Ergens zijn tanden inzetten – Vasthoudend zijn, niet snel opgeven.
Zich ergens helemaal op concentreren.
d.w.z. zich inhouden, vooral van gramschap en woede, maar ook, evenals in Zuid-Nederland, zijn lachlust bedwingen. Ook zegt men hiervoor op zijne tanden bijten (van gramschap; zie Trou m. Bl.
d.w.z. met tegenzin eten; langzaam en gerekt kauwen, kieskauwen. Vgl. Wander V, 492: mit langen Zähnen essen; lange Zähne machen; het Westvl.
Wie haar op de tanden heeft, is assertief en staat dus zijn mannetje in een discussie of een woordenwisseling. Volgens het Groot uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) gaat deze uitdrukking terug op de gedachte dat het hebben van veel haar als een teken van kracht gold.
Met den mond vol tanden staan (of zitten), d.w.z. niets zeggen ter verdediging, geen woord kunnen uitbrengen, beteuterd zijn; syn.
Als je op je tandvlees loopt, wil dat zeggen dat je bijna niet meer verder kunt: je bent doodmoe. Bijvoorbeeld omdat je na uren wandelen nog geen cafeetje hebt gevonden om iets te drinken, of omdat je zo hard hebt gewerkt dat je (bijna) uitgeput bent.
“Je moet de mensen met een korreltje zout nemen.” Relativerend is deze uitspraak: “Maak een ander nu niet al te belangrijk, beschouw de daden of het optreden van een ander nu niet als al te onmisbaar, maak iemands woorden of handelen nu niet al te gewichtig.”
De uitdrukking 'zijn neus ophalen', betekent dat men hetgeen waarmee hij of zij wordt geconfronteerd, minderwaardig acht. Wanneer iemand ergens 'zijn neus voor ophaalt', wordt dit over het algemeen als een hooghartig gebaar opgevat.
Ben jij iemand die met de kaken klemt? Dan merk je dat ongetwijfeld als je gaat eten. Je mond gaat niet ver genoeg open. Je kaakspieren doen pijn bij het kauwen en soms zelfs bij het praten.
Tandenknarsen is het krachtig over elkaar schuiven van tanden en kiezen. Kaakklemmen is het krachtig op elkaar klemmen van tanden en kiezen. De tandheelkundige term voor beide vormen is bruxisme. Knarsetanden gebeurt met name 's nachts, terwijl het kaakklemmen zowel 's nachts als overdag kan gebeuren.
Een grote mond opzetten / geven.
Brutaal zijn.
Wie meelacht met anderen, zonder zelf een reden tot lachen te hebben, lacht als een boer met kiespijn, vaak met een wat zuur gezicht.
In zijn wiek geschoten zijn betekent 'gekwetst, gegriefd of beledigd zijn'. Wiek betekent hier 'vleugel' (van een vogel).
Iets uit de mouw schudden,
d.w.z. iets moeilijks gemakkelijk en zonder moeite verrichten; zie Tuinman I, 21: 'Dit zegt men van iets gereedelyk en met weinig moeite te voorschijn brengen: 't geen op predikatiën, of iets dergelijks wordt toegepast'. Vgl.
d.w.z. zijne eischen matigen, inbinden 'omdat de omstandigheden, het welbegrepen eigenbelang, de macht of wil van derden daartoe dwingen'.
Als er één schaap over de dam is, volgen er meer. Betekenis: als één persoon iets nieuws geprobeerd heeft, durven anderen ook wel. / wanneer eerst maar iemand voorgaat in een zaak, waartoe men moeilijk kon besluiten, dan volgen anderen zijn voorbeeld wel na.
d.i. voor iemand zich aan een groot gevaar blootstellen; uit genegenheid voor iemand alles, ook het gevaarlijkste, doen.
[idioom] Op je laatste benen lopen. Haast niet meer verder kunnen van vermoeidheid.
Wij lopen vaker op onze tenen dan wij ons realiseren
Veel van ons moeten vaker op hun tenen lopen dan zij zich wellicht realiseren. Met “op je tenen lopen”, bedoelen wij: structureel het maximale van jezelf vragen. Terwijl je gevoel je blijft vertellen dat dit waarschijnlijk nog steeds niet genoeg is.