In het Duits zijn zelfstandige naamwoorden mannelijk, vrouwelijk of onzijdig. Bij mannelijke woorden is het lidwoord 'der', bij vrouwelijke woorden 'die' en bij onzijdige woorden 'das'.
Wat zijn der, die en das? Der, die en das zijn Duitse lidwoorden die gekoppeld zijn aan een geslacht. Ieder zelfstandig naamwoord heeft in Duitsland namelijk een eigen geslacht. Bij mannelijke woorden is het lidwoord der, bij vrouwelijke woorden die en bij onzijdige woorden das.
Duitse onzijdige zelfstandige naamwoorden
Woorden die eindigen op het verkleinwoord -chen zijn altijd onzijdig, wat verklaart waarom een meisje - "ein Mädchen" - hoewel biologisch vrouwelijk, grammaticaal onzijdig is.
Wanneer gebruik je die (de)
Als een woord op -heit, -keit, -ung, -schaft, -tät eindigt, gaat het altijd om een vrouwelijk zelfstandig naamwoord. Om een aantal voorbeelden te noemen: die Gesellschaft, die Möglichkeit, die Realität. Ook bijna alle woorden die op -e eindigen, zijn vrouwelijk, bijvoorbeeld die Lampe.
Bij mannelijke woorden is het lidwoord 'der', bij vrouwelijke woorden 'die' en bij onzijdige woorden 'das'. In principe moet je per woord leren welk geslacht erbij hoort, maar er zijn wel enkele tips. Bepaalde groepen woorden zijn bijvoorbeeld altijd mannelijk of vrouwelijk.
Ieder woord is vrouwelijk, mannelijk of onzijdig. Daar hoort een vast lidwoord bij. Het woordgeslacht zie je aan een (o), (m) of (v) achter het woord in het woordenboek. Bij onzijdige woorden gebruik je altijd het lidwoord “het” of “een”.
Als het zelfstandig naamwoord eindigt op -er, -en, -ig, -ling, -us, -mus, -or, is de kans groot dat het mannelijk is. Als het zelfstandig naamwoord eindigt op -in, -ion, -ung, -heit, -keit, -schaft, -ei, -ur, -ik, -tät, -anz, -enz, -ie, is het vrouwelijk .
"Katze" wordt niet plotseling mannelijk; in plaats daarvan is het datief en genitief lidwoord voor vrouwelijke zelfstandige naamwoorden "der", wat toevallig identiek is aan het lidwoord voor mannelijke zelfstandige naamwoorden in nominatief (de "onderwerp" -vorm waarin alle zelfstandige naamwoorden staan wanneer je ...
Boek, huis en woord zijn voorbeelden van het-woorden (ook wel: onzijdige woorden). Of een woord een het-woord (onzijdig woord) of een de-woord (een mannelijk of vrouwelijk woord) is, is iets wat je als kind vanzelf oppikt als je Nederlands leert.
De eerste naamval gebruik je voor het onderwerp, de tweede naamval om een bezitsrelatie aan te duiden, de derde naamval voor het meewerkend voorwerp en de vierde naamval voor het lijdend voorwerp.
De genitief of tweede naamval gebruik je voor een bezitsrelatie tussen twee zelfstandig naamwoorden. Bezitsrelatie betekent dat iets aan iemand/iets anders toebehoort en wordt in het Nederlands vertaald met 'van de' of 'van het'.
Je kunt ook proberen om algemene zelfstandige naamwoorden en hun lidwoorden te onthouden , zoals "der Tisch" (de tafel) of "die Lampe" (de lamp). Een andere tip is om op de uitgang van de zelfstandige naamwoorden te letten. Zelfstandige naamwoorden die eindigen op "-ung," "-schaft," "-heit," en "-keit" zijn bijvoorbeeld meestal vrouwelijk.
De vierde naamval wordt gebruikt voor lijdende voorwerpen. Ook wordt deze naamval gebruikt: Altijd na de voorzetsels bis, durch, entlang, für, gegen, ohne, um. Soms na de voorzetsels an, auf, hinter, in, neben, über, unter, vor, zwischen.
Vandaag is het Wereldkattendag! Een ander Duits woord voor 'kat' ('Katze') is ' Stubentiger ', wat 'kamertijger' betekent. Met naar schatting 13.700.000 katten in Duitsland, zijn katten het #1 huisdier, levend in 22% van de huishoudens! Hier ziet u enkele van onze medewerkers's Stubentiger, onze zogenaamde consulaire kattenð± Fijne Internationale Kattendag!
'Haus' is in het Duits eigenlijk noch mannelijk noch vrouwelijk – 'Haus' is een onzijdig zelfstandig naamwoord. Engelse zelfstandige naamwoorden hebben helemaal geen geslacht, dus het idee alleen al is een beetje geestverruimend.
Zelfstandig naamwoorden met het lidwoord 'het' zijn altijd onzijdig. Hiernaar verwijs je met 'het' en 'zijn'. De-woorden zijn daarentegen mannelijk of vrouwelijk. Hiernaar verwijs je respectievelijk met 'hij' en 'hem' en met 'zij' en 'haar'.
Alle zelfstandige naamwoorden in het Duits zijn mannelijk, vrouwelijk of onzijdig . Wanneer je leert dat het woord voor hond Hund is, leer dan dat het een mannelijk zelfstandig naamwoord is - der Hund. Bij mannelijke zelfstandige naamwoorden betekent der 'de' - der Hund - 'de hond'. Bij vrouwelijke zelfstandige naamwoorden betekent die 'de' - die Katze - 'de kat'.
Je kunt ervan uitgaan dat woorden die eindigen op -e meestal vrouwelijk zijn, behalve de woorden eindigend op -age, -aire, -asme, en -isme. Woorden die niet eindigen op -e zijn meestal mannelijk, behalve -aison, -tion, -sion. Op deze manier hoef je minder uitgangen uit je hoofd te leren!
Een groot aantal de-woorden kan zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor stad, vaas, school, deur, taal, groep en jas. De naslagwerken vermelden bij die woorden doorgaans alleen dat het de-woorden zijn, zonder verdere specificatie. Dat is ook het geval in het Groene Boekje.
Diernamen die de-woorden zijn (hond, kat, muis, olifant, slang) worden in het noorden van het taalgebied (Nederland) over het algemeen als mannelijk beschouwd, zelfs als het van oorsprong vrouwelijke woorden betreft.
Minder vaak wordt -age aan zelfstandige naamwoorden toegevoegd om een groep van dat zelfstandig naamwoord of een verbetering ervan aan te geven. Let op dat de laatste letter van het zelfstandig naamwoord verdubbeld kan worden. * Let op: Franse zelfstandige naamwoorden met het suffix -age zijn altijd mannelijk – zie Mannelijke zelfstandige naamwoorduitgangen.