Btw- en marge-goederen Marge-goederen zijn -meestal gebruikte- goederen die van een particulier zijn (geweest). De particulier heeft het btw-bedrag ooit al betaald en niet teruggevorderd. Daarom hoeft er niet opnieuw btw over dit goed te worden betaald.
Bent u handelaar in margegoederen? U mag dan de margeregeling toepassen. U berekent de btw dan niet over uw omzet, maar over het verschil tussen verkoopprijs en inkoopprijs, de winstmarge. Verkoopt u met winst, dan is uw winstmarge positief en moet u hierover btw betalen.
Wat is de retail marge? Oké, dus de retail marge komt neer op je winstmarge. Maar hoe is dit precies samengesteld? Wel, de winstmarge is het verschil tussen de prijs die je betaalt om een product in te kopen en de prijs waartegen je dat product aan je klanten verkoopt.
Als u margegoederen verkoopt, dan vermeldt u op de factuur geen btw. De btw is wel bij uw prijs inbegrepen.
Margegoederen zijn gebruikte goederen die u hebt ingekocht zonder btw. Onder voorwaarden zijn ook als margegoederen aan te merken: kunst, antiek en verzamelvoorwerpen die u met btw koopt of invoert.
Marge berekenen
100,00 / (1 – 25%) = 100,00 / 0,75 = €133,33. Anders gezegd: de €33,33 euro is 25% van de verkoopprijs van €133.33. Een marge ligt (wanneer je een product voor meer geld verkoopt dan inkoopt) altijd tussen de 0 en 100%.
Een marge factuur wordt toegepast door bedrijven die handelen in tweedehands goederen zoals auto's, kunst en antiek. Het verschil tussen een normale BTW-factuur en een marge factuur is dat er bij een marge factuur alleen BTW wordt berekend over de marge en niet over het gehele bedrag op de factuur.
Winstmarge in de verkoopprijs berekenen: Winstmarge in de verkoopprijs = (verkoopprijs – inkoopprijs) / verkoopprijs.
Een marge-auto is een auto waarover btw is betaald. Die auto is nieuw door een particulier gekocht en de btw is niet meer zichtbaar in de administratie. Voor particulieren is dit niet relevant, want die moeten toch btw betalen. Maar voor een ondernemer die een gebruikte auto wil kopen, is dit wel relevant.
Een bedrijf moet soms kiezen tussen meer verkopen aan lagere prijzen of iets minder verkopen aan hogere prijzen. Of anders gezegd kiezen tussen meer volume of een hogere marge. Deze marge vormt de basis van je bedrijf en dient om alle andere kosten te kunnen dragen.
De marge is het verschil tussen inkoop- en verkoopprijs. De marge kan worden uitgedrukt als een percentage en als een bedrag per artikel. Van dit deel van de omzet kunnen de kosten voor onder meer personeel, huisvesting en marketing worden betaald. Het resultaat dat dan nog overblijft is de geboekte winst.
Een marge auto is simpelweg een auto waar al eens btw voor betaald is. Hierdoor hoef je als ondernemer niet nogmaals de btw te betalen. Je betaalt dan alleen de verkoopprijs.
Omzetbelasting (BTW) moet uiteindelijk door de consument betaald worden, het is dus niet de bedoeling dat dit de ondernemer geld kost. De belasting wordt niet door de consument rechtstreek aan de overheid betaald, maar dit gaat via de bedrijven.
Het gaat bijvoorbeeld om levensnoodzakelijke middelen (vlees, vis, zuivel, groenten, …) en landbouwdiensten. Verder is dit tarief van toepassing op tijdschriften, geneesmiddelen, personenvervoer, hotels, bloemen, verbouwingswerken aan gebouwen ouder dan 10 jaar enzovoort.
De btw kent verschillende tarieven. Het algemene tarief is 21%. Voor sommige goederen en diensten geldt het verlaagde tarief van 9%. Doet u zaken met het buitenland, dan kan het tarief van 0% van toepassing zijn.
Dit houdt dus in dat indien je bijvoorbeeld een 100% opslag berekend op inkoopprijs, je een winstmarge van 50% zal hebben. Stel je koopt iets in voor 100€, wat je verkoopt voor 200€. Dan is op basis van de bovenstaande formule de marge als volgt: (200 - 100) / 200 = 50%.
De verkoopprijs is opgebouwd uit de netto inkoop- of productieprijs + de kosten + de nettowinst + de btw. Om van een bepaald artikel de verkoopprijs te bepalen beginnen we dus bij de netto inkoopprijs van een product. De netto inkoopprijs is de prijs exclusief btw.
De marge is het bedrag of het percentage dat je als ondernemer overhoudt als je een product verkoopt. Dit wil niet zeggen dat dit bedrag ook gelijk is aan de winst. Van de marge moet je namelijk ook je kosten betalen, voordat je de winst overhoudt.
De winstmarge is de verhouding tussen de omzet en de winst, anders gezegd: hoeveel procent van de omzet overblijft als winst voor de onderneming. Deze ratio wordt ook vaak gebruikt op kleinere schaal bijvoorbeeld bij de vergelijking van twee investeringsmogelijkheden.
Stel, een handelaar heeft een auto ingekocht voor € 15.000. Als hij de auto als marge-auto verkoopt voor € 18.000 is € 520 btw verschuldigd over de winstmarge. De handelaar heeft dan een winst behaalt van € 3.000 minus € 520 btw is € 2.480. De koper kan deze btw echter niet verrekenen, dus de auto kost hem € 18.000.
Marge berekenen kun je doen per product: Verkoopprijs -/- inkoopprijs = wat je verdient per product (minus overige kosten). Maar je kunt de marge ook berekenen over de inkoopprijs van je product.
De brutomarge ook wel brutowinstmarge genoemd, is de verhouding tussen de brutowinst en de omzet. De brutowinst is het verschil tussen de totale opbrengsten (omzet) en de inkoopwaarde van deze omzet. Om de brutowinstmarge te berekenen moet de brutowinst gedeeld worden door de totale omzet.
"Supermarkten hadden de afgelopen decennia een winstmarge tussen 3 en 5 procent", legt Van Galen uit. "Veel lager dan 3 procent kan een bedrijf ook niet gaan, dan word je een soort non-profit organisatie. Nu zit Albert Heijn in Europa op 3,7 procent.