Een apostrof (of aanspraak) is een stijlfiguur waarbij het woord tot een of meer personen wordt gericht. Vaak tegen een overleden of niet aanwezige persoon, of zelfs een object. Dit aanspreken van een tweede persoon, "jij" of "u", wordt in retorica's uit de klassieke oudheid gerekend tot de
Je gebruikt een apostrof om verwarring over de uitspraak van een woord te voorkomen. Neem bijvoorbeeld het woord auto. In het meervoud schrijf je : auto's. De apostrof zorgt ervoor dat de uitspraak van de o gelijk blijft.
apostrof [weglatingsteken] {apostrophe, apostrophus 1550} < frans apostrophe < latijn apostrophe < grieks apostrophè [het zich afwenden, elisie], van apostrophos [afgewend], van apostrephein [afwenden], van apo [weg] + strephein [wenden, draaien].
Die komma intikken is sowieso al ingewikkeld: je moet eerst de apostrof-toets indrukken en dan de spatiebalk, om te voorkomen dat het tekentje als accent op een letter terecht komt. Toetsenborden gekoppeld aan Windows maken er dan ook nog het 'aanhalingstekens openen'-teken van.
Met de apostrof geeft u in het Engels het verband tussen twee (naam)woorden of woordgroepen aan. U zegt: Eric's mousepad en Yvonne's responsibility. U gebruikt geen apostrof om een meervoud mee aan te geven.
Als het grondwoord eindigt op een z of x die niet uitgesproken wordt, spellen we een bezits-s. Als het grondwoord eindigt op de Engelse sisklank th, schrijven we een bezits-s. Als het grondwoord eindigt op een cijfer, speciaal teken of hoofdletter, schrijven we een apostrof en bezits-s.
Jan z'n fiets en Emma d'r fiets zijn zeker niet 'fout': het zijn grammaticaal juiste constructies. De Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS, 1997) geeft onder andere de voorbeelden: 'Ik heb Jan z'n fiets verkocht' en 'Mieke d'r tas ligt op de stoel. ' Deze vormen zijn wel informeel.
De correct gespelde vorm voor het verkleinwoord is baby'tje.
Het woord its is een bezittelijk voornaamwoord. Het betekent dat iets van iemand is, net als his of hers. Bijvoorbeeld: 'The dog was sitting down and the owner was petting its head'. Het woord it's is een afkorting van it has of it is.
De apostrof (') is een teken dat wordt gebruikt om de weglating van een of meer letters aan te duiden. M'n vriendin gaat 's avonds wel 's naar 'n feestje.
'S wordt gebruikt als de laatste lettergreep op een enkele, heldere a, i, o, u of y eindigt, of op een enkele e die als [ee] klinkt. Op deze manier wordt de klank van deze laatste lettergreep niet veranderd. Voorbeelden: Luca's ogen zijn blauw.
Juist is: 's Avonds werkt John in een café. Als de zin met een apostrof begint, krijgt het eerstvolgende volledige woord in de zin de hoofdletter.
je gebruikt een apostrof als je een klinker aan het eind van een lettergreep open en lang wilt houden. Stel, je hebt het boek van Fatima. Als je Fatimas boek schrijft, wordt de laatste a te kort.
Om uitspraakproblemen te voorkomen worden trema's en apostrofs gebruikt. Een trema gebruik je om te voorkomen dat een woord verkeerd wordt uitgesproken. Een apostrof gebruik je: als weglatingsteken: 's-Hertogenbosch,'s avonds.
andere dagdelen: 's nachts, 's morgens, 's ochtends, 's middags, 's voormiddags, 's namiddags; weekdagen (en delen daarvan): 's maandags, 's woensdagsmiddags; enkele seizoenen: 's zomers, 's winters; een aantal speciale gevallen: 's anderendaags, 's werelds, 's mans, in 's hemelsnaam.
Aanhalingstekens geven aan dat woorden letterlijk geciteerd worden. Ze worden ook gebruikt om de betekenis van een woord of uitdrukking te omschrijven.
De officiële benaming van het teken is 'ampersand'. Dat is waarschijnlijk een samentrekking van het Latijn/Engels 'et, per se and', hetgeen staat voor 'et betekent and' ('et betekent en').
Leestekens zijn tekens die je bij het schrijven gebruikt om een tekst begrijpelijker te maken, bijvoorbeeld een punt of een komma. Als je iets vertelt, kun je met pauzes, intonatie of gebaren duidelijk maken wat je bedoelt. In geschreven taal doe je dit met punten, komma's, vraagtekens en andere leestekens.
De correcte spelling is A4'tje, met een apostrof.
A4'tje is een afleiding: het achtervoegsel -tje wordt in dit geval gebruikt om van A4 een verkleinwoord af te leiden. In afleidingen waarin het grondwoord een combinatie van cijfers en letters is, komt er een apostrof.
Wat is de juiste spelling van 'een klein diner': dinertje of dineetje? Dinertje is juist. Achter diner komt 'gewoon' het achtervoegsel -tje.
Zo'n wordt gecombineerd met enkelvoudige zelfstandige naamwoorden die telbaar zijn: zo'n kind, zo'n mooie spiegel, zo'n idee. In combinatie met meervoudige zelfstandige naamwoorden gebruiken we zulke: zulke kinderen, zulke grote ramen, zulke problemen.