Hoewel de zijweg van andere verharding is, is deze weg toch gelijkwaardig aan de geasfalteerde weg. De witte blokmarkering benadrukt dit. Verkeer van rechts heeft in deze situatie voorrang.
Op plaatsen waar fietsers de rijbaan mogen oversteken staan vaak witte vierkante blokken op het wegdek geschilderd. De fietsers rijden dan tussen twee rijen blokken door naar de overkant. De blokken geven slechts de oversteekplaats aan; ze geven geen recht op voorrang aan.
Een blokmarkering wordt gebruikt bij in- en uitvoegstroken, bushalte en om oversteekplaatsen aan te duiden. Als de blokmarkering in de lengterichting van de weg geplaatst wordt dan scheidt deze de in- of uitvoegstrook van de doorgaande rijbaan.
Voorrangsteken. Een voorrangsteken waarschuwt u dat u een kruispunt nadert waar u voorrang moet verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. Voor deze kruispunten is ook bord B6 geplaatst en zijn op de weg meestal haaientanden aangebracht.
Als lengtemarkering als vorm van deelstreep om een uitrijstrook, invoegstrook, voorsorteerstrook of weefvak mee aan te duiden.
Hoewel de zijweg van andere verharding is, is deze weg toch gelijkwaardig aan de geasfalteerde weg. De witte blokmarkering benadrukt dit. Verkeer van rechts heeft in deze situatie voorrang.
Wegmarkeringen worden onder andere gebruikt om:
Rijstrookverdelingen aan te geven. Inhaalverboden aan te geven. parkeer of stopverboden aan te geven. Tijdelijke omleiding aan te geven.
Hoe zie ik hoe hard ik mag rijden? Verkeersborden langs of boven de weg geven de maximumsnelheid aan. Houd de borden in de gaten als je wilt weten hoe hard je ergens mag. Omdat de maximumsnelheid in de avond en nacht hoger is dan overdag, hebben veel borden een zogeheten tijdvenster.
Wegmarkering is het geheel aan tekens die op het wegdek staan aangegeven en het verkeer door middel van de visuele informatie geleiden. Wegmarkering omvat onder meer pijlen, strepen, doorgetrokken en onderbroken lijnen, haaientanden.
Om je te waarschuwen voor een gevaarlijk punt worden soms zigzag-strepen op het wegdek aangebracht. Dit kan zijn een voetgangersoversteekplaats, gevaarlijk kruispunt of een ander gevaarlijk punt.
Een dubbele witte middenstreep met groen ertussen (100km/u), dubbele witte streep zonder groen ertussen (80km/u), ontbrekende middenstreep (80km/u) of onderbroken kantstreep zonder middenstreep (60km/u) geeft de toegestane maximumsnelheid op die weg aan.
LET OP: ONMIDDELLIJK PASSAGIERS IN/UIT LATEN STAPPEN IS TOEGESTAAN: langs een gele onderbroken streep. bij een bord bushalte met zwart-wit geblokte markering. bij een bord bushalte zonder blokmarkering, maar alleen als de halte minstens 24 meter lang is, te weten 12 meter voor en 12 meter na het haltebord meet.
Een bebouwde kom kenmerkt zich namelijk door langs de weg gelegen bebouwing van zodanige omvang en dichtheid dat een duidelijk verschil in wegkenmerken benadrukt wordt. Uit de algemene regels van een bebouwde kom komt voort dat de toegestane snelheid binnen de bebouwde kom 50 km/h is, tenzij anders aangegeven.
Voorrangsregels bij militaire colonne
Doorkruisen van een militaire colonne mag nooit, ook niet als je de militaire colonne op een voorrangsweg tegenkomt. Als deze de voorrangsweg aan het oversteken is, moet jij wachten, ondanks dat je volgens de normale verkeersregels voorrang hebt.
De blokpijl is de meest eenvoudige pijlvorm die bestaat. Feitelijk is het een driehoek met de punt omhoog of omlaag wijzend. De blokpijl werd in Nederland toegepast tussen 1958 en ongeveer 1970. Tegenwoordig wordt de blokpijl nog toegepast in België.
Er geldt geen minimumsnelheid voor wegverkeer. Als u te langzaam rijdt kunt u wel het overige verkeer hinderen of in gevaar brengen. U krijgt dan een boete.
Soorten strepen op de weg
dubbele witte middenstrepen met groene kleur ertussen: 100 kilometer per uur; dubbele witte middenstrepen zonder groene kleur: 80 kilometer per uur; geen middenstreep: 80 kilometer per uur, behalve als er langs de weg een bord staat met 60 kilometer per uur.
50 km/h is de standaard binnen de bebouwde kom. Zoals aangegeven merk je dat aan het plaatsnaambord dat je voorbij rijdt. De rijbaan wordt vaak aangegeven door middel van een onderbroken of doorgetrokken streep tussen jou en de tegenligger.
Wegmarkering voor tijdelijk veranderde wegsituatie
Wanneer wegwerkzaamheden een tijdelijk veranderde wegsituatie veroorzaken, wordt gebruik gemaakt van gele markering. U ziet dit voornamelijk bij situaties waarbij een wegstrook is afgesloten, waardoor verkeer over een andere baan moet worden gestuurd.
Een groene streep op de weg geeft aan dat de maximumsnelheid hier 100km/u is. De brede groene middenstreep maakt je extra alert op het gevaar van inhalen. Een groene streep op de weg met een onderbroken lijn geeft aan dat je op de weg wel mag inhalen. Aan de strepen kun je zien hoe hard je mag rijden.
Verschil autoweg en autosnelweg
Het begin van een autosnelweg kun je herkennen aan het Verkeersbord G1. Het einde van een autosnelweg aan het Verkeersbord G2. Op autosnelwegen mogen alleen voertuigen rijden die minimaal 60 km/u kunnen en mogen rijden. De standaard maximumsnelheid op een autosnelweg is 130 km/u.
Bestuurders moeten voorrang verlenen aan bestuurders van rechts. Bestuurders die afslaan, moeten het verkeer dat hun op dezelfde weg tegemoetkomt of dat zich op dezelfde weg naast, dan wel links of rechts dicht achter hen bevindt, voor laten gaan.
Wat moet je doen als je niet kunt invoegen? Op het einde van de invoegstrook stoppen, en wachten totdat je ertussen kan. NIET over de vluchtstrook doorrijden.
Reacties. "Er geldt geen minimumsnelheid voor het wegverkeer. Wel kunt u een boete krijgen als u zo langzaam rijdt dat u het overige verkeer hindert of in gevaar brengt." Dus nee, niet per se, maar je mag overig verkeer niet in gevaar brengen.