Maat van deze bout: M 8 x 30. Maat van deze moer: M 8. * de boutlengte geeft men aan zonder kop behalve als er sprake is van een verzonken kop.
Gebruik een schuifmaat om de diameter om de 1e, 4e en laatste volle draadgang op te meten. Als de diameter bij de een buitendraad oploopt, of bij een binnendraad afloopt, is er sprake van een conische draad. Als de diameter op de verschillende meetpunten gelijk is spreken we van een rechte draad.
Meet de draaddiameter. Om de diameter vast te stellen is het handig om een schuifmaat te gebruiken. Meet bij recht schroefdraad op een willekeurige volledige draadgang. Meet bij conisch draad op de 4e en 5e volledige draad.
Bij een bolkop, tellerkop en zeskantekop meet je de lengte van de schroef vanaf de onderkant van de kop tot aan de punt van de schroef. Bolkop: Bij schroeven met een boorpunt wordt de lengte gemeten tot de punt van de boorpunt dus het uiteinde van de schroef.
Normale schroefdraad is altijd eengangig. Bij meergangige schroefdraad lopen meerdere spiraalvormen over de omtrek, de schroefdraad start vanaf meerdere punten. Deze draad wordt vooral toegepast bij bewegingsschroefdraad waarbij men een grote verplaatsing per omwenteling wenst, maar geen grovere draad wil gebruiken.
M4 staat voor de maat. een moer M4 past op een draadeind ( of bout etc) M4 ofwel 4 millimeter metrisch draad. Metrisch als in tegenstelling tot bijvoorbeeld Engels ( whitworth) draad. In Nederland wordt voornamelijk metrisch draad gebruikt.
Er zijn verschillende soorten schroefdraad die in de techniek worden gebruikt. Zo bestaat er het metrische schroefdraad, British Standard Whitworth schroefdraad en British Standard Pipe schroefdraad. De verschillen in deze soorten schroefdraad zit met name in de toepassing daarvan.
Bij metrische schroeven en bouten zal de gemeten waarde net iets onder de M-maat liggen, b.v. een M 6 bout heeft een diameter van 5,8 mm. Dan de lengte: Er zijn twee schroeven te onderscheiden; verzonken of niet verzonken.
Maat van deze bout: M 8 x 30. Maat van deze moer: M 8. * de boutlengte geeft men aan zonder kop behalve als er sprake is van een verzonken kop.
Maatvoering bouten
Zowel de diameter als de lengte van een bout wordt aangeduid in millimeters. Bij moeren wordt meestal enkel verwezen naar de diameter. Omdat het draad op bouten en moeren metrisch is, staat er voor de afmeting van de diameter een hoofdletter M.
Heeft u bijvoorbeeld een slotbout van m10 dik, gebruik dan een 11 mm boor voor het voorboren.
Voor metrische (M) en metrisch fijne schroefdraad (MF) is er een gemakkelijke vuistregel. Namelijk de nominale maat van de schroefdraad dient verminderd te worden met de spoed. Dus bij een M6 schroefdraad die een spoed heeft van 1 mm zal de voorboordiameter worden 6-1=5 mm.
Boor 9 mm voor hardhout en naaldhout bij slotbout m8.
Een vuistregel voor het bepalen van de voorboordiameter bij inwendig schroefdraad tappen is de diameter van de draad minus de spoed. Voorbeeld: Schroefdraad M16 heeft standaard een spoed van 2,0 mm, dus de voorboordiameter is dan 16 - 2 = 14,0 mm.