d.w.z. niets zeggen ter verdediging, geen woord kunnen uitbrengen, beteuterd zijn; syn.
Wat is het nut van spreekwoorden en gezegden? Spreekwoorden en gezegden kunnen een taal levendiger maken. Schrijvers zullen dan ook regelmatig figuurlijk taalgebruik in hun boeken zetten. Dit maakt de tekst speelser en minder saai.
Hij eet met lange tanden. Met lange tanden eten betekent natuurlijk niet dat je tanden ineens heel lang zijn. Het betekent dat je het eten niet lekker vindt en er lang over doet.
Ergens zijn tanden inzetten – Vasthoudend zijn, niet snel opgeven. Het bit op de tanden nemen – op hol slaan.
een belangrijk verschil is dat in uitdrukking meestal geen wijsheden voorkomen en in een spreekwoord wel, bijv: Mijn wangen vallen eraf! niet zo wijs dit, dus een uitdrukking. Wie in een glazen huis woont moet niet met stenen gooien. klinkt best wijs en wannabe mooi dit, dus een spreekwoord.
In het taalgebruik nemen uitdrukkingen en spreekwoorden een belangrijke plaats in. Een zo'n uitdrukking is: 'waar rook is, is vuur'. Een uitdrukking direct gekoppeld aan roddelen. En als feitelijkheid in zich heeft dat, als er iets naars over iemand wordt verteld is, er vast wel een kern van waarheid bij hoort.
Boontje komt om zijn loontje betekent dat iemand zijn verdiende straf krijgt. Het spreekwoord komt eigenlijk alleen maar in Nederland en in België voor. Maar de Belgen zeggen het andersom: Loontje komt om zijn boontje!
Betekenis: er heimelijk vandoor gaan, zich uit de voeten maken. Verklaring: Deze uitdrukking betekent oorspronkelijk deserteren.
Omdat er bijna geen zool meer over was, stond zo iemand dus zo ongeveer op de randen van het bovenleer van de schoen. De afgesleten zool werd dus vergeleken met een afgesleten gebit, en de randen van het bovenleer met het tandvlees. Op je tandvlees lopen betekende eerst 'op zeer versleten schoenen lopen'.
Men zegt van iemand, die goed van zich af durft spreken, zich flink met woorden weet te weren, onversaagd, onvervaard is, dat hij of zij haar op de tanden heeft.
Wie haar op de tanden heeft, is assertief en staat dus zijn mannetje in een discussie of een woordenwisseling. Volgens het Groot uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) gaat deze uitdrukking terug op de gedachte dat het hebben van veel haar als een teken van kracht gold.
Roet in het eten gooien betekent 'iets leuks bederven', 'het plezier vergallen', 'een (goed) plan verpesten'. Met bijvoorbeeld 'We wilden gaan picknicken, maar het slechte weer gooide roet in het eten' bedoel je dat de afspraak om te gaan picknicken niet door kon gaan vanwege het slechte weer.
Goed in de slappe was zitten betekent 'veel geld hebben'. Slappe was komt ook weleens los voor, in de betekenis '(papier)geld'. De uitdrukking is vermoedelijk in de negentiende eeuw ontstaan. De precieze herkomst is niet duidelijk, maar de meeste uitdrukkingenwoordenboeken verwijzen naar soldatentaal.
Appeltje-eitje.
, oftewel 'een makkie'. Appeltje-eitje is een relatief jonge uitdrukking: in 2005 nam Van Dale de uitdrukking voor het eerst op. De uitgebreide versie van 'Dat is een eitje!'is waarschijnlijk ontstaan door de uitdrukking 'voor een appel en een ei' (= voor weinig geld), die al in de 18e eeuw bestond.
Het spreekwoord benadrukt hoe belangrijk toezicht is: als het er niet is dan wordt er op tafel gedanst (Van Dale). Het is daarom soms goed dat personen met een gezagspositie een oogje in het zeil houden.
Maar ook: zij zijn zich een hoedje geschrokken of hij zou zich een hoedje schrikken. Dit spreekwoord zeg je om iemand op te vrolijken. Het betekent: 'Straks gaat het weer beter. '
Wie op een warme dag besluit een berg op te fietsen, een marathon te lopen of zich op een andere manier inspant, gaat 'zweten als een otter', zo luidt het gezegde. Alleen zweten otters helemaal niet zoveel. Dat lijkt maar zo, omdat hun vettige huid veel water vasthoudt als ze uit het water komen.
Veel van ons moeten vaker op hun tenen lopen dan zij zich wellicht realiseren. Met “op je tenen lopen”, bedoelen wij: structureel het maximale van jezelf vragen. Terwijl je gevoel je blijft vertellen dat dit waarschijnlijk nog steeds niet genoeg is.
'Wat van ver komt, is lekker'. Klopt dat wel? Het oude Nederlands spreekwoord zegt: Als iets van ver komt zal het bijzonder zijn, zal het veel moeite gekost hebben om te verkrijgen en daardoor doet men alsof het heel prettig en goed is.
We kennen deze uitdrukking pas sinds 1930. Het radioprogramma De Taalstaat zette 2019 uiteen dat we je stinkende best doen danken aan de wijze waarop wij de “zindelijkheidstraining van kinderen” aanpakken.
Er geen doekjes om winden, d.w.z. iets niet zoeken te bewimpelen, of verbergen, gelijk men wel een doekje om een vinger, of iets dergelijks, doet (Tuinman I, 200); dus eig. het zeer niet zoeken te verbergen; vgl.
Iemand aan de tand voelen betekent 'iemand ondervragen, proberen iemand informatie te ontfutselen'. Deze uitdrukking komt uit de paardenhandel. Wie een paard wilde kopen, bevoelde de tanden van het paard.
d.w.z. een (onverwacht) fortuintje krijgen; vooral juist komen als men ergens feest viert of smult; een voordeelig huwelijk sluiten.
Met de deur in huis vallen. 'Dit drukt uit, dat ymand straks met het openen van de deur binnen stapt, zonder te vragen, en antwoord te wachten, of men ook inkomen mag.
Dit spreekwoord betekent: 'als je het juiste moment herkent, moet je het meteen benutten'. Als je bijvoorbeeld iemand om hulp wilt vragen, en je voelt in een gesprek met hem aan dat het daarvoor nú het juiste moment is, dan moet je dat moment niet voorbij laten gaan, maar je vraag meteen stellen.