'De neerslagkans is de kans dat iemand op een willekeurige plek in Nederland in 24 uur regen krijgt', legt Siegmund uit. 'Dus als je honderd dagen pakt met een neerslagkans van veertig procent, zal het op veertig van die dagen regenen.
Voorbeeld: op een bepaalde dag is de kans op neerslag 50% en de verwachte hoeveelheid 10 millimeter. Dat betekent dat er in ruwweg de helft van het aantal gevallen waarin zo'n verwachting gegeven wordt, neerslag zal vallen op een willekeurige vaste plek in Nederland.
“Wat '60% kans op neerslag' betekent is: Als jij 100 dagen lang op dezelfde willekeurige plek in Nederland gaat staan; dan zul je op 60 van die dagen een vorm van neerslag ervaren.
Het getal zegt dus niets over de duur van de regen: dat kan 10 minuten zijn of 24 uur. Wel is vereist dat er ten minste 0,3 mm neerslag valt, wat overeenkomt met 0,3 liter per vierkante meter. Voorbeeld: als het neerslagpercentage die dag 10% is, verloopt zo'n dag meestal droog.
Voorbeeld: Als in jouw buurt 30% kans op regen is, is er een 30% kans dat er op de dag (in 24 uur) 0,3 liter regen per vierkante meter valt. Dus is er 70% kans dat er geen regen valt.
Een natte dag is een dag met binnen een etmaal een hoeveelheid van 10 millimeter of meer. Een jaar telt landelijk gemiddeld 22 natte dagen. Om van een dag met zware regen te spreken moet er op minstens één van de officiële weerstations 50 millimeter of meer zijn gevallen.
Meer dan 92 procent van de tijd is het droog in Nederland, maar in de overige 8 procent kun je behoorlijk nat worden. In een heel jaar valt er gemiddeld 853 millimeter regen. Dat is ruim 2 millimeter per dag.
Lokale neerslag van meer dan 25 millimeter in een uur noemen we een hoosbui, terwijl meer dan 50 millimeter in één dag wordt aangeduid met 'een dag met zware neerslag'.
Een gewone bui geeft ongeveer 1 tot 3 mm, flinke buien 3 tot 10 mm en zware buien nog meer dan 10 mm. Bij een stortbui van 40 mm, valt er dus op elke vierkante meter 40 liter.
Een waarde van 90% betekent dat er vrijwel zeker neerslag plaatsvindt. Bij een kans van 10% blijft het vrijwel zeker droog en bij 50% kan het zowel droog blijven als dat er neerslag voorkomt.
De hoeveelheid neerslag wordt gemeten met een regenmeter. Dit is een trechtervormig instrument dat de neerslag in een verzamelbak opvangt. De hoeveelheid regenwater wordt uitgedrukt in millimeters. 1 millimeter regen komt overeen met 1 liter water op een oppervlakte van 1 vierkante meter.
Statistieken voor Nederland
bij onze noorderburen regent of sneeuwt het gemiddeld gesproken 7,5 procent van de tijd. Dat wil zeggen dat het gedurende 92,5 procent van de tijd droog is in Nederland! Omgerekend komt dat neer op ongeveer 660 uur neerslag per jaar.
Neerslag is een verzameling waterdeeltjes die uit een wolk of een groep van wolken valt en het aardoppervlak bereikt. De waterdeeltjes kunnen zowel vast als vloeibaar zijn en kristalvormig of amorf, meer specifiek regen, hagel, mist, korrelhagel, ijsregen, ijsnaalden en sneeuw.
Motregen of (lichte) regen
Dat is bewolking die zich over een groot gebied heeft uitgestrekt. Er valt per uur niet meer dan 1 liter per vierkante meter. Bij regen zijn de druppels 0.5 tot 5 mm groot en als er per uur weinig valt (minder dan 1 liter per vierkante meter) wordt er gesproken over lichte regen.
Neerslag wordt gemeten in millimeter. Eén millimeter neerslag komt overeen met 1 liter water per vierkante meter. Als één liter water wordt uitgegoten op 1 vierkante meter en dat water verdampt niet of sijpelt niet in de bodem, dan staat het 1 mm hoog.
Het weer kan je voorspellen door luchtdruk, windkracht, windrichting en de hoeveelheid neerslag te meten. Dit kun je meten met verschillende meetinstrumenten. Al deze meetinstrumenten heten samen een weerstation. Ook wordt er gebruik gemaakt van satellieten die de aarde vanuit de ruimte bekijken.
Als we kijken naar de hoeveelheid regen, vind je de natste plek op aarde, in India. Het is het dorpje Mawsynram in de staat Meghalaya. Het regent daar echt veel. Per jaar valt daar gemiddeld 11.872 millimeter regen.
De meeste neerslag valt in de kustgebieden, de Veluwe, het noorden en in Zuidoost-Limburg. Het droogst is het over het algemeen aan de oostgrens, in het oosten van Brabant en in het midden van Limburg.
Een liter water, uitgespreid over een opperv1ak van 1 vierkante meter geeft een laagje van 1 mm dikte. Een gewone bui geeft ongeveer 1 tot 3 mm, flinke buien 3 tot 10 mm en zware buien nog meer dan 10 mm.
We zeggen bijvoorbeeld: “Er viel 30 mm regen vandaag”. Dat betekent een laag van 30 mm water, op het oppervlak waar de regen viel, in een dag. In sommige landen wordt gesproken over het volume regen op een vierkante meter: 'Er viel 10 liter regen per vierkante meter vandaag.
Frontale regen is als warme en koude lucht botsen met elkaar. De warme lucht wil omhoog en botst op de koude lucht. Het front ligt op het punt waar de koude en warme lucht elkaar raken. De koude lucht is zwaarder en dwingt de warme lucht om op te stijgen en daardoor ontstaat regen.
Eén millimeter regen staat namelijk gelijk aan één liter regen per vierkante meter. Een simpele huis-tuin- en keuken emmer heeft over het algemeen een volume van 10 liter. Tien millimeter regen staat dus ongeveer gelijk aan één volle emmer water per vierkante meter.
Het droogste seizoen van het jaar is de lente, van half maart tot mei. In deze periode kan er wel lichte regen voorkomen.
De jaarlijkse neerslaghoeveelheid in Nederland is in de periode 1910-2019 gelijkmatig gestegen van 692 naar 873 millimeter. Dit is een toename van 26% in 110 jaar.
In de zomer heeft Nederland vaker te maken met droge periodes, doordat er dan meer water verdampt dan dat er neerslag valt. Maar momenteel staat 2022 volgens het KNMI wel in de top-5 van droogste jaren sinds het begin van de metingen in 1901.