ADHD staat voor 'Attention Deficit Hyperactivity Disorder'. In het Nederlands spreekt men wel van 'aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit'. In de DSM-5 valt ADHD onder de neurobiologische ontwikkelingsstoornissen.
Kenmerken ADHD
De kenmerken van ADHD zijn te verdelen in 3 gebieden: aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit.
Hoe herken je ADHD? Mensen met Attention Deficit Hyperactivity Disorder herken je vaak aan de concentratieproblemen of het aandachtstekort. Daarnaast zijn ze vaak ook hyperactief en impulsief. Hyperactiviteit herken je aan niet stil kunnen zitten, wiebelen, vaak opstaan of druk en luid praten.
De hersenen van mensen met ADHD reageren sneller op prikkels (impulsen, stemmingen en gebeurtenissen). Dit kan er toe leiden dat je je moeilijk kunt concentreren en snel afgeleid raakt. Je kunt ook impulsief gedrag vertonen. Vaak ben je lichamelijk overactief of onrustig (hyperactiviteit).
Mensen met ADHD of ADD vinden het vaak moeilijk om zich te concentreren en zijn snel afgeleid. Iedereen heeft wel eens moeite om zich te concentreren, of is even wat drukker. Iemand met ADHD heeft hier erg vaak last van. Ongeveer 5 op de 100 kinderen en jongeren in Nederland hebben ADHD.
Met voeding en supplementen kun je ook heel veel doen om je systeem rustiger te krijgen. Er zijn allerlei testjes om uit te zoeken welke disbalans iemand heeft. Gaba bijvoorbeeld is een kalmerende neurotransmitter die veel mensen met ADHD tekort komen, dus een supplement kan rustgevend werken.
Snel afgeleid zijn; moeite met concentreren. Erg druk zijn (hyperactief). Dingen doen zonder na te denken (impulsief). Problemen in het dagelijks leven, zoals thuis, op het werk en in het omgaan met anderen.
ADHD is op zich niet te genezen. Het vormt een blijvende kwetsbaarheid. De behandeling heeft als doel de symptomen te verminderen en het ontstaan van bijkomende problemen te voorkomen en/of te beperken.
Er is lang verondersteld dat ADHD een rijpingsprobleem was dat vanzelf zou verdwijnen met het ouder worden. Het blijkt echter gecompliceerder. Bij één op de drie jeugdigen verdwijnen de symptomen vrijwel helemaal.
Factoren die een rol spelen bij ontstaan ADHD
erfelijke aanleg. problemen in het executief functioneren van de hersenen. afwijkingen in hersenstructuren. verminderde gevoeligheid voor bekrachtiging.
Aandachtsproblemen: korte spanningsboog hebben, snel afgeleid en verveeld zijn uitstelgedrag vertonen, geregeld van de ene naar de andere activiteit overschakelen zonder iets echt af te maken, moeite om hoofd- van bijzaken te onderscheiden, zich verliezen in details, slecht kunnen plannen en organiseren, slecht ...
Als er sprake is van de stoornis ADHD, moet de impact op het participeren in het maatschappelijk leven aangetoond worden volgens de basisdefinitie van een handicap (langdurige en belangrijke beperking van de kansen tot sociale integratie). Die impact kan zeer wisselend zijn.
Ernstige gevolgen
30-60% vaker ongelukken (overal, en in het verkeer) 2x zo hoge sterfte door ongelukken. Verhoogd voorkomen van andere psychiatrische stoornissen: depressie, angststoornissen, antisociaal en oppositioneel gedrag, slaapproblemen, eetstoornissen. Verhoogd alcohol en drugsmisbruik, vaker roken.
Mensen met ADHD hebben een groot empathisch vermogen. Omdat ze 'verder' denken kunnen ze zichzelf makkelijk in de schoenen van de ander verplaatsen. Problemen oplossen is iets wat iemand met ADHD goed kan. Hij of zij kan van verschillende kanten het probleem bekijken en daardoor sneller tot een goede oplossing komen.
In tegenstelling tot wat vroeger werd gedacht, blijft echter een groot deel van de mensen bij wie ADHD in de jeugd is vastgesteld ook in de volwassenheid nog lichte tot ernstige beperkingen houden, vaak tot op hoge leeftijd. De ernst van de aandoening kan wisselen.
Uit de review van Millichap en Yee (2012) komt naar voren dat een dieet met veel suikers en vetten ADHD verergert, en dat een ADHD-vriendelijk eetpatroon de symptomen kan verlichten. De auteurs adviseren om suikers, toegevoegde stoffen, conserveringsmiddelen en allergenen te schrappen.
Officieel wordt de diagnose bij kinderen pas gesteld vanaf 5, 6 jaar. Natuurlijk begint ADHD al eerder, maar dan is het vaak moeilijk om hyperactiviteit te onderscheiden van normaal druk gedrag bij peuters en kleuters.
De belangrijkste kenmerken van ADHD bij mannen en vrouwen zijn: problemen met de aandacht of de concentratie, moeite met organiseren, hyperactief of overbeweeglijk zijn en impulsiviteit.
Een leerling met ADHD kan gedrag laten zien dat past bij de volgende omschrijvingen: Vooral veel moeite met het vasthouden van de aandacht. Vooral erg druk en/of impulsief gedrag. Druk en/of impulsief gedrag én moeite met het vasthouden van de aandacht.
ADHD is voor een deel erfelijk. Dat betekent dat ADHD via de ouders kan worden overgedragen. Soms hebben kinderen met ADHD één of meerdere familieleden met kenmerken van ADHD. Erfelijkheid speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de hersenen.
Hoe wordt ADHD behandeld? ADHD is niet te genezen. De behandeling is dan ook vooral gericht op het milderen van symptomen en het voorkomen of beperken van bijkomende problemen. De meest effectieve behandeling is een combinatie van psycho-educatie, gedragstherapie en medicatie.
Beide groepen missen vaak het overzicht: bij autisme ligt dat meer aan de focus op details, bij ADHD aan gebrek aan concentratie. Waar autisme vaak samengaat met gefixeerde aandacht, hebben kinderen met ADHD moeite hun aandacht erbij te houden.
Een kind met ADHD: is heel druk (hyperactief) en/of. heeft moeite met opletten (concentreren) en/of. doet dingen zonder eerst na te denken (impulsief).