Het empirisme is een filosofische stroming waarin gesteld wordt dat kennis voornamelijk of geheel voortkomt uit de ervaring. Volgens de kennistheorie van het empirisme bezit de mens geen enkele vorm van aangeboren kennis, en moet bij de geboorte zijn geest opgevat worden als een onbeschreven blad of tabula rasa.
Het rationalisme werd in de klassieke oudheid voornamelijk vormgegeven door filosofen die sceptisch tegenover de ervaring als kenbron stonden. Hiervan was Plato de bekendste, maar niet de enige. Een belangrijke wegbereider van Plato was Parmenides.
De vier belangrijkste deugden van de deugdethiek zijn: wijsheid, rechtvaardigheid, moed en zelfbeheersing.
Vier belangrijke stromingen binnen de ethiek zijn de gevolgenethiek van de utilisten, de plichtethiek van Kant, de perspectivistische ethiek van Nietzsche en de deugdethiek van Aristoteles. Je kunt een overkoepelend profielwerkstuk over deze vier soorten ethiek te maken.
Verschil rationalisme-empirisme
Dat is de manier waarop kennis wordt verkregen. Bij het empirisme wordt nieuwe kennis niet aangeworven door logisch redeneren en natuurwetten, maar door zintuiglijke waarneming, observatie en proefondervindelijke ervaring.
Het rationalisme, een architectuurstroming die opgang deed tussen 1900 en 1920, is een reactie op de neo-stijlen van eind 19e eeuw en wil de functie en constructie van een gebouw duidelijk zichtbaar maken. Basis voor deze stroming zijn de denkbeelden van Gottfried Semper, Labrouste en E.E. Viollet-le-Duc.
Chr.), een leerling van Plato, stelde een klassieke definitie van waarheid op: Waar is, van iets dat zo is, te zeggen dat het zo is, en van iets dat niet zo is, te zeggen dat het niet zo is. Dit is een eerste formulering van de correspondentietheorie, die doorheen de geschiedenis van de filosofie heel dominant bleef.
Fenomenologisch onderzoek beoogt een verschijnsel te beschrijven zoals mensen het in hun dagelijks leven ervaren. De 'geleefde ervaring', dat wil zeggen hoe mensen een situatie of verschijnsel ervaren en er betekenis aan geven, staat centraal in het onderzoek.
De term epistemologie is afkomstig uit het Grieks: de logos van de epistèmè, de leer van de kennis, oftewel - filosofische - kennisleer.
Falsificationisme is een wetenschapstheorie, bedacht door Karl Popper, waarin falsificatie centraal staat. Volgens het falsificationisme van Popper is een wetenschappelijke theorie gedoemd om een hypothese te blijven totdat ze weerlegd wordt.
In zijn werk The Poverty of Historicism (De armoede van het historicisme) ontwikkelde Popper een krachtige kritiek op het historicisme. Historicisme is de theorie dat de geschiedenis zich onwrikbaar en onvermijdelijk ontwikkelt naar een bepaalde eindsituatie en wel volgens vaste wetten, die kunnen worden ontdekt.
Popper meende dat wetenschappelijke theorieën en menselijke kennis uitsluitend hypothetisch zijn en worden gegenereerd door de creatieve verbeelding om problemen op te lossen die in een bepaalde historisch-culturele context zijn gerezen.
Rationaliteit is consistent handelen op basis van de rede. Hierbij vindt ideevorming en handelen plaats op basis van feiten met kennis van oorzaak en gevolg en zijn de te verwachten baten groter dan de verwachte kosten, maximalisatie van het verwachte nut of vooruitzicht.
Rationalisten waren ervan overtuigd dat kennis en rede superieur waren aan traditie en geloof. Rationeel denken zou leiden tot vooruitgang. Rationalisme was dan ook het belangrijkste kenmerk van het denken tijdens de Verlichting. Bij het rationalisme was het gebruiken van de rede dus het belangrijkst.
Iemand die rationeel denkt kiest voor een wetenschappelijke benadering: alleen feiten tellen, emoties worden buiten beschouwing gelaten. Rationeel beredeneren draait om logica, plussen en minnen worden objectief afgewogen.
De begrippen 'ethiek' en 'moraal' worden vaak door elkaar gebruikt, maar zijn wezenlijk verschillend. 'Moraal' is het geheel van waarden en normen dat voor een persoon of een groep van belang is. 'Ethiek' is het systematisch nadenken over die moraal. Ethiek bestudeert en analyseert dus de moraal.
moraalfilosofisch, moreel, zedelijk. als synoniem van een ander trefwoord: moreel (bn) : ethisch, moraalfilosofisch, zedelijk.
Ethisch is het gebied van de praktische filosofie die handelt over wat goed en kwaad is. Het betekent of iets moreel verantwoord is. Ouders geven aan kinderen hun waarden en normen mee waarvan zij denken dat die goed voor hun zijn. Het is zo dat de ouders hun kind meegeven op welke manier zij in het leven staan.
Redenen op collectief niveau
Fatsoenlijkheid en moreel verantwoord handelen vormen de olie tussen de maatschappelijke raderen. Ze vergroten de mate waarin andere burgers voorspelbaar zijn en laten daardoor sociale contacten soepeler verlopen.
Moreel en moraal zijn synoniemen in de betekenis 'zedelijke kracht, zelfvertrouwen, wil om door te zetten'. Moreel is een het-woord, moraal een de-woord.