Een toonladder is een opeenvolging van in toonhoogte stijgende of dalende tonen, meestal bestaande uit de diatonische tonen van een octaaf. Een toonladder vormt het basismateriaal van een muziekstuk. Sommige toonladders, bijvoorbeeld de melodische mineurladder, bestaan stijgend uit iets andere tonen dan dalend.
Een toonladder is een opeenvolging van in toonhoogte stijgende of dalende tonen. De eerste en de laatste toon (octaaf) zijn hetzelfde. De eerste toon van de ladder heet grondtoon en wordt ook wel tonica genoemd. Tussen de eerste en de laatste toon van een toonladder kun je de reeks op veel manieren opbouwen.
Een 'toonladder' is een opeenvolging van een vast aantal verschillende tonen. Dat vaste aantal kan op de piano bestaan uit een reeks van 5 tot 12 tonen. Er is sprake van een majeur- of mineurtoonladder als je een reeks van 7 verschillende tonen hebt, met specifieke toonafstanden ertussen.
Toonsoort en toonladder
Eenvoudig gezegd: Wanneer je alle tonen die in het muziekstuk voorkomen op volgorde zet van laag naar hoog, heb je de toonladder die bij het muziekstuk hoort.
Waarom toonladders? Als je een toonladder begrijpt en weet hoe die opgebouwd is (en ook kunt spelen) begrijp en hoor je ook de toonsoort beter. Bovendien is het begrijpen van een toonladder handig als je meer wil weten over akkoorden.
Een toonladder is de basis van een muziekstuk. Simpel gezegd is het een ladder van meerdere noten van laag naar hoog of juist van hoog naar laag. De eerste noot van een toonladder wordt de grondtoon genoemd. Een toonladder is een reeks van toonhoogtes met tussen iedere toonhoogte een bepaalde toonafstand.
Deze uitvinding is te danken aan Guido van Arezzo. Hij voerde het hexachord in met de Guidonische lettergrepen: ut – re – mi – fa – sol – la. Deze lettergrepen komen van de beginlettergrepen van een hymne waarvan de eerste noot van iedere regel steeds een toon hoger begint.
Een 'toonladder' is een opeenvolging van een vast aantal verschillende tonen. Dat vaste aantal kan op de piano bestaan uit een reeks van 5 tot 12 tonen. Er is sprake van een majeur- of mineurtoonladder als je een reeks van 7 verschillende tonen hebt, met specifieke toonafstanden ertussen.
Het trainen van je muzikale gehoor op deze manier noemen we 'solfège'. Hiermee kun je eventueel de noten als je wil ook gaan benoemen zodat je bladmuziek makkelijk kunt lezen. Het zingen van toonladders is een goede manier om je stem goed op te warmen wat het zuiver zingen gaat ondersteunen.
Het advies is 25 gram per dag voor mannen tot en met 69 jaar en vrouwen tot en met 50 jaar. Dat is dus een klein handje vol. Voor iedereen die ouder is, is 15 gram noten per dag voldoende. Dus overdrijf het niet want er zitten veel calorieën in noten.
Pas rond 1020 ontwierp de Italiaanse muziektheoreticus Guido van Arezzo de huidige muzieknotatie, waarbij de noten op lijnen staan die de hoogte aangeven. Guido voerde ook de gewoonte in om de noten uit te spreken als 'do-re-mi-fa-sol-la-ti'.
Je hebt 12 verschillende tonen op de piano. Dus er zijn 12 majeur- en 12 mineurtoonladders.
Aangezien er 12 verschillende noten zijn, zijn er ook 12 verschillende majeur toonladders.
Omdat er twaalf verschillende tonen zijn in de Westerse muziek, zijn er twaalf toonhoogtes waarop je kunt beginnen. De toon waarop je begint, heet de grondtoon. Hieronder vind je twee tabellen. In de eerste staat de majeur-toonladder, beginnend op de veel gebruikte grondtonen C, D, E, F, G en A.
De toonsoort moet je zien als de verzameling tonen waar het muziekstuk mee gemaakt is. Dit is dus eigenlijk de basis van het stuk. Eenvoudig gezegd: Wanneer je alle tonen die in het muziekstuk voorkomen op volgorde zet van laag naar hoog, heb je de toonladder die bij het muziekstuk hoort.
Het verschil: Een noot zie je.Een toon hoor je. De notenbalk bestaat uit 5 horizontale lijnen. Een noot wordt op of tussen de lijnen geschreven.
Het belangrijkste verschil tussen majeur en mineur is, zoals hierboven uitgelegd, de afstand tussen de eerste drie tonen. In majeur zitten er twee hele tonen verschil, in mineur is dat anderhalve toon. In de eerste paar tonen van de muziek is dus al hoorbaar welk toongeslacht het heeft.
Start bij de toonladders met 0 kruizen (C en Am), dan 1 kruis (G en Em), 2 kruizen (D en Bm), 3 kruizen (A en F#m), 4 kruizen (E en C#m), 5 kruizen (B en G#m), 6 kruizen (F# en D#m) en 7 kruizen (C#m en A#m).
Bovenstaande kun je ook gebruiken om te vertalen, want C = Do, D = Re enz.
Piano akkoorden zijn het eenvoudigst te herkennen wanneer ze in "grondligging" gespeeld worden. De grondtoon van het akkoord is dan de onderste toon die gespeeld worden en de andere tonen in het akkoord liggen hoger op de piano. Wanneer je een akkoord met je rechterhand speelt, speel je de grondtoon met de duim.
Een toonsoort is een familie van bij elkaar horende tonen, die als uitgangspunt voor een (deel van een) compositie wordt gebruikt.
We gebruiken de term toonaard om de toonladder in een bepaalde toonsoort op een absolute toon (op een toonhoogte) weer te geven. Bijv. de toonsoort majeur beginnende op de toonhoogte fa is de toonaard F majeur of Fa majeur. Men kan i.p.v. majeur ook groot of grote-tertstoonladder zeggen.