In de Zeeuwse dialecten bestaan nog heel veel andere woorden om 'onstuimig' te benoemen. Wat het weer betreft hoor je ruug en roeë, ievallig, robuustig of schoef en heel zelden kuun. Ook boog en schurdig zijn opgetekend in deze betekenis in het Zeeuwse woordenboek.
Schuw = 1) Angstig 2) Bal 3) Bang 4) Bang voor vreemden 5) Beangst 6) Bedeesd 7) Beschroomd 8) Bevreesd 9) Bleu 10) Eenkennig 11) Geneigd te vluchten 12) Geneigd tot vluchten 13) Geweldig 14) Kopschuw 15) Kreen 16) Mijde 17) Niet ges...
Schofterig betekent (op een onbeschofte manier) gemeen en wordt doorgaans gebruikt ter typering van een opzettelijke handeling waarbij een ander in mentaal opzicht onheus wordt bejegend (geschoffeerd) of in materieel opzicht benadeeld.
schoof (de; v(m); meervoud: schoven) 1samengebonden hoeveelheid halmen schui·ven (schoof, heeft, is geschoven) 1zonder optillen door duwen voortbewegen over een vlak: een beslissing voor zich uit schuiven uitstellen2(van opium) roken3zich in evenwijdige richting over of langs een vlak voortbewegen: laat hem maar ...
Zelfs bezjoer wordt hier en daar gebruikt als afscheidsgroet. Als men een kind wil laten zwaaien bij het afscheid, zegt men in Tholen doe ma(e) bezjoere, zwoaie, met de wat opvallende maar in Zeeland vaker voorkomende doe in deze zin. Het betekent zoveel als 'zwaai maar'.
Het Zeeuwse peuke en varianten. In oktober 2016 werd in Schouwen-Duiveland een verkiezing van het mooiste dialectwoord georganiseerd tijdens de Maand van de geschiedenis. Bezwuumd won het nipt van peuke.
Heuj/hoj/hoei
Een andere veel gehoorde begroeting in Zeeland (en ook daarbuiten) is het informele heuj of hoj. Het komt in allerlei vormen ruim verspreid in het taalgebied voor. De oudste vorm zou hei zijn, een vorm om aandacht te trekken.
Een schoof van een graangewas dat is afgesneden wordt een garf, garve of korenschoof genoemd. Toen het graan met de hand werd geoogst werden de graanhalmen samengebonden.
bundel (zn) : kwast, bos, pak, spullen, bagage, knot, wis, schoof, dot, bussel. garf (zn) : schoof.
Schoof heeft een vriendin en met zijn ex-vrouw twee uit China geadopteerde dochters.
We noemen een handeling amoreel als er geen morele waarden of normen in het spel zijn, bijvoorbeeld het genieten van de zon en de wind, van beeldende kunst, of van muziek.
slecht, smerig, geniepig, oneerlijk, min, akelig, laag, vuil, doortrapt, wreed, vals, schofterig, verachtelijk, boosaardig, verraderlijk, honds, vinnig, laaghartig, onedel, trouweloos, vilein, ploertig, vuig, kwetsend, ploerterig, schurkachtig, krenkend, laag-bij-de-gronds, snood, fielterig.
Wat is soortspecifiek gedrag? Soortspecifiek gedrag: Instincten, aangeboren gedrag. Soortspecifiek gedrag is het product van evolutie, maar dat betekend niet dat ze per se vaststaan in vorm of niet beïnvloed worden door leren.
Schofterig definities
Afbreekpatroon: schof·te·rig Verbuigingen: schofteriger Verbuigingen: schofterigst onaangenaam brutaal en gemeen Voorbeeld: 'De schofterige man gaf de kleine hond een harde trap.
een gemene vent, een naarling (oorspr. "schoelje", scheldwoord voor een roofridder die het daglicht schuwt als de uil, ook "schavuit")
iemand beledigen of vernederen
`Ik vind zijn standpunten weerzinwekkend, maar ik zal proberen hem niet te schofferen tijdens ons debat. `
Een synoniem of evenwoord van een bepaald woord in een taal is een ander woord in dezelfde taal met min of meer dezelfde betekenis. Dit verschijnsel wordt synonymie genoemd. Voorbeelden van (gedeeltelijke) synoniemen in het Nederlands zijn: portemonnee – beurs.
betrouwbaar, veilig, zeker, risicoloos.
bijzonder (bn) : speciaal, ongewoon, buitengewoon, uitmuntend, zeldzaam, afwijkend, raar, uniek, vreemd, origineel, opmerkelijk, eigenaardig, apart, afzonderlijk, specifiek, exceptioneel, zonderling, excentriek, markant.
1) Begerig 2) Bereidwillig 3) Geheid 4) Gemakkelijk 5) Geredelijk 6) Gezwind 7) Glad 8) Graag 9) Graveernaald 10) Gretig 11) Gretig en vlug 12) Grifweg 13) Schrijfstift 1...
samengebonden graanhalmen landbouw Voorbeeld: 'Na het maaien werden de garven, meestal in groepjes van 6 of 8, schuin bij elkaar gezet tot een schoof.
Schoof is een bundel afgemaaide korenhalmen; zoodra zij echter gedorscht zijn, spreekt men van een bos stroo. In beteekenis komt het woord met garf overeen. Schoof is meer in de beschaafde spreektaal in gebruik, garf is in sommige streken de landbouwnaam.
Gefeliciteerd wordt in Zeeland wat vervormd tot g/hefieleseteerd, hefielesteerd of gefissetêêrd, gevolgd door mee je verjaerdag, of in West-Zeeuws-Vlaanderen mi je verjaorienge en in Tholen mee(t) de vermeerderienge van je jaeren.
Dit zinnetje is een bekend sjibbolet om het taalgebruik van de Zeeuwen te typeren: Kiek, kiek, een kacheltje op den diek! Wie denkt dat er een warmtebron op de dijk staat, heeft het mis. Een kacheltje is Zeeuws voor 'veulen'. De -n in den geeft het woordgeslacht aan, en de Nederlandse ij spreekt men uit als ie.
Kia ora wordt in heel Nieuw-Zeeland gebruikt als een informele begroeting. Deze zin wordt gebruikt om hallo te zeggen, dankbaarheid te uiten, liefde te sturen en een verbinding te maken. Het is een goede zin om mee te beginnen als u de Maori-taal wilt oefenen.