P = 'park' (parkeren) R = 'reverse' (achteruitrijden)
parkeerstand (P = Park), achteruit (R = Reverse), in zijn vrij (N = Neutral) en rijden (D = Drive). Deze functies zijn in alle automaten hetzelfde, al kan de bedieningshendel op verschillende plekken zitten, aan het stuur of op de plek van de versnellingspook.
Om te vertrekken met een automaat, hou je je voet eerst stevig ingedrukt op het rempedaal en zet je de pook in de D-stand. Start de motor en laat het rempedaal langzaam los (vergeet de handrem niet!). De auto begint nu te rijden. Om sneller te gaan, druk je het gaspedaal in.
M voor Manual - (Optioneel) Zet je tijdens automaat rijden de stand op M, dan geef je aan dat je zelf wil bepalen wanneer de auto op of terug moet schakelen. Dat werkt door de keuzehendel naar voren (+) of naar achteren (-) te bewegen.
Standen automaat
Zet je de auto in de P-stand, dan blokkeert je versnellingsbak. Deze stand heeft dus als het ware hetzelfde effect als je handrem. Het zorgt ervoor dat je auto niet gaat rollen na het parkeren.
Bij het binnenrijden van een kettingwasstraat staat er meestal de volgende aanwijzing voor voertuigen met automatische transmissie: „Uit de versnelling, versnellingspook op “N”, motor uitzetten, niet sturen, niet remmen. “
Alle letters op een rij
D = 'drive' (rijden) P = 'park' (parkeren) R = 'reverse' (achteruitrijden) N = 'neutral' (neutraal)
Je bent met een automaat zonder schokken, gekraak of stilvallen sneller vertrokken aan de lichten. Ook op een hellende baan ben je gemakkelijker weg. Kortom, met een automaat schakelt je relaxniveau een versnelling hoger en je stressniveau een versnelling lager.
Veel mensen vragen zich af of automatisch of handgeschakeld rijden sneller is. Vroeger was een automaat namelijk suf en trok hij sloom op. Dat is verleden tijd. Tegenwoordig zijn automaten zelfs sneller dan handgeschakelde auto's, mits je weet hoe je het voertuig bestuurt.
Met een automaat heeft u geen last meer van de hellingproef. Als je de rem loslaat begint de auto namelijk vanzelf te rijden. Geen gedoe meer met achteruit rollen, snel schakelen en gas geven dus.
De gas- en rempedalen zitten onderaan, bij je voeten. Het rempedaal is het linkerpedaal en het gaspedaal is het rechterpedaal.
N is Neutraal. E werkt ongeveer zoals D (Drive) van een normale automaat. Maar je voelt hem echt schakelen, en je kunt voor een soepeler rijgedrag het beste het gas er even een beetje afhalen als de bak schakelt.
In stand P is de versnellingsbak mechanisch geblokkeerd. Kies stand P wanneer de auto geparkeerd staat of als de motor moet worden gestart. De auto moet stilstaan, wanneer u de parkeerstand kiest. Om vanuit de parkeerstand een andere schakelstand te kunnen kiezen, moet u in contactslotstand II het rempedaal bedienen.
Als je een keer snel moet optrekken kun je de 'kick down' gebruiken. Het gebruik van de kick-down dient zoveel mogelijk vermeden te worden, omdat hierbij in lagere versnellingen wordt geschakeld om meer vermogen beschikbaar te krijgen om snel door te trekken.
Met een automaat in de bergen rijden
Heb je een automaat, dan is het verstandig om deze in de handmatige stand te zetten. Hierdoor kun je zelf de gewenste versnelling kiezen en zo veel mogelijk op de motor afremmen bij een afdaling. Ook voorkom je dat de auto bergop te snel doorschakelt naar een nieuwe versnelling.
Bij veel auto's gaat de handrem automatisch los als je probeert weg te rijden. En vaak activeert de parkeerrem zichzelf ook automatisch als je de auto uitzet, in ieder geval bij een automaat.
Een automaat heeft beperkingen als de eerste versnelling erg lang is. Om dan weg te rijden is erg veel slip nodig in de koppeling (koppelomvormer) en ontstaat veel warmte. Ook als het gat tussen de eerste en de tweede versnelling relatief groot is, kan dat ongunstig zijn.
de auto blijft niet stilstaan als-ie in Drive staat en dat zorgt in de beginperiode weleens voor een kleine botsing. automaten zijn over het algemeen duurder. het is echt even wennen als je een handgeschakelde auto gewend bent, doordat je onder andere je linkervoet niet gebruikt tijdens het rijden.
Een automaat heeft er maar twee in plaats van drie, omdat de koppeling niet nodig is. Je linkervoet hoef je daarom niet te gebruiken bij een automaat. Daarnaast gaat een automaat vanzelf rustig rijden als je het rempedaal loslaat, ook al geef je nog geen gas.
Normaal gesproken kan een automaatbak net zo lang mee als een handbak. Ze hebben weinig onderhoud nodig, alleen is het oliepeil belangrijk. De meeste automaten hebben dan ook een oliepeilstok net als de motor.
Bovendien is een automaat over het algemeen veel zuiniger dan een handgeschakelde auto. Een automaat schakelt namelijk op het juiste moment en rijdt daarom altijd op het optimale toerental.
Wat betekent de B-stand? Bij de knop van de automaat vind je de B-stand. Die staat voor Brake of Bremse (Engels respectievelijk Duits). Schakel je die in, dan remt de auto bij het loslaten van het gaspedaal (hoe vreemd dit ook klinkt voor een elektrische auto) meer op de motor af.
De motor moet stationair draaien en de handrem niet aangetrokken of ingeschakeld. Als de auto wel in de versnelling staat én op de handrem belemmert u de beweging van de loopband. Er zit vast een beveiliging op om schade aan auto of loopband te voorkomen, maar het zorgt wel voor vertraging voor u en andere klanten.