Het (is)gelijkteken of gelijkheidsteken (in België veelal met is gelijk aan aangeduid) is de naam van het wiskundige symbool =.
(wiskunde) (natuurkunde) in de natuurwetenschappen als zelfstandig symbool gebruikt om evenredigheid aan te duiden.
Een symbool is een teken met een bepaalde betekenis. Door middel van verbanden of afspraken wordt duidelijk wat de betekenis van het symbool is. Het woord symbool stamt uit het Grieks: het woord symbolon betekent teken. Al heel vroeg begon men met het gebruik van symbolen.
> en < zijn vergelijkingstekens. > betekent groter dan en noemen we het groter dan teken. < betekent kleinder dan en noemen we het kleiner dan teken.
Het symbool ∈ is te zien als een gestyleerde letter 'e', wat de eerste letter is van 'element'. Als a ∈A , dan zeggen we ook wel dat 'a tot A behoort'.
Selecteer de ≈ uit het `Speciale tekens` venster. (alt⌥ + cmd⌘ + T) Bij MS-Word kan het via `Insert → Symbol → Advanced Symbol` of `Invoegen → Symbolen → Meer symbolen`.
Plusminus komt van het Latijn en betekent in het Nederlands dagelijks spraakgebruik min of meer of ongeveer. Het plusminusteken is ±. In de wetenschap, met name in de wiskunde en bij metingen, wordt het teken ook gebruikt en wordt dan uitgesproken als plus of min.
Dit is geen figuurtje maar wel iets dat je snel met het toetsenbord op je scherm kan toveren. Wellicht heb je nog nooit het teken ñ of Ω gezien, maar er zijn zo nog heel wat Alt-codes. Hieronder volgt een lijst met de Altcodes van 1 tot 255.
Een symbool krijgt waarde als men een bepaalde betekenis verbindt of gevoel krijgt bij het teken of voorwerp. Deze betekenis is geheel afhankelijk van de sociaal-culturele achtergrond van een persoon.
Hamsa Hand
Dit symbool wordt getekend als de palm van de rechterhand met vijf vingers. Het hamsa symbool staat voor kracht in veel verschillende religies.
De tilde is een diakritisch teken. Meestal wordt het boven een letter aangebracht. Het wordt gebruikt boven de Spaanse n om de klank nj aan te geven, bijv. dueña [dwenjaa].
De tilde (~) is de toets tussen de Z en de Shift (Mac) of linksboven naast de 1 (PC). Met deze toets kun je in Adobe Illustrator heel makkelijk mooie vormen en creaties maken.
Ñ ( /enje/ — Spaans: eñe) wordt in de Spaanse taal gebruikt voor een palatale n-klank. De combinatie nj, zoals in Spanje en signaal, is een redelijke benadering van de uitspraak. Het is in het Spaanse alfabet een aparte letter, gealfabetiseerd tussen N en O.
De nul is zowel een cijfer als een getal. De nul als getal ontstaat zo'n 1800 jaar geleden in India. De Indiase wiskundige Brahmagupta schrijft er voor het eerst over in 628 na Christus. In Europa is het de Italiaanse koopman Fibonacci die de Arabische cijfers, inclusief de nul, introduceert.
Maar waarom is 0 dan zo belangrijk in de wiskunde, in de ICT, etc? Het getal 0: het is zowel wel/niet positief als negatief, je kan er niet door delen, vermenigvuldigen met 0 levert ook niets op. Eigenlijk is het dus een zinloos getal.
Een vermenigvuldiging heet in de wiskunde een product. Als we gaan kijken naar de vermenigvuldiging van 4 met 5, dan noemen we 4 en 5 de factoren. Een deling heet in de wiskunde een quotiënt. Als we kijken naar de deling van 16 door 4, dan noemen we 16 en 4 de factoren.
Om het gemiddelde van een aantal getallen te berekenen tel je alle getallen op en deel je de som door het aantal. Voor het steekproefgemiddelde gebruiken we de notatie x en voor het populatiegemiddelde de notatie µ.
Het is-niet-gelijk-aan-teken of ongelijkheidsteken is het wiskundige symbool ≠ voor de ongelijkheidsrelatie, dat aangeeft dat de twee operanden aan weerszijden van het symbool niet gelijk zijn aan elkaar. Daarmee is dit symbool dus de tegenhanger van het bekendere isgelijkteken (=).
De verzameling van natuurlijke getallen wordt aangeduid met het symbool N. De verzameling van gehele getallen wordt voorgesteld door symbool Z en bevat naast de natuurlijke getallen ook de gehele negatieve getallen.
Bij één x hoort maximaal één y.
De y−waarde die uit het machientje komt voor een bepaalde x−waarde, noemen we ook wel de functiewaarde van x of kortweg f ( x ) f(x) f(x). Omdat de y die uit het machientje komt afhangt van de x die we erin stopten, noemen we y ook wel de afhankelijke variabele.