Behang uitrekenen met een half verspringend patroon (half-drop) Het behang in dit voorbeeld heeft een half verspringend patroon. Dat wil zeggen dat elke even baan een patroon extra nodig heeft. Heeft het behang een wat groter patroon, dan kunt u in plaats van een heel patroon extra, ook een half patroon extra rekenen.
Deel de lengte van de rol door de lengte van de baan om te zien hoeveel hele banen je uit een rol kun halen. Dus in dit geval: Lengte rol 10.05 : 2.56 m = 3.92.
Bij een verspringend patroon zijn enkel de even en oneven banen hetzelfde. Je meet de eerste baan af en merkt die aan de ommezijde zachtjes met het cijfertje 1. Vervolgens sluit je het patroon van de tweede baan op de eerste baan aan en je knipt het stuk af dat je overhoudt.
De hoek die je meteen ziet als je de kamer binnenkomt is de beste hoek om het behangen te starten. Als je behangt met een uitgesproken motief, dan begin je het best in het midden van de wand die het meest in het oog springt. Begin je bij hoek? Zet dan op 50 centimeter (breedte van de rol) van hoek een streep.
Hoewel het op het eerste gezicht misschien logisch lijkt om de muur te behangen van links naar rechts of van rechts naar links, is het juist belangrijk dat u dit niet doet, maar begint met de tweede baan vanaf een hoek. Een hoek is namelijk vrijwel nooit volledig recht.
De patroonherhaling (bijv. 50 cm) geeft aan hoe hoog het patroon op het betreffende behang is. Het patroon van de volgende baan verschuiven volgens de centimeteropgave. De getallencombinatie 50/25 geeft bijvoorbeeld aan dat de patroonhoogte 50 cm bedraagt, en de verspringing 25 cm.
Een rol behangpapier is meestal 10 meter lang is (1000 cm). Deel de lengte van de rol daarom door de hoogte van je muur +10. Rond af naar beneden om te berekenen hoeveel banen je uit één rol krijgt.
Als hulpje kun je bij de banen achter op de baan een stipje zetten om de bovenkant aan te duiden. De ene baan heeft dan het stipje aan de bovenkant, bij de volgende zit het stipje aan de onderkant. Als je bij dit behang de rollen gewoon naast elkaar zou plakken, ga je banen en vaak ook kleurverschil zien.
Vliesbehang. Het kenmerk van vliesbehang is dat het een vlieslaag heeft, soms in combinatie met vinyl. Deze behangsoort neemt geen vocht op zodat het niet krimpt wanneer je er lijm op smeert. Nog meer voordelen die we kunnen noemen; vliesbehang is stevig, scheurt niet snel, is prima afwasbaar en moeilijk ontvlambaar.
Rechte aanzet: er moet rekening gehouden worden met een tekening. Als het ontbrekende deel van de tekening zich op dezelfde horizontale hoogte van de baan bevindt, is er sprake van een rechte aanzet. Bekijk hier de instructiefilm voor het behangen met een rechte aanzet.
Stap 1: Bereken het aantal benodigde banen behang
Deel de breedte van de muur door de breedte van de rol. En rond de uitkomst af naar boven. Dit levert u het benodigd aantal banen op. 240 cm (breedte muur) : 48,7 cm (breedte rol) = 8,62 baan.
Patroon: wat voor patroon heeft het behang
Heeft het behang een patroon, ook wel rapport genoemd, dan kunt u de banen behang namelijk niet zomaar naast elkaar hangen.
Als je de breedte van een rol behang weet, kun je makkelijk berekenen hoeveel behang je nodig hebt. Een rol behang heeft twee standaardbreedtes. In Amerika hebben de meeste behangsoorten een breedte van 69 centimeter, terwijl 'ons' Europese behang meestal ongeveer 53 centimeter breed is.
De hoogte meten
Neem de hoogste uitkomst als hoogte van de muur. De behangcalculator rekent bij iedere baan behang een snijverlies van 7,5 cm boven en 7,5 cm onder.
Één kilogram Glasvezelbehanglijm is voldoende voor circa 3,5-5 m², afhankelijk van de structuur en zuiging van de ondergrond. Deze behanglijm is verkrijgbaar in de inhoudsmaten 5 kg en 10 kg.
Plak de eerste baan strak langs de loodrechte startlijn. Strijk de baan licht aan met een behangspatel en een droge doek. Behang direct vanaf de rol, zo kun je het behang makkelijk verplaatsen als dit nodig is. Snijd daarna het behang aan de boven- en onderzijde af met behulp van een behangliniaal en een afbreekmes.
Een rol behangpapier is meestal 53 centimeter breed en 10 meter lang. Deel de (opgetelde) te behangen breedte (van de muur of muren) daarom door 53 en rond af naar boven. Nu weet je hoeveel banen behangpapier je nodig hebt. Voorbeeld: Je hebt een muur van 5 meter (= 500 cm) breed.
Vliesbehang, ook wel snelbehang genoemd, is een behang met een papieren of vinyl toplaag. De rug van het behang is van "vlies". Het draagt ook de naam snelbehang omdat het op een muur kan worden aangebracht zonder dat het moet ingelijmd worden of zonder enige wachttijd.
Iedereen kan behangen. Het belangrijkste is dat je je goed voorbereid. Als je nog nooit hebt behangen, begin dan eerst met het makkelijkste behang. Dus behang waar geen patroon in zit en die niet te dun is.
Dikkere bulten, grote barsten en diepere putten krijg je er evenwel niet mee weg. Anderzijds kan je sommige soorten vliesbehang gewoon op je Tasso-muur kleven zonder dat je eerst moet plamuren. Ook dat is een belangrijk voordeel.
Grote temperatuurverschillen na het behangen
Gunther: 'Bepaalde vliesbehangen kunnen lichtjes krimpen door temperatuurverschillen. Heb je een donker vliesbehang geplakt op een witte ondergrond, dan zullen de naden onmiddellijk opvallen. Je kan die naden opkleuren met wat verf, maar het verschil zal zichtbaar blijven.