Op de officiële tijdwaarneming kunnen fans, verslaggevers en teams de sectortijden volgen. Deze zijn gekoppeld aan kleuren: een 'paarse sector' betekent dat de coureur de snelste tijd van alle deelnemers heeft gereden in die betreffende sector in de huidige sessie.
Paars betekent de snelste sectortijd, groen je persoonlijk snelste sectortijd en geel betekent geen verbetering van je beste sectortijd.
Dit is de naam voor de manier waarop de lucht gemanipuleerd wordt om downforce (en daarmee grip) te creëren en een F1-wagen zo snel mogelijk de bocht door te krijgen. In tegenstelling tot voorgaande jaren wordt bij ground effect de lucht zoveel mogelijk onder de auto door gestuurd, waardoor een vacuüm ontstaat.
Witte band: de hardste van de drie. Op rode en gele banden kan je een sneller rondje rijden, maar op de witte band kan je het meest lang doorrijden.
Twitteraars gooien een rits aan rode vlaggetjes in een tweet, gepaard met een uitspraak of handeling die een instant red flag betekent. Oftewel: iets wat een abrupt einde brengt aan het gesprek – of welke vorm van contact dan ook.
De coureur van wie het nummer behoort is verplicht de volgende ronde te stoppen in de pitstraat. De zwarte vlag met oranje stip. Deze vlag word met een rijders nummer getoond. De coureur die deze vlag met zijn of haar nummer te zien krijgt moet direct veilig stoppen vanwege een technisch defect.
Chassis, maar vooral motor en transmissie zijn de duurste onderdelen. De prijs voor elk van de drie toegelaten eenheden per seizoen wordt geraamd op ongeveer 10 miljoen euro. Wie de prijs van een huidige raceauto op 12 tot 15 miljoen schat, zit er dus niet ver naast.
Elke coureur is verplicht om minimaal één pitstop te maken, aangezien er per race op minimaal twee sets banden geracet moet worden.
Een aantal voorbeelden van onderdelen zijn: het stuur (± 55.000 euro), een setje banden (1.500 tot 2.000 euro), een hydraulisch systeem (160.000 tot 200.000 euro), transmissie (± 210.000 euro), koelsysteem (± 180.000 euro) en het hele bodywerk van de Formule 1-auto, meestal gemaakt van het lichtgewicht materiaal carbon ...
De DRS kan door een coureur geactiveerd worden zodra dit is toegestaan door de race-directie. Feitelijk kan dit ook automatisch maar alleen als de achterliggende bolide binnen een seconde van zijn voorganger rijdt.
De boete bedraagt 50.000 euro. Hamilton krijgt die omdat hij vorig jaar na het mislopen van de wereldtitel in struisvogelmodus ging. Hij was niet aanwezig bij het jaarlijkse FIA-gala ter afsluiting van het seizoen. Als nummer twee in de WK-stand was de Mercedes-coureur daartoe verplicht.
Tijdens de regen knippert deze rood om de zichtbaarheid te verbeteren voor de coureurs die erachter rijden. Ook als er energie verzameld wordt in de ERS, gaat het lampje rood branden. Dit is om de coureurs erachter te waarschuwen voor eventueel zwaarder remmen.
Over het algemeen geldt dat hoe zachter de band, hoe meer deze aan de baan plakt en hoe meer grip (en dus snelheid) deze biedt, maar ook hoe sneller deze slijt. De hardere band daarentegen geeft minder grip, maar heeft ook minder slijtage en kan dus langer mee.
Een hardere band gaat langer mee, maar is niet zo snel als een zachte band. Met het zachte rubber kan een coureur rapper in de rondte gaan, daarentegen slijt die band wél snel.
Een witte vlag wordt gezwaaid als er er een Formule 1-wagen op de baan is die langzaam rijdt en dat de coureurs daarvoor op moeten passen. Een rode vlag betekent dat de sessie per direct wordt onderbroken, wat meestal te maken heeft met de veiligheid van de coureurs.
Omdat de marges zo klein zijn, zullen de ingebouwde vertragingen er vast en zeker voor zorgen dat tijden onder de twee seconden niet langer reëel zijn.
Volgens Pirelli is het cruciaal dat geen enkele coureur de harde band langer rijdt dan 26 ronden. De mediumband gaat volgens Pirelli twee ronden langer mee en de zachte compound mag maar 15 ronden gebruikt worden per set.
Er zit geen limiet op hoe vaak een coureur DRS mag gebruiken, al is dit in andere takken van autosport (DTM) wel het geval geweest. In de kwalificatie of vrije trainingen is de coureur vrij om zijn DRS te activeren binnen de aangewezen DRS-zones. DRS kan alleen gebruikt worden in DRS-zones.
Aangezien het volume van brandstof afhankelijk is van de temperatuur en het F1-circuit ongeveer alle uithoeken van de wereld aandoet, rekenen ze in de F1-garages in kilo's, veel betrouwbaarder. Maar voor wie toch wil vergelijken: ongeveer 120-150 liter brandstof per race.
De meest opvallende verandering aan de voorkant van de auto is echter de introductie van spatbordjes, al is dat uiteraard niet hun functie. Een ronddraaiend wiel creëert op hoge snelheid veel turbulente lucht en dit is één van de manieren om die turbulentie iets te doen laten afnemen.
De heilige graal is en blijft toch wel de F1-wagen van Juan Manuel Fakito uit 1954. Deze prachtige wagen werd verkocht tijdens een veiling in 2013 en bracht meer dan 30 miljoen euro op. In dit scheurijzer werd de coureur voor de tweede keer kampioen. Het is vooralsnog de duurste F1-wagen ooit verkocht.
Met de code-60-regel, welke al in diverse klassen gehanteerd wordt, wordt geen safetycar naar buiten gebracht, maar zwaaien de marshals met gele vlaggen op de plek van het ongeval. De coureurs moeten zich op dat moment houden aan een maximum snelheid van 60 km per uur.
Blauwe vlag
De gedubbelde rijder moet plaats maken voor de snellere piloten. Negeert hij drie keer op rij een blauwe vlag dan zal hij bestraft worden. Een blauwe vlag die gezwaaid wordt tijdens een oefensessie of kwalificatie duidt er op dat er een snellere wagen op komst is.
Een rode vlag wordt gezwaaid om te laten zien dat de race ongepland wordt gestopt, wat meestal gebeurt uit veiligheidsredenen.