d.w.z. ongeduldig, ongedurig zitten (of staan); telkens heen en weer schuiven, als teeken van ongeduld, gewoonlijk wanneer men in afwachting van iets is2). Vgl.
Iemand bij den neus hebben (-nemen of leiden), d.w.z. iemand beethebben, hem foppen; 'iemand bij het lijf nemen' (Van Dale); eig. hem bij zijn neus leiden waar men wil, hem beetnemen; oorspr.
2433. Twee vliegen in één klap (of lap) slaan (of vangen), d.i. twee oogmerken tegelijk bereiken.
Door de mand vallen betekent 'doorzien worden', en vooral: 'ontmaskerd worden als leugenaar, bedrieger, domoor, enz. '
Buiten de boot vallen betekent dus vooral: 'niet mogen meedoen aan', 'niet in aanmerking komen voor', 'een positie die je graag had willen hebben, niet krijgen'.
Spreekwoorden: (1914) Onkruid vergaat niet, d.w.z. 'de nutteloozen of onwaardigen blijven het langst leven, groote deugnieten leven lang'; lat.
Met den mond vol tanden staan (of zitten), d.w.z. niets zeggen ter verdediging, geen woord kunnen uitbrengen, beteuterd zijn; syn.
d.w.z. medepraten, medespreken in de eene of andere zaak; eene beschuldiging verzwaren; eig.
Het spreekwoord betekent 'iets in de gaten houden'. Als je een oogje in het zeil houdt, let je op iets of iemand en ben je zorgvuldig aan het waarnemen. Al in de late Middeleeuwen werd het gebruikt: 'Oog in het seil houden'. Het 'zeil' in het spreekwoord komt uiteraard van de zeevaart.
Olie op het vuur: de zaak erger maken
Net zoals een vuur hoog oplaait als je er olie op gooit, kan een meningsverschil ontaarden in een ruzie als iemand per ongeluk of expres iets verkeerds zegt of doet.
Geen blad voor de mond nemen betekent 'vrijuit zeggen wat je vindt', 'je eerlijke mening geven, of de ander dat nu leuk vindt of niet' en ook wel 'iemand zonder omwegen vertellen wat hij allemaal fout heeft gedaan'.
Als je van iemand zegt dat hij of zij geen hoogvlieger is, wil dat zeggen dat het geen bijzonder talentvol persoon is. Het is aan de andere kant ook geen opvallende dommerik. Geen hoogvlieger zijn betekent dus 'gemiddeld zijn, niet in positieve zin opvallen'.
ter sprake brengen; aanvoeren; entameren; aansnijden; opwerpen; aankaarten; te berde brengen; op tafel leggen; opperen.
Wie meelacht met anderen, zonder zelf een reden tot lachen te hebben, lacht als een boer met kiespijn, vaak met een wat zuur gezicht.
Spreekwoorden: (1914) Het beste paard struikelt wel eens, d.w.z. ook de beste kan wel eens iets verkeerds doen; syn.
In zijn wiek geschoten zijn betekent 'gekwetst, gegriefd of beledigd zijn'. Wiek betekent hier 'vleugel' (van een vogel).
Iemand die zijn huik naar de wind hangt, verandert zijn standpunt als hem dat verstandig lijkt. De uitdrukking heeft vaak een negatieve ondertoon: wie zijn standpunten aanpast aan de omstandigheden, staat niet achter zijn overtuigingen, maar kijkt in de eerste plaats naar wat voor hem handig of voordelig is.
Spreekwoorden: (1914) Iets op de spits drijven, d.w.z. iets tot het uiterste doordrijven; vertaling van het hd.
Met zijn neus in het vet (of in de boter) vallen, d.w.z. een (onverwacht) fortuintje krijgen; vooral juist komen als men ergens feest viert of smult; een voordeelig huwelijk sluiten.
Als je op je tandvlees loopt, wil dat zeggen dat je bijna niet meer verder kunt: je bent doodmoe. Bijvoorbeeld omdat je na uren wandelen nog geen cafeetje hebt gevonden om iets te drinken, of omdat je zo hard hebt gewerkt dat je (bijna) uitgeput bent.
Hij heeft veel noten op zijn zang.
De eig. bet. is dus: zijn zang, zijne partij heeft veel noten; hij heeft heel wat te zingen, en vandaar: hij heeft veel pretenties of ook veel praats.
Dit gezegde bedoelt dat alles geld of moeite kost, behalve als het van de zon komt. De zon krijgen we elke dag voor niets, maar voor onze (nieuwe) omzet zullen we moeite moeten doen.
Een zo'n uitdrukking is: 'waar rook is, is vuur'. Een uitdrukking direct gekoppeld aan roddelen. En als feitelijkheid in zich heeft dat, als er iets naars over iemand wordt verteld is, er vast wel een kern van waarheid bij hoort.
Spreekwoorden: (1914) Met vuur spelen, d.w.z. iets doen dat zeer nadeelige gevolgen kan hebben; zeer onvoorzichtig handelen.