De wulp (Numenius arquata) is een grote steltloper, een vogel uit de familie van de strandlopers en snippen (Scolopacidae). Deze vogel leeft in uiteenlopende halfopen tot open terreinen en voedt zich met kleine dieren die hij met zijn dunne snavel uit de grond haalt.
Ooit kwamen in Nederland vier soorten wulpen voor. Dat wil zeggen, een daarvan is inmiddels uitgestorven en een ander is extreem zeldzaam. Blijven de twee bekendste kromsnavels over: wulp en regenwulp. Vooral nu kunt u ze tegenkomen.
Geluid. Tweelettergrepig, fluitende roep, "koer-líe". Zang met lange trillers.
De wulpen in Nederland broeden voornamelijk in natte en droge heide, duinen en moerassen. De laatste jaren komen ze ook steeds meer voor in weilanden, hooilanden en akkerland. Hun grootste voorkeur gaat echter nog steeds uit naar vochtige heide. Naar schatting broedt 15% van de Europese populatie in ons land.
De wulp (Numenius arquata)
De wulp behoort tot de familie van de strandlopers. Hij kan tot 57 cm groot worden en is zo de grootste Europese steltloper.
Blatend geluid ("hemelgeit") tijdens baltsvlucht is mechanisch: luchtstroming door speciaal gevormde staartpennen veroorzaken dit. Verder "kloktikken" vanaf de grond in de broedtijd. Buiten broedtijd vaak een schor "krèètsj".
Eén van onze grootste steltlopers, met de langste snavel, die wel 20 jaar oud wordt: de wulp. Jammer genoeg zit ie ernstig in de achteruit en staat voor het eerst op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels.
Het voedsel bestaat uit op de grond levende insecten(larven), regenwormen, slakjes, kleine hoeveelheden zaden en ander plantaardig materiaal.
De toekan wordt tussen de 35 en 60 centimeter hoog. De vleugels zijn relatief kort en de staart is tamelijk lang. Zijn rugveren zijn glanzend zwart en vaak heeft hij op zijn borst een bontgekleurd verenpak. De poten zijn gebouwd zoals die van de specht, met twee tenen naar voren en twee tenen naar achteren gericht.
Broedvogels. Tot de broedvogels van het wadden-gebied horen: meeuwen, sternen, eenden, steltlopers, lepelaars, en veel soorten zangvogels. Veel van deze broedvogels trekken bij het aanbreken van de winter terug naar het zuiden.
Bijzonder geschikt hiervoor zijn vogels die hun eigen naam roepen: koekoek, tjiftjaf, koolmees, roerdomp, kievit, oehoe en grutto.
Geluid. In voorjaar een herhaalde diepe bassende roep, "hoemp". Op trek 's nachts een meeuwachtig "kau".
Geluid. Kenmerkende roep is een mooi, fluitend "tluu…", vaak twee-, driemaal herhaald. Balts bestaat uit variatie op roep, in serie voorgedragen. Alarmroep is veel scheller "tuuk!"
Bij voorkeur eet hij voorn, baars, snoekbaars en paling. De aalscholver eet dagelijks zeker 500 gram vis. Over het algemeen is het een stille vogel, maar in kolonies produceert de aalscholver allerlei kwakende en krakende binnensmondsegeluiden.
De enorme snavel van de toekan fungeert als een grote koelkast. De temperatuur van de snavel kan past zich naar de omstandigheden aan. Toerako's zijn echt fruiteters, ze eten alles behalve citrusvruchten want hun lever kan deze vruchten niet verwerken!
Toekan snavel: dit is zijn functie
Dit doen ze om zichzelf op te warmen of om af te koelen. Zo zul je toekans altijd zien slapen met hun snavel in hun verenpak gestopt om te voorkomen dat hun snavel te snel afkoelt.
Het duurt nog maanden voor hun snavels zo lang zijn als die van een volwassen toekan. In het wild kunnen reuzentoekans 26 jaar worden. Gemiddeld worden ze 20 jaar. In gevangenschap worden ze doorgaans niet ouder dan 18 jaar.
Bovendien vliegt de fuut bijna nooit, tenzij er acuut gevaar dreigt. Overigens geldt dat ook voor de meerkoet. Beide kunnen overigens wel goed vliegen. Als ze in de rui gaan, trekken ze in grote groepen naar de IJsselmeerkust om hun verenpak uit te trekken en een nieuwe jas aan te trekken.
In Nederland eet de volwassen grutto regenwormen en emelten. Jonge vogels jagen op insecten zoals langpootmuggen. Tijdens de trektocht in Portugal en Spanje en in het overwintersgebied is de grutto vegetariër en eet hij rijstkorrels.
Vooral kleine zoogdieren, zoals woelmuizen (in Nederland veel veldmuis, rosse woelmuis) en jonge konijnen. Ook regenwormen, kevers, amfibieën, jonge vogels en aas. Over het algemeen geen snelle jager, maar kan soms vogels en volwassen konijnen pakken. Jaagt vooral vanaf zitplaats laag boven de grond.
Schel, hoog en vérdragend. Luidruchtig, roept schel "(te-)piet!".
100 guldenbiljet
Op een biljet van honderd gulden in Nederland voor de invoering van de euro stond op de voorzijde een watersnip afgebeeld, en op de achterkant een poelsnip.