is dan € 2.269. Meestal is een gewone inboedel minder waard bij tweedehandsverkoop.
Je kunt je bijvoorbeeld geld verdubbelen door het te investeren in een eigen onderneming. Het rendement is in dat geval echter wel moeilijker te meten. Ook kun je geld investeren in een studie. Doordat je daarna waarschijnlijk een hoger salaris krijgt verdubbel je in principe ook je geld met deze investering.
De huidige goudprijs laat zien dat we nog ruim 11% onder deze goudprijs verwachting voor 2022 staan. Een troy ounce goud kan dus (volgens Goldman Sachs) nog 209 US dollar meer waard worden in de aankomende periode. Beleggers in gouden munten en goudbaren zouden met deze verwachting goed uitkomen.
De nadelen van beleggen in goud
Eén van de grootste nadelen van beleggen in (fysiek) goud is dat er geen rente, huuropbrengsten of dividend over wordt uitgekeerd. Allerlei andere beleggingen geven wel deze voordelen. Goud wordt verder als een 'veilige haven' gezien. Maar dat is niet altijd het geval.
Een waardevast(e) pensioen of uitkering stijgt bijvoorbeeld met 2% als de prijzen met 2% stijgen. Een uitkering of pensioen kan ook welvaartsvast zijn, dan stijgt het mee met de gemiddelde loonstijging. Het verhogen van een pensioen of uitkering op basis van een prijs- of loonstijging heet indexeren.
Om het geheel betaalbaar te houden wordt de pensioendatum langzaam verschoven van 65 jaar naar 67 jaar. Het is in de toekomst niet uit te sluiten dat er noodzaak bestaat om de AOW-leeftijd verder te verschuiven.
Als voordeel heeft een welvaartsvaste dan wel dat door de welvaartsvaste uitkering de inkomensverschillen minimaal blijven. Als de lonen veel meer stijgen dan de prijzen, dan zullen de waardevaste uitkeringen veel lager zijn dan de gemiddelde lonen in een land.
Goldman Sachs heeft het koersdoel voor de goudprijs voor 2022 flink verhoogd. De analisten van de bank denken dat door een recessie in 2022 goud zal stijgen in waarde. Goud had in 2021 last van goede economische omstandigheden. In Amerikaanse dollars daalde de goudprijs vorig jaar met 4%.
Het voordeel van beleggen in goud is dat het kopen van goud uw vermogen bescherming biedt tegen de invloeden van inflatie. Bovendien zal goud nooit zijn waarde volledig verliezen. Nadeel van beleggen in goud is dat u doorgaans niet heel snel veel rendement kunt genereren als u goud koopt.
Hoeveel spaargeld heeft een 65-jarige gemiddeld? Volgens onderzoek van het CBS heeft een 65-jarige gemiddeld €59.300 aan spaargeld op zijn bank- en/of spaarrekening staan. De mediaan ligt met €22.500 aan spaargeld een stuk lager dan het gemiddelde.
In totaal zijn er in Nederland 2.467.000 huishoudens die meer dan €100.000 aan vermogen hebben (bron). Dat komt neer op 5,18 miljoen mensen.
Hoeveel spaargeld heeft een 40-jarige gemiddeld? De conclusie is dat 70% van de mensen tussen de 41-45 jaar meer dan €3000 spaargeld hebben. De overige 30% heeft logischerwijs minder dan €3000 spaargeld.