Oranje of geel De meeste ambulances, politieauto's en brandweerwagens zijn ook uitgerust met oranje zwaailichten voor het geval zij op een gevaarlijke plek staan.
Een groen zwaailicht geeft aan dat het om het commandovoertuig van een hulpdienst gaat. Oranje zwaailichten zie je bijvoorbeeld terug bij werkverkeer, hulpverlening bij autopech (in dit geval kunnen de hulpdiensten ook oranje licht voeren), of exceptioneel vervoer (convoi exceptionnel).
Een oranje zwaailicht wordt vaak gebruikt om aan te geven dat een voertuig zich in een situatie bevindt waarbij het met voorrang wilt rijden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij wegwerkzaamheden, waarbij het voertuig zich snel tussen de werkzaamheden moet bewegen.
U mag geen zwaailicht of sirene gebruiken op uw auto. Alleen hulpdiensten zoals politie, ambulance en brandweer mogen zwaailichten en sirenes gebruiken. Bijvoorbeeld als zij hulp moeten verlenen in een noodsituatie.
Politieagenten rijden soms zonder sirene, maar wel met het zwaailicht aan, omdat ze met spoed onderweg zijn, maar niet te luidruchtig willen arriveren. Bijvoorbeeld omdat ze een inbreker op heterdaad willen betrappen. Of ze willen voorkomen dat veel mensen uit nieuwsgierigheid naar het incident komen.
Om veilig voor het verkeer te kunnen rijden, worden wel vaak de zwaailichten aangezet. Volgens de officiële regels is voorrang geven aan een politieauto met alleen zwaailichten aan, niet verplicht.
Het is toegestaan om een blauw zwaailicht op een auto te gebruiken wanneer het voertuig een noodvoertuig is dat bevoegd is om deze verlichting te gebruiken. Dit geldt met name voor hulpdiensten die met spoed reageren op noodsituaties.
Oranje of geel
De meeste ambulances, politieauto's en brandweerwagens zijn ook uitgerust met oranje zwaailichten voor het geval zij op een gevaarlijke plek staan.
Akoestische signalering voor voorrangsvoertuigen. Wij leveren pneumatische- en elektrische sirenes voor o.a. politie-, ambulance- en brandweervoertuigen. De FIAMM sirenes voldoen aan de gestelde normen per land en zijn gecertificeerd.
Hoewel er verschillende kleuren zwaailichten worden gebruikt door hulpdiensten, heeft elk zijn eigen specifieke betekenis. Een groen zwaailicht wordt voornamelijk geassocieerd met de brandweer, terwijl andere kleuren zoals blauw en rood vaak worden gebruikt door politie- en ambulancevoertuigen.
Blauwe en gele zwaailichten
Wanneer een hulpdienst, zoals brandweer, ambulance of politie, blauwe zwaailichten én sirenes voert, dan moet je dit voertuig voorrang verlenen. Nadert een voertuig met blauwe zwaailichten zonder sirene? Dan is voorrang geven niet verplicht, maar de zwaailichten staan niet voor niets aan.
De maximumsnelheid mag - zonder bijzondere toestemming - met maximaal 40 kilometer per uur overschreden worden. Bij het rijden met blauwe lichten en sirene gelden extra bevoegdheden. Maar voor het gebruik daarvan moeten de politiemensen eerst nadrukkelijk toestemming van de meldkamer hebben gekregen.
Het belangrijkste argument voor het gebruik van sirenes en zwaailichten is de veiligheid. Hulpverleners moeten zo snel mogelijk ter plaatse zijn om levens te redden en schade te beperken. In het donker zijn hulpvoertuigen minder goed zichtbaar, zelfs met zwaailichten.
Amberkleurige, oftewel oranje zwaailampen worden gebruikt op voertuigen die moeten opvallen in het verkeer. Bijvoorbeeld om aan te geven dat ze extreem groot zijn, langzaam rijden of omdat ze werkzaamheden op/langs de weg uitvoeren.
De ambulancechauffeur doet dit alleen als de verkeersomstandigheden dit toelaat. Tijdens spoedritten rijden we met sirene en zwaailicht, zodat het overige verkeer de weg kan vrijmaken voor de ambulance en wij zo snel mogelijk bij de patiënt kunnen komen.
Noodgevallen: in noodsituaties worden gele zwaailichten gebruikt om hulpdiensten zoals politie, brandweer en ambulance aan te duiden. Ze geven aan dat deze voertuigen met hoge snelheid onderweg zijn naar een noodgeval en mogelijk voorrang nodig hebben.
Mede vanwege het toenemende verkeer is het minimale volume verhoogd van 100 naar 110 dB. Sinds de invoering van één uniforme sirene is het onderscheid verdwenen tussen de verschillende hulpdiensten.
Volgens de officiële regels is voorrang geven aan een politieauto met alleen zwaailichten aan, niet verplicht. De agent in het voertuig mag echter wel gebruik maken van zijn vrijstellingen, zoals door rood rijden, voorrang nemen (als dit kan) of bijvoorbeeld op de andere weghelft rijden.
De politie gebruikt zwaailichten en sirene voornamelijk bij spoedeisende situaties. Om snel ter plaatse zijn, wordt er dan vaak hard gereden. Dit betekent niet dat politieagenten roekeloos mogen rijden, of dat ze het overige verkeer in gevaar mogen brengen.
Het voertuig is te herkennen aan de zogenaamde secundaire striping (blauw en wit) en het opschrift “trainingsvoertuig”. De rijdocent en de agenten in opleiding zijn in burger gekleed en hebben geen operationele bevoegdheden.
Met ingang van de nieuwe OOV-striping beschikken de voertuigen over rode en reflecterend blauwe diagonale strepen van 472 mm breed onder een hoek van 40 graden ten opzichte van horizontaal. De politie heeft ook beschikking over een secundaire striping, waarbij de rode strepen missen op de voertuigen.
Er zit niet standaard op alle politieauto's een camera, de camera die je bij wegmisbruikers ziet zit er voornamelijk om bestuurders te kunnen confronteren met hun eigen weggedrag én te dienen als bewijs.
Burgerauto's met zwaailicht en sirene. Net als in de tijden van Blik op de Weg en Wegmisbruikers, is de verkeerspolitie zicht- en onzichtbaar aanwezig in het verkeer. Onzichtbaar door te rijden in burgerauto's met zwaailicht en sirene. Een herkenbare politie zie je in een Audi A6 avant of een Mercedes B-klasse rijden.
Een snel interventievoertuig noemen ze bij de politiezone Mira hun gloednieuwe Skoda RS met 245 pk onder de motorkap. De zwarte wagen is niet alleen bedoeld om onopvallend te patrouilleren, maar ook om snel tussen te komen waar nodig.
Een groen zwaailicht geeft aan dat het om het commandovoertuig van een hulpdienst gaat. Oranje zwaailichten zie je bijvoorbeeld terug bij werkverkeer, hulpverlening bij autopech (in dit geval kunnen de hulpdiensten ook oranje licht voeren), of exceptioneel vervoer (convoi exceptionnel).